Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

DE VAL, MARGA MINCO

	1ste druk, Amsterdam 1983
	Motto:
	"I imagine, sometimes, that if a film could
	be made of one's life, every other frame
	would be death. It goes so fast we're not
	aware of it. Destruction and resurrection in
	alternate beats of being, but speed makes it
	seem continuous. But you see, kid, with
	ordinary conciousness you can't even begin
	to know what's happening."   (Saul Bellow)

Korte inhoudsweergave
Baltus en Verstrijen, twee monteurs van gemeentewerken, gaan op een wintermorgen voor hun werk bij Carla koffie drinken. Als ze daar weer weggaan, nemen ze een lifter mee, die het op z'n brommer koud heeft.
Frieda werd wakker. Vandaag moest en zou ze alle voorbereidingen treffen om morgen haar 85ste verjaardag te vieren. Ze ziet het weer en denkt met weemoed aan de winters, die ze samen met haar gezin heeft doorgemaakt. Tegenover het bejaardentehuis zijn de gemeentewerkers bezig met de putten.
De staf van het bejaardemtehuis is druk in de weer om het Zweedse bezoek te ontvangen, dat met de architect van het bejaardentehuis, De Vlonder, naar hun architectuur komt kijken. De directrice, Rena van Straten, en Bien Hijmans praten over Frieda's verjaardaag en dat ze vandaag met dit weer zelf op pad wil.
Frieda Borgstein zocht op haar kamer naar een jurk en dacht weer aan vroeger. Hein Kessels zou haar man, Jacob, de kinderen, Olga en Leo, en haar naar Zwitserland brengen. Op de avond van vertrek was zij toevallig nog even boven, toen er werd aangebeld. Toen ze beneden in de deuropening kwam zag ze nog net de auto om de hoek verdwijen (Ze waren in de val gelopen).
Terwijl de gemeentewerkers buiten nog druk doende waren, ging Frieda naar de conversatiezaal voor haar koffie. Onderweg kwam ze Ben Abels tegen, een oude bekende van voor de oorlog. Hij had indertijd een oogje op Olga. Ze spraken over Hein Kessels. Ook Ben had nooit gedacht dat Hein voor de Duitsers werkte.
De gemeentewerkers hoeven nog maar één put. Baltus had de hekken al opgeladen, want hier kwam volgens hem toch niemand. Terwijl hij naar het toilet ging, zocht Verstrijen wat warmte in de cabine.
Op dat moment verliet Frieda het bejaardentehuis en stak de weg over. Ze liep langs het busje en door de damp uit de put zag ze niets, en viel erin (Ze maakte een val).
Het Zweedse bezoek kwam. Als vertegenwoordiger van de provincie was, las waarnemer voor Riet meier, Hein Kessels meegekomen. Abels herkende hem en Kessels gaf een verklaring. Hij werkte niet voor de Duitsers. Het was de eerste keer dat hij mensen hielp om naar Zwitserland te vluchten. Alles leek waterdicht. Toevallig was hij op de bewuste avond enkele minuten eerder dan afgesproken. Hij beld aan. Jacob deed open. Onmiddelijk stopte er een atuot van de S.A. en nam iedereen mee, behalve Frieda.

Tijd
De verteltijd, uitgedrukt in pagina's, is 93.
De vertelde tijd bestrijkt echter een veel groter gebied. Het belangrijkste is de Tweede Wereldoorlog. De gebeurtenissen tegen het einde van deze oorlog komen aan bod en daar is het verhaal op gebasseerd. Het verhaal speelt zich echter in het heden af (begin tachtiger-jaren). De gebeurtenissen uit de oorlog, die voor het verhaal van belang zijn komen in de loop van het boek in verscheidene flash-backs naar voren. Over de tussenliggende periode worden nauwelijks woorden gerept.

Figuren
Frieda Borgestein:Zij was een gewone niet-opvallende vrouw als de meeste anderen (Een soort Mien uit Amsterdam). Hoewel de oorlog in 1945 beëindigd is, is deze voor haar haar hele leven blijven voortduren. In de oorlog is ze haar gezin kwijtgeraakt en sindsdien is ze altijd alleen gebleven en erg op zichzelf. De laatste jaren van haar leven zat ze in een bejaardentehuis. Ze hiel van haar man en kinderen.
Hein Kessels:Deze man had in de oorlog veel goeds willen doen door Joodse gezinnen naar Zwitserland te gaan brengen. Zijn eerste "transport" werd echter al onderschept. Sindsdien heeft hij altijd rondgelopen met schuldgevoelens en heeft er nooit meer met iemand over gesproken tot hij Ben Abels tegen het lijf liep. Contact met Frieda heeft hij na de val in de oorlog nooit meer gehad en zelfs vermeden.
Ben Abels:Hij is qua karakter onbelangrijk. Deze persoon is in het verhaal geintroduceerd om aan het einde van het verhaal de ware gang van zaken te kunnen achterhalen. Hij was een bekende van de familie Borgstein, was zelfs verliefd op Olga (de dochter). Aan het einde van het verhaal herkent hij Hein Kessels, waarmee hij over de oorlog en het mislukte transport spreekt
Baltus en verstrijen:Twee massa-mensen: gemeente-werkers. Zij zijn er om de val van Frieda te kunnen verwezenlijken.

