De werking van lokvoer stoffen

BASIS voor een LOKAAS


Beschuitmeel:Gebroken, vermalen beschuit. Het onderscheid in kwaliteit, is gekoppeld aan de kleur. Is het beschuitmeel licht van kleur, zal de geur identiek zijn aan deze van een fijngewreven beschuit. Hebben we een meer donkere kleur, is het afkomstig van breuk en te hard gebakken beschuiten. Het donkere beschuitmeel ruikt sterker en is volumineuzer dan het lichte. Goed beschuitmeel kan nooit goedkoop zijn. Beschuitmeel heeft een erg laag soortelijk gewicht en is een van de beste ingrediënten voor de basis van een goed lokaas.

Paneermeel:Is hetzelfde als chapelure. De kwaliteit moet gelijk zijn aan deze voor menselijke consumptie. Hoe fijner het paneermeel, hoe meer vreemde bestanddelen er in aanwezig zijn. Heeft een kleiner vochtpercentage dan broodmeel en daarom een lager soortelijk gewicht, dus lichter in gewicht. Ligt tussen broodmeel en beschuitmeel in. Werkt iets klevend. Er is ook gekleurd paneermeel in de handel, rood en geel. Dit gekleurd paneermeel dient om de kleur van het lokaas te beïnvloeden. Droog door het lokaas vermengd, vormt paneermeel een goed werkend bestanddeel, door droge deeltjes die zullen stijgen, water opnemen en daarna weer zullen zakken. Paneermeel doet lokaas sneller uiteenvallen dan broodmeel. Drie produkten die veelal in de basis van elk lokaas gebruikt worden hebben we reeds besproken: broodmeel, beschuitmeel en paneermeel. We weten dat qua gewicht broodmeel het zwaarst is, beschuitmeel het lichtste en paneermeel er tussen in. Wanneer we ze in een bepaalde verhouding gaan mengen kunnen we een basis vormen die aangepast is aan elk viswater. In een lokaas voor ondiep stilstaand water, zullen we de basis zo licht mogelijk houden, wordt het water iets dieper, zullen we de basis verzwaren. Vissen op water met stroming, zullen we de basis weer iets verzwaren en op stromend diep water wordt de basis nog zwaarder. Een goed uitgangsmengsel is: 1 deel beschuitmeel + ½ deel paneermeel + ¼ deel broodmeel.

Polenta: Hier onderscheiden we diverse soorten. Polenta is de versneden maïskorrel. De binnenkant van de korrel (zetmeelgedeelte) valt het eerst uit elkaar en wordt eerst afgezeefd. De kleur van polenta hangt af van de gebuikte soort maïs. (geel, oranje, wit) a. Grove polenta: voor diep, stromend water. Maximaal 20% B. Italiaanse polenta: fijne korrel, geschikt voor ondiep, stilstaand en langzaam stromend water. Is licht kleverig, zal het voer iets verzwaren en toch makkelijk uiteen laten vallen. Maximaal 20% C. Gekookte polenta: door verhitting met stoom heeft de maïskorrel een groter volume gekregen. Daarna wordt de maïskorrel opnieuw gedroogd en versneden. Gekookte polenta is luchtiger en kleveriger dan de gewone polenta. Te gebruiken in een zwaar voer, voor stromend water. Maximaal 20% d. Polentabloem: Is het stuif dat in de zeven achterblijft na de laatste snijbewerking. Wolkt goed en laat het voer snel uiteenvallen. Maximaal in een licht voertje 15%. Maximaal in oppervlaktevoertje 30% Voor stromend en diep water kan men polenta(Italiaanse) op de volgende manier bereiden. Polenta in een pot doen en overgieten met water dat net niet kookt. Laten afkoelen en droog maken met paneermeel. Voor 250 gram polenta gebruiken we 300cc water. Tijdens het overgieten met het hete water wel goed roeren.

BINDENDE en VERZWARENDE Ingrediënten


Aardappelbloem: Hiervoor gebruikt men meestal buitenlandse aardappelen, die gedroogd en zeer fijn vermalen worden. Heeft een hoge zetmeelwaard en een sterk klevende werking. Goede aardappelbloem is licht van kleur. Maximaal 5%

Collant:Is een vermalen paardenbrok. Een samengesteld voer voor renpaarden. Bevat een hoog procent eiwitten. Heeft een welruikend aroma, gevormd door de melasse die gebruikt wordt om de brok samen te houden , die gebakken wordt. Is sterk klevend en vooral gericht op grote vis. Niet geschikt voor een licht voertje. Maximaal 10%.

