Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!
10. Nandabala's cadeau

Zijn moed was ongebroken maar zijn onbegrensde geest leidde hem tot de beslissing dat hij van nu af aan goede voeding nodig had. In voorbereiding op zijn eerste maaltijd baadde hij zich in de Nairanjana rivier. Nadien beklom hij moeizaam en met pijn de oever, en de bomen aan de kant bogen eerbiedig hun takken om hem een helpende hand te bieden. Door de inspanning van de goden liep daar Nandabala, dochter van de opzichter van de schaapherders, met haar hart barstend van vreugