Christiane F. - Verslag van een junkie

Oorspronkelijke titel: Wir Kinder Vom Bahnhof Zoo
Naar tape prot. opgeschreven door Kai Hermann en Horst Rieck
Ein Sternbuch, Gruner+Jahr AG & CO, Hamburg
42 ste druk 1998
fotografie: Eva Kroth (o.a. achterflap), Jurgen Muller-Schneck
(o.a. titel), Peter Rondholz.

Op twaalfjarige leeftijd begon Christiane F. hasj te roken, op haar dertiende was ze verslaafd aan heroïne. Twee jaar lang leidde ze een dubbelleven; ‘s morgens ging ze naar school, in de namiddag hing ze met haar vrienden rond bij de ondergrondscene van Berlijn om aan geld te komen voor haar shots. Haar moeder merkte niets van dit alles. Het gevecht dat ze tegen de drugs heeft moeten leveren, is het onderwerp van dit verhaal.

Het verslag van Christiane F. begint wanneer ze als zesjarige met haar ouders naar de rand van Berlijn verhuist. Van een landelijke streek tussen dieren en natuur komt ze terecht in een gebied dat bestaat uit beton, afval en verkeer. Voor kinderen is er nauwelijks ruimte vrijgemaakt om te spelen. Aan iedere hoek staan er borden met regels en verboden, die natuurlijk naar hartelust en uit noodzaak genegeerd worden. In Gropiusstadt leren de kinderen automatisch te doen wat verboden is. Ook binnenshuis leeft Christiane in een wereld die van bovenaf gestuurd wordt. Haar vader maakt haar tot een gevangene, een schim die uit panische angst iets verkeerds bij hem te doen, juist het tegenovergestelde effect bereikt. Wanneer ze niet aan de eisen van haar extreem prestatiegerichte vader voldoet, wordt ze in elkaar geslagen. Als Christiane twaalf jaar oud is, scheiden haar ouders. Haar moeder krijgt een nieuwe vriend, Klaus, die amper twintig is en geen idee heeft van wat het familiale leven inhoudt. Dan raakt Christiane bevriend met Kessi, een sterk en hondsbrutaal meisje. Zij introduceert haar in haar vriendengroep. In Christiane’s ogen zijn deze jongens -onafhankelijk, volwassen en origineel- sterren uit een compleet andere wereld dan ze tot nu toe gekend heeft. Hun vaste ontmoetingsplaats is het evangelische jeugdhuis ‘Haus der Mitte’,dat een kelder met een alternatieve discotheek bezit. In deze groep zonderlingen begint Christiane hasj te roken. Later neemt ze ook trips, oppepmiddelen en grote dosissen slaap-en kalmeermiddelen, om de effecten uit te balanceren. Ze ontdekt dat ze met behulp van die middelen haar lichaam in elke stemming die ze maar wil kan brengen. Wanneer ze met Kessi in de ‘Sound‘ belandt, de grootste discotheek in Berlijn, maakt ze kennis met de echte Berlijnse drugsscene. Rond dezelfde tijd worden hard drugs in het ‘Haus der Mitte’ ingevoerd. Een voor een ziet Christiane haar vrienden, die altijd verkondigd hebben nooit de prooi van zoiets dergelijks worden, in contact met heroïne komen. Op dertienjarige leeftijd begint Christiane zelf met H. Alhoewel ze zichzelf voorhoudt nooit een levend lijk als sommige figuren uit haar oude hasjgroep te worden, wordt ze meer en meer deel van de drugsscene. Dan krijgt ze een relatie met Detlef. Hij is drie jaar ouder dan Christiane en al zwaar verslaafd. Het station ‘Bahnhof Zoo’, waar de onderwereld van Berlijn samenkomt, wordt hun tweede thuis. Hier prostitueren Detlef en zijn vrienden zich aan homo’s om het geld voor hun volgende spuit bijeen te schrapen. Ook voor Christiane wordt dit een noodzaak. Met haar moeder heeft ze nog nauwelijks contact. Zij heeft er geen idee van in welke toestand haar dochter werkelijk is. Haar vage vermoedens onderdrukt ze uit angst de waarheid te ontdekken. Zo nu en dan komt Christiane nog thuis, maar meestal woont ze samen met Detlef bij zijn vrienden Bernd en Axel. Wanneer haar moeder op een dag haar spuitbestek vindt, gaan Christiane en Detlef door vreselijke pijn in serieuze pogingen te ontwennen, maar telkens weer voert de weg hen naar hun oude wereld. Ook haar vader grijpt in en stuurt haar naar verschillende instellingen, waaruit ze iedere keer ontsnapt. Detlef, haar vrienden en alles wat ze er heeft meegemaakt, binden haar aan de scene. Daar zijn de mensen van wie ze waardering en vriendschap krijgt. Uiteindelijk brengt ze het zonder hulpmiddelen klaar clean te blijven, ver weg van de stad, bij haar grootouders. Ze begint daar opnieuw naar school te gaan en vindt een nieuwe groep vrienden waarmee ze urenlang op dezelfde golflengte kan discussiëren. Hier is het moeilijker om aan drugs te komen, alhoewel het gevaar altijd dichtbij blijft.