Leemaarde: Löss, wordt hoofdzakelijk gebruikt om het voer te verzwaren. De gebruikte , vochtige leem dient men eerst door een zeef te drukken. Het best is vochtige leem te gebruiken en deze bij het lokaas te voegen nadat dit volledig klaar is. Indien mogelijk vlak voor het maken van voerballen.

Maïsgluten:Komen vrij na het ontrekken van de kiem en het zetmeel uit de maïskorrel. Zijn geelbruin of bruin van kleur. Gericht op een voer voor grote vis. Hebben een sterk klevende werking en zullen het voer verzwaren. Maximaal 10%.

Maïsmeel:Is het meel van de volledige vermalen maïskorrel. Gebruikt om het voer te verzwaren. Verkrijgbaar in twee kleuren: wit en geel, dit om de uiteindelijke kleur van het lokaas te beïnvloeden. Maximaal 20%.

Rijstsemoule:Ook rijstebloem genoemd. Is fijne rijstegries, afkomstig van de vermalen rijstkorrel. Gebruikt om het lokaas te verzwaren en de kleur lichter te maken. Maximaal 15%.
Wouwbloem:(farine de gaude) Bestaat uit geëxtraheerde(de graankorrels worden met hete stoom bewerkt en gedroogd) graansoorten. Meestal tarwe, maïs of rijst. Deze worden na extraëren fijn vermalen en hebben een klevende werking. Te gebruiken in een zwaar lokaas dat niet vlug uit elkaar mag vallen. Maximaal 10 à 15%.

Ingrediënten die WOLKEN


Manioc:Komt van de cassave, een tropisch gewas. Hoe witter de manioc hoe beter de kwaliteit. Een uiterst fijn meel dat een uitstekende wolkvormer is. Wolkt lang en kleurt het water wit, heeft een hoog visueel effect. Maximaal 10%.

Melkpoeder:Een typische wolkvormer, geschikt voor elk onderhoudsvoer. Geeft een langdurige wolk. Ongeschikt voor stromend water. Heeft een min of meer klevende werking. De melkpoeder uit de hengelsportzaak is met visolie of grasmeel gedenatureerd. Vandaar dat hij iets vettiger is dan deze geschikt voor menselijke consumptie. Maximaal 10%.

Mergel:Een sterke wolkvormer, die goed te gebruiken is in elk lokaas voor ondiep, stilstaand water en in een oppervlakte voertje. Er is ook witte mergel in de handel. Verder wordt mergel gebruikt om kleine vers de vase droog te maken en te bewaren. Mergel wordt droog vermengd nadat het lokaas natgemaakt is. Goede mergel is zo fijn als talkpoeder en mooi diepgeel van kleur. Maximaal 10%.

Werking bevorderende ingrediënten


Aardappelvlokken:Hiervoor worden aardappels gedroogd en gewalst. Vlokken zijn vetter dan bloem. Hebben ook een min of meer klevende werking. Vooral goed in een brasemvoer. De vlokken nemen water op en gaan boven het voer zweven. Aardappelvlokken kan men ook bijmengen nadat het voer reeds nat gemaakt is. De kleur, zwak geel, is bepalend voor de kwaliteit. maximaal 5%.

Arachide puur:Bestaat uit gebroken ongebrande pinda's. Bevat een hoog vetgehalte en bevordert op die manier de werking van het voer. Zeer geschikt voor stromend water. Neemt moeilijk vocht op, doet een lokaas langzaam uit elkaar vallen. Maximaal 5%.

Arachide bruin:Nadat de olie uit de aardnoten (pinda's) werd geperst, wordt de rest vermalen. Omwille van het grote percentage vliesgedeelte krijgen we de roodbruine kleur. Deze kleur is tevens bepalend voor de kwaliteit en het resterende vetgehalte. Hoe donkerder,hoe meer vet de arachide bruin bevat. Neem makkelijker vocht op dan arachide puur en we zullen dan ook meer moeten gebruiken. Maximaal 10%.

Cocosmeel:Is het gemalen schroot van de cocosnoot, overblijvend na de oliebereiding. Heeft een penetrante geur en neemt heel goed vocht op. Zeer geschikt op stilstaand , niet te diep water en gericht op niet al te grote vis. Het is in feite ontvet notenmeel n is daarom lichter van kleur. Hoe lichter het cocosmeel is, des te vetarmer is het. Te licht cocosmeel is waardeloos. Maximaal 20%.

Duivenmest:Verkrijgbaar in twee vormen: gedroogd of vers(ingevroren). Verse duivenmest is te verkiezen boven gedroogde. Vooral de manier van bereiden is voornaam. Duivenmest zetten we steeds onder water, om op die manier alle onzuiverheden te verwijderen. goede duivenmest herkent men aan de gifgroene kleur. We gieten het water af en met een mixer maken we er een homogeen papje van. Het beste is duivenmest vochtig te laten, zodat er na toevoeging van het overige droge lokaas geen extra water dient te worden toegevoegd. Heeft een bindende werking. Zeker te gebruiken in voornvoer. Maximaal 5%.

