Construeren en redeneren
Trefwoorden
middelloodlijn, scherphoekige driehoek, stomphoekige driehoek,
loodlijn, hoogtelijn, hoogtepunt, deellijn, Z-figuur, F-figuur,
middenparallel, zwaartelijn, zwaartepunt
inhoud van dit hoofdstuk
De introductie van de bijzondere lijnen in een driehoek en de
eigenschappen van hoeken staan in dit hoofdstuk centraal. Zo komen de
middelloodlijn, de hoogtelijn, de deellijn, de middenparallel en de
zwaartelijn aan bod. Bij constructies komt het redeneren met de
eigenschappen van meetkundige figuren naar voren. Alle meetkunde uit klas
1 en klas 2 wordt in dit hoofdstuk gebruikt.
In de Plusparagraaf krijgen de ingeschreven en de omgeschreven cirkel
aandacht. Dat zullen leerlingen als vrij lastig ervaren want het gaat om
abstract geformuleerde problemen.
Door de wijzigingen in de tweede fase is voor
leerlingen die naar het vwo gaan, het belang van redeneren toegenomen. In
deel 3 vwo komt daarom nog een hoofdstuk waarin het meetkundig redeneren
veel aandacht krijgt.
Werken met dit hoofdstuk
Instap Tekenen
Het is een verrassende ontdekking dat een timmerman met
een tekenhaak een figuur kan construeren die op een cirkel lijkt.
Vervolgens beredeneren dat de ontstane figuur inderdaad een cirkel is,
geeft een mooie inleiding op dit hoofdstuk.
10.1 Middelloodlijn
Na het vastleggen van het begrip middelloodlijn volgt de
constructie van de middellloodlijn. Daarna blijkt dat de drie
middelloodlijnen in een driehoek door één punt gaan. Omdat het makkelijk
is de situaties in rechthoekige, scherphoekige en stomphoekige driehoeken
apart te bekijken worden de laatste twee begrippen vastgelegd.
10.2 Hoogtelijn
Dat de hoogtelijnen in een driehoek ook door één punt
gaan, kan op een elegante manier aangetoond worden. Daarvoor wordt om de
driehoek waar de hoogtelijnen in getekend zijn op een speciale manier een
andere driehoek getekend. De hoogtelijnen van de eerste driehoek zijn dan
de zwaartelijnen in de tweede driehoek geworden. Dankzij het resultaat uit
de eerste paragraaf is het bewijs nu geleverd.
10.3 Deellijn
De opbouw van de eerste paragraaf is hier terug te
vinden. Eerst het begrip deellijn vastleggen, dan de deellijn construeren
en vervolgens beredeneren dat de drie deellijnen in een driehoek door één
punt gaan.\
10.4 Middenparallel
Hier worden F-figuren en Z-figuren bekeken met de daarbij
horende paren gelijke hoeken. In een driehoek waarin een middenparallel
getekend wordt, komen ook paren gelijke hoeken voor. Daarmee zijn wat
berekeningen mogelijk.
10.5 Zwaartelijn
Door het hoekpunt van een driehoek kun je een lijn tekenen
waardoor de driehoek op je vinger kan balanceren. Intuïtief denken veel
leerlingen dat die lijn de deellijn van de hoek is, maar het blijkt de
zwaartelijn te zijn. Dat de zwaartelijnen in een driehoek ook door één
punt gaan zal voor niemand meer een verrassing zijn. Dat het zwaartepunt
een zwaartelijn verdeelt in stukken die zich verhouden als 2 : 1 is wel
opmerkelijk.
+ Bijzondere cirkels
Een aardige inleiding op deze paragraaf kan gevonden worden door een
cirkel op het bord te tekenen. Teken daarin een rode driehoek en teken er
een blauwe driehoek omheen. Vraag dan aan de leerlingen waar het
middelpunt van de cirkel zal liggen. Ligt dat bij het snijpunt van de
middelloodlijnen, de hoogtelijnen, de deellijnen of de zwaartelijnen van
de rode driehoek of ligt het ergens anders? En hoe zit het met de blauwe
driehoek? Na deze intrigerende vragen zullen leerlingen leergierig de
opdrachten van deze paragraaf willen gaan maken.
|
Bezuinigen
of inhalen |
Paragraaf |
bezuinigen |
inhalen |
10.1 |
1,4 |
2,3,5,6 |
10.2 |
7,11,12 |
8,9,10,13 |
10.3 |
14, 17,19 |
15, 16,
18, 20 |
10.4 |
21,25 |
22, 23,
24, 26, 27 |
10.5 |
28,31 |
29, 30,
32, 33, 34 |
Plus |
P-2 |
P-1, P-3,
P-4, P-5, P-6, P-7 |
|