II.RUIMTE/ACHTERGROND
In de jaren ’70 sloeg heroïne als een bom in in steden als Berlijn. Men keek niet zo gauw meer op van de jeugd in die tijd, maar niemand had verwacht dat hard drugs zo snel hun intrede zouden doen bij een zo ruim publiek. Het ‘Haus der Mitte’ veranderde in een heroïnecentrum en moest in 1976 gesloten worden. Hiermee werd de rapide stijging in heel Duitsland bekend gemaakt en werd men met de neus op de feiten gedrukt. Het aantal jeugdige verslaafden steeg elke maand met 20 jongeren. Twee procent van hen stierven na een gemiddelde periode van twee jaar. In 1977 haalde het thema opnieuw de voorpagina’s met de dood van Babette D., het jongste slachtoffer tot den toe. Ze was 14 jaar en de beste vriendin van Christiane.

In het begin de zeventiger jaren, toen de massale jeugdrebellie uitgeblust scheen te zijn en de oudere generatie opgelucht constateerde dat de trend van het systematisch protesteren tegen hun leefwereld in populariteit afnam, liep er veelvuldig iets mis tussen beide generaties. De ouderen zagen de nu iets minder opvallende houding van afwijzing te licht in. Blij dat de periode van constante strijd op school, thuis en in universiteiten voorbij was, merkte men niet dat apathie en afzondering over vele jongeren neerstreken. ‘Laat hen maar’, dacht men. ‘Vroeg of laat zullen ze toch beseffen dat ze wel mee moeten functioneren in deze wereld, om niet onder te gaan! Laat ze zich tot dan maar afkeren van de maatschappij en hun eigen jeugdcultuur creëren, zolang ze ons maar met rust laten.’ De distantiering van de jeugd werd geïnterpreteerd als een teken van : ‘laat ons met rust, laat ons alleen.’. In werkelijkheid echter hebben kinderen zoals Christiane zich juist uit teleurstelling van alles afgewend, omdat ze geen menselijke, warme samenleving meer voorgespiegeld kregen, waarin zij zelf in vertrouwen en geborgenheid konden leven. Het grootste deel van Christiane’s lotgenoten heeft ouders gehad die zelf beschadigingen in hun persoon hadden opgelopen in het verleden, en hun innerlijke isolatie, hun gekwetstheid en hun wraakgevoel -onbewust- aan hun kinderen doorgaven.

Het probleem blijft toenemen. Wat men nu wel heeft begrepen, is dat de uitbreiding speciaal onder jongeren van verslavende middelen, niet van buitenaf ontstaat, maar midden in onze maatschappij begint. In onze families, op school, in het uitgaansleven. Het zijn niet alleen marginale situaties of extreme karaktertrekken die naar de drugs doen grijpen, maar een groot aantal met elkaar verweven problemen zoals onderdrukking van opgroeiende en zich ontwikkelende kinderen, ouderlijke crisissen en isolatie en ontvreemding zowel in de familie als op school. Hoe reageert de buitenwereld nu hierop? Nauwelijks. Weinig instanties (scholen, politie, ziekenhuizen) slaan alarm of doen ernstige pogingen iets aan het fenomeen te veranderen. Dit komt mede door te weinig politieke bijstand.