Hennepzaadmeel:Is de gemalen hennepkorrel(kempzaad). Deze kan grof of fijn vermalen worden. Wanneer we de volle korrel zelf malen, steeds mengen met paneermeel of polenta. Heeft een zeer hoog vetpercentage en een specifieke aantrekkingskracht, vooral op voorn. Zal de werking van het voer sterk bevorderen. Geeft het voer een typische geur. Hennepkorrels kunnen vermalen worden, laten kiemen of poffen. Gemalen hennep kan men op de volgende manier toebereiden. a. Geweekte hennep: Hiervoor malen we de hennep zeer fijn. Eventueel nog extra uitzeven in een fijne keukenzeef. We gieten enkele uren voor we het lokaas klaar maken, kokend water over deze fijngemalen hennep. Laten afkoelen. Zowel het water als de hennep gebruiken om het lokaas aan te maken. Voor stilstaand water. b. Gekookte hennep: We malen de hennepkorrel niet te fijn en zetten ze ruim onder water (er mag zo'n 2 à 3 cm water boven de hennep staan). We laten dit mengsel goed doorkoken tot het water praktisch is verdampt. Na afkoelen nemen we notenmeel en mengen dit met de gekookte hennep tot we een stijf mengsel krijgen. Met een mengsel van beschuitmeel en paneermeel wordt dit papje verder droog gemaakt. Voor stromend water.

Havermout4):Is de gestoomde en geplette haverkorrel. Heeft een sterk bindende werking, zeker wanneer de havermout fijn vermalen is. Nooit gebruiken op stilstaand water. Is havermout grof vermalen, neemt hij moeilijker vocht op, kleeft minder en de deeltjes zullen boven het voer gaan zweven. Gericht op grote vis. Maximaal 12%.

Kiemzaad:Is een mengeling van kiemrijke zaden: hennepzaad, negerzaad, kanariezaad, millet, raapzaad, spurrie, lijnzaad, bauw maanzaad, eventueel aangevuld met anijszaad, tarwe en gebroken rijst. Vier dagen in de week zetten. Zaden die bovendrijven afscheppen en weggooien. Na het weken de zaden nog even doorkoken en spoelen met koud water. Het water afgieten en de nog natte zaden mengen met paneermeel(beschuitmeel). Als het mengsel droog is , zo fijn mogelijk malen. Kan zowel voor stilstaand als stromend water worden gebruikt. Maximaal 25%.

Koolzaadmeel:Gemalen zoet raapzaad. Moet steeds fijn gemalen gebruikt worden. Heeft een erg hoog vetgehalte en een laxerende werking. Wordt het zaad voorgeweekt, zal het kleven. Steeds malen met paneermeel. Kan in een voer voor diep, stromend water hennep vervangen. Maximaal 10%.
Kurkpoeder:Fijngemalen kurkafval. Vermengen nadat het lokaas nat is gemaakt. Geeft explosieve werking aan het voer. Zeker geschikt voor ondiep water. Wordt ook gebruikt om kleine vers de vase los te zetten. Maximaal 25%.

Lijnzaadmeel:Gemalen lijnzaad(vlaszaad. Heeft een hoog vetpercentage en zal hierdoor de werking van het voer bevorderen. Maximaal 5%.

Notenmeel:Bestaat uit de vermalen schilfers van de cocosnoot. Heeft een hoger vetgehalte dan cocosmeel en is daarom donkerder van kleur. De geur is ook veel scherper. Notenmeel gebruiken we op dieper en stromend water. Maximaal 20%.

Oeuillette:Is vermalen of geplet blauw maanzaad. Zou de eigenschap hebben de reaktie van de vis te beïnvloeden door het wantrouwen weg te nemen. In kleine hoeveelheid geschikt voor elk typisch voornvoer. Maximaal 5%.

Sesamzaad:Is het vetste zaad voorhanden. Moet vermalen worden met polenta, paneermeel of broodmeel. Zal de werking van het voer verhogen. Maximaal 5%.

Vismeel:Is niet hetzelfde als haringmeel. De geur van vismeel es scherper en het meel is ook donkerder van kleur. Heeft een zeer scherpe geur en bezit een hoog percentage dierlijk eiwit. Te gebruiken in de winter. Maximaal 5%.

