|
Sta op en wankel
Sta op en wankel - uche uche- naar de gootsteen. Wat en nacht. Nog steeds alleen. Te veel gedronken. Met de taxi thuisgebracht.
Hoe doet iedereen dat toch, in liefde vallen op de dansvloer, niet alleen, maar allebei, dus zij op hem en hij op haar, getweeën, samen, met elkaar, consensus dus - vooruit, ik geef het toe, ik heb onafgebroken woorden met mezelf, zaai kruimels twijfels uit en dansend op een spijkerbed steek ik mijn eigen ego lek:
ik blijf een eenzaam twistgesprek
|
|