Hondenleven
Het gaan me niet goed de laatste tijd. Felle emoties sleuren me in geen tijd van berg naar dal en weer terug. Mijn tolerantiedrempel ligt zo laag dat het niemand moeite kost die te overschrijden. Een ongekende woede ligt steeds op de loer en doet me vrezen dat de bom op zekere dag zal barsten. Alle symptomen van een flink uit de kluiten gewassen depressie als je het mij vraagt. Wat er aan gedaan is zeer de vraag. De toestand kan wel gestabiliseerd worden, zelfs lichtjes verbeteren, maar de oorzaken blijven hoe dan ook bestaan. En tenzij ik er blind voor zou worden is er weinig kans op beterschap. Niet bepaald hoopgevend. Terwijl ik vroeger minachtend stond tegenover 'mental cases' balanceer ik nu zelf op het fijne randje tussen zin en waanzin. Elders is het fijner toeven.
Bovendien, en ik weet niet of er meteen een verband is maar dat zou me niet verbazen, loopt op mijn werk ook steeds meer in het honderd. Met als gevolg een stilaan twijfelachtige reputatie in de ogen van mijn collega's en een groeiende onzekerheid omtrent mijn competentie.
De job die ik doe vereist niet bepaald een hoge graad van intelligentie maar toch slaag ik er in de ene fout na de andere te maken. Van het relatief grote zelfvertrouwen dat ik aanvankelijk had blijft inmiddels haast niets meer over.
Ik heb het ook moeilijk met de mensen waarmee ik tijdens mijn werk te maken krijg. Zoals ik al zei is mijn tolerantie niet meer wat ze geweest is, terwijl ik er hier toch wel een gezonde portie van kan gebruiken. Of het aan mij ligt weet ik niet maar de evolutie van het menselijke ras lijkt op een keerpunt te zijn gekomen. Het hoogtepunt is achter de rug, vanaf nu gaat het alleen nog maar bergafwaarts. Het aantal snuggere zielen dat ik ontmoet is op één hand te tellen, de hoeveelheid achterlijke idioten daarentegen is niet bij te houden. Arrogante Marokkaanse pooiers, junks, hoeren, Hollandse trutten, aan lager wal geraakte taxichauffeurs, bejaarde drankorgels, you name it. Voor mijn part worden ze, na één of andere selectieprocedure, gezamenlijk in containers opgesloten en in zee gedropt. De zogenaamde natuurlijke selectie mag best een handje geholpen worden.
Ook buiten het werk zijn het hoogdagen voor het debiele en is banaliteit de norm geworden. Waar je ook gaat of staat, in cafés of op straat, overal wordt met veel woorden niets gezegd. Zij die liever zwijgen zitten in een hoekje en worden genegeerd, dat is het lot van zij die het spel niet willen meespelen volgens de regels. Zolang je jezelf niet bent is er geen vuiltje aan de lucht en lacht het leven je toe.
Heel erg moe word ik ervan.
Dag en nacht dweil ik de straten af op zoek naar een teken van leven maar verder dan een ordinaire mus voor wie de dingen redelijk duidelijk zijn kom ik niet. Zelfs de honden hebben dezelfde doffe blik in de ogen die je bij hun bazen ziet. Die dieren hebben het destijds niet bepaald getroffen met hun veroordeling tot gehoorzaamheid aan de mens.