Ruimte
Er is een verband tussen tijd en ruimte. Alles wat in het boek voorkomt over de oorlog speelt zich af in het huis waar het gezin Borgstein woonde. Alles wat zich in het heden afspeelt, is in het bejaardentehuis. Het zijn echter de uitzonderingen die de regel bevestigen, maar het is wel zo dat het bejaardentehuis niet in de oorlog voorkomt en het oude woonhuis niet in het heden.

Vertelwijze
Het verhaal is in de verleden tijd geschreven. Het is Frieda, die continu wordt gevolgd in haar gedachtengang en haar doen en laten.

Stijl
De zinnen zijn over het algemeen niet echt kort. Ze bestaan uit eenvoudige woorden, die in het dagelijks leven veelvuldig gebruikt worden, en Minco maakt veel gebruik van bijzinnen. De opbouw van de zinnen varieert ze nogal: ze wijkt vaak af van de normale vorm van een zin (Onderwerp - Persoonsvorm). Vaak begint ze de zin dan met een of andere bepaling (van plaats of van tijd).

Titelverklaring
De titel ("De val") is zeer doordacht gekozen. "De val" wordt op drie manier gebruikt:

 -1- In de oorlog loopt het hele gezin Borgstein, behalve Frieda,
     in een VAL van de Duitsers.
 -2- Frieda komt ook aan haar einde met een VAL, maar dan
     een letterlijke val (tuimelen).
 -3- Verder speelt door het hele verhaal de kracht en betekenis
     van het toeVAL een grote rol.
     bijv. In de oorlog is het toevallig zo dat Frieda niet wordt
           meegenomen door de Duitsers, omdat ze toevallig boven
           was. Ze was in ieder geval niet opzettelijk boven
           gebleven, omdat ze dit voorzien had. Het was ook
           toevallig zo, dat het niet in die Duitsers was opgekomen
           het hele huis door te zoeken. Door dit toeval heeft
           Frieda toch nog zo'n veertig jaar (ongeveer de helf van
           haar leven) kunnen leven.


Verder hield Hein Kessels het voor mogelijk dat het toeval was dat de familie ontdekt was. Hij dacht dat die Duitsers misschien toevallig langs kwamen rijden en dat ze hem niet vertrouwden en hem toen gevolgd zijn en zo de familie hebben ontdekt. Als dit zo zo was, dan is er nog een toeval, namelijk het toeval dat de familie in de vla terecht is gekomen. Als Hein precies op het tijdstip was gekomen dat afgesproken, had hij een paar minuten later moeten komen, dan waren de toevallig voorbijkomende Duitsers al voorbij geweest en was alles misschien goed gegaan.

Thema
Het thema is, volgens mij, de kracht en de betekenis van het toeval.
(Ik heb idt onder punt 3 van de titelverklaring al uitgebreid uitgelegd)

Bio-/bibliografie
Biografische gegevens: Ze is op 31 maart 1920 geboren als Sarah Menco in Breda. Ze is opgegroeid in een orthodox-joods gezin(Haar moeder was liberaler). Ze was journaliste toen de oorlog uitbrak. Het hele gezin is uitgemoord, behalve Sarah. Na de oorlog is ze getrouwd met Bert Voeten.
Belagnrijkste werk:

1957: Het bittere kruid!
      (een kleine kroniek)
1959: De andere kant
      (verhalenbundel)
1966: Het leeg huis
1983: De Val
      (Roman)
1986: Een glazen brug
      (novelle: boekenweekgeschenk)


Veelvoorkomende thema's:

 - Oorlog (de jodenvervolging en de nawerking daarvan).
 - De vereenzaming van de mens, die door een boze macht
   geïsoleerd.
 - De willekeur van het toeval (Dit thema is van
   toepassing op "De Val")



Willem Theuws - November 1987


Heb je zelf nog uittreksels stuur ze dan naar mij.