Vleesmeel:Goed vleesmeel, bereid uit de kadavers van dieren, is te herkennen aan de kleur. Moet donkerbruin zijn. Is het licht van kleur, hebben we meestal te maken met vleesbeendermeel, dat minder geschikt is. Te gebruiken in de winter. Maximaal 5%.

Zemelen:Bijprodukt van het walsen van de tarwekorrel. Zowel grof als fijn in de handel. De groffe zemel is de buitenkant van de tarwekorrel. De fijne zemel is het vlies tussen de buitenkant en de kern(bloem) van de tarwekorrel. Nemen goed vocht op en dienen om het voer luchtiger en licht te maken. Vergroten het volume van het lokaas. Zeer geschikt in een oppervlaktevoertje en een lokaas voor stilstaand water. Kunnen ook droog door het reeds natgemaakte lokaas vermengd worden. Hebben we een lokaas te nat gemaakt, kunnen we dit verhelpen door zemelen bij te voegen.

Zavel:Grondsoort die qua eigenschappen tussen leem en mergel zit. Heeft een donkere, dieporanje kleur. Men moet zavel vochtig bewaren en voor gebruik zeven. Is licht wolkvormend. Een lokaas van zavel, paneermeel en kleine vers de vase, kan op stilstaand water dodelijk zijn. Geschikt als basis van een onderhoudsvoer.

GEURSTOFFEN


Anijszaadmeel:Is de gemalen anijszaadpit. De beste kwaliteit komt van steranijs. Vijfmaal sterker in geur dan het Spaanse anijszaad(anis vert). De kleur moet diep roodbruin zijn. Zeker te gebruiken in een oppervlaktevoer en wanneer er kleine vis gevangen moet worden. Maximaal 5%.

Coriander:Geurstof gebruikt voor dieper, stromend water, gericht op het lokken van brasem. Het beste is de volle korrel te nemen en deze met een produkt van de basis te vermalen(paneermeel, broodmeel). Maximaal 5%.

Fenegriek:Geurstof gericht op brasem. te gebruiken op dieper water. Maximaal 5%.

Karwijzaad:Geurstof met een scherpe, indringende geur. Te gebruiken op dieper water en waar grote vis gevangen dient te worden. Maximaal 5%.

Venkelzaad:Allround geurstof met een aantrekkelijke geur. Te gebruiken in een voornvoer. De zaden kunnen met paneermeel vermalen worden. Maximaal 2 à 3%

.SMAAKSTOFFEN


Vanille(koekjes):Dit zijn fijn vermalen koekjes, zoals Petit Beurre en Marie. Is zoet, neemt goed water op en kleeft. De kwaliteit is te herkennen aan de kleur. Koekjesmeel of vanille dient egaal van kleur te zijn, donker geel tot licht oranje. Gericht op brasem. Maximaal 10 à 15%.

Melasse vloeibaar:Is het stroopachtige bruine residu van de suikerbereiding met typische geur en zoete smaak. De nodige hoeveelheid kan in het water nodig voor het natmaken van het voer opgelost worden. Maximaal 5%.

Johannesbroodmeel:Is de gebroken en vermalen vrucht van de Johannesbroodboom. Bevat een hoog percentage zetmeel en suikers, vandaar de zoete smaak. Kan copra-melasse vervangen. Men zou het eveneens gezoet broodmeel kunnen noemen. Geschikt voor brasemvoer. Maximaal 10%.

Copra-melasse:Copra is het witte vruchtvlees van de cocosnoot. Na olie-extractie blijft er, naargelang de bereidingsmethode, cocos- of notenmeel over. Om de melasse, een restprodukt van de suikerbereiding op te zuigen, wordt cocosmeel gebruikt, vandaar de naam copra-melasse. Goede copra-melasse is donker van kleur, geurt sterk en kleeft. Vandaar dat het niet makkelijk is het homogeen door het voer te mengen. Gericht op brasem. Kan eventueel notenmeel vervangen. Maximaal 15%.

Bloedpoeder:Een zuiver donkerrood fijn poeder. Is de kleur donker, naar het zwarte toe, dan bevat bloedpoeder veel onzuiverheden. Mag slechts in een kleine hoeveelheid door het lokaas vermengd worden, omdat het zich snel in het water verspreidt. Komt het best tot zijn recht in de winter. Maximaal 3%.

Biscuitmeel:Gemalen ijscowafels. Ook in de handel onder de naam "Galette". Biscuitmeel is licht, heeft een sterke geur en een klevende werking. Neemt moeilijk vocht op en wanner er teveel van gebruikt wordt, zal het lokaas te licht worden. Op stilstaand water mag iets meer gebruikt worden dan op stromend water. Maximaal 5 à 10%.

Email: sigo_roza@hotmail.com