III.GENRE
Het verhaal van Christiane F. is een documentaire roman. Het is de schriftelijke versie van de door haar tijdens haar proces op band ingesproken verklaringen. Het vertelperspectief is dus een getuigende ik-verteller. Er zijn verschillende foto’s bijgevoegd van Berlijnse drugscenes als de Kurfurstendamm, de Potsdamerstrasse en Bahnhof Zoo, en de mensen die daar leven, waaronder verscheidene van Christiane’s vrienden. Ook krijgt men inzage in fragmenten uit haar aanklaagschrift en haar oordeel Het boek vertelt over haar geschiedenis, maar breder gezien is het een bericht over de hele situatie die twintig jaar geleden opkwam. Bijgevolg spelen naast het hoofdthema, drugsverslaving, nog een reeks andere motieven mee, nl. sociale en maatschappelijke problemen (familie, de geest van de jeugd) en criminaliteit. Een steeds terugkerend motief is Christiane’s drang naar warmte, vriendschap en het groepsleven.

IV.STRUCTUUR
Het verslag is doorlopend, zonder indeling in hoofdstukken. Af en toe wordt het onderbroken door bijdragen van o.a. Christiane’s moeder, Jurgen Quandt, leider van het ‘Haus der Mitte’ en G. Ulber, hoofd van de drugsinspectie van Berlijn. Ondanks het feit dat de gebeurtenissen elkaar chronologisch opvolgen en er vrijwel geen spanningsopbouw is, leef je als lezer volop met de personages mee en ben je steeds benieuwd naar het verdere verloop, juist omdat het verhaal door zijn eenvoud zo realistisch overkomt.

V.STIJL
>>Ik was er bang voor weer lichamelijk afhankelijk te worden. Maar als Detlef breed was en ik clean, dan was er geen feeling tussen ons. Dan waren we als vreemden voor elkaar. Ik nam dus het dope dat Detlef mij gaf. En nog terwijl we ons de naald injoegen, zeiden we tegen elkaar dat we elke dag zouden kunnen stoppen als we dat wilden. We zeiden nog dat we nooit meer verslaafd zouden worden toen we er allang weer panisch voor zorgden dat we dope overhielden voor ‘s morgens.>> >>Babsi’s bloed spoot alle kanten op, maar ze trof geen fatsoenlijke ader. Ze begon steeds meer te flippen. Ze brulde: Hier is helemaal geen licht op die verdomde wc. Man, haal wat licht voor mij.>>

De stijl is zeer eenvoudig; de zinnen zijn meestal relatief kort. De woordkeuze is direct, zonder veel versieringen of beschrijvingen. Het verhaal is geschreven in spreektaal en is dan ook doorspekt met typische termen uit de jongeren- en drugswereld.

VI.PERSONAGES
Christiane is een gevoelig, menslievend, open meisje, dat echter goed voor zichzelf weet op te komen. Ze heeft een stille, sensibele kant, maar kan zich ook erg hard opstellen. Op de echtelijke problemen van haar ouders heeft ze opstandig gereageerd. Ze heeft de nieuwe situatie niet aanvaard en keert zich van haar moeder en vooral van diens vriend af. Op school zet ze de boel op stelten en drijft het erg ver met de leraren. Haar verleden thuis heeft haar een stuk harder gemaakt. Daardoor redt ze het op de vaak brutale en meedogenloze scene. Binnenin blijft ze echter steeds een persoon die menselijk contact, waardering en vriendschap zoekt. Ze leeft voor haar vrienden van de scene. Christiane is meer dan gemiddeld intelligent. Haar fouten maakt ze uit naïviteit, door een gebrek aan iemand die haar dezelfde waardering geeft of haar duidelijk maakt waar ze aan begint. Ze is voortdurend op zoek naar ‘de waarheid’ over het leven, ze heeft er behoefte aan te weten hoe alles in elkaar zit. Steeds vindt ze andere mensen van wie ze denkt dat zij het hebben gevonden. Die bewondert ze dan mateloos en volgt hen in hun wereld.

Haar moeder heeft een zeer strenge jeugd gehad. Ook zij leefde gebukt onder de geboden van haar vader. Ze heeft hard gewerkt om haar dochter een beter leven te bezorgen. Christiane wordt dan ook relatief vrij opgevoed. Haar moeder ziet er niets verkeerds in haar te laten uitgaan en is blij dat Christiane vrienden heeft gevonden waarbij ze zich goed voelt. Ze heeft wel haar vermoedens, maar laat die maar al te graag wegredeneren door Christiane’s handige leugens. Ze is bang de waarheid te ontdekken. Wanneer het bewijs haar echter keihard onder ogen is gekomen, zal ze iedere keer weer haar uiterste best doen haar dochter te helpen, ookal weet ze nauwelijks iets af van de wereld waarin zij nu allemaal samen zijn beland.

terug naar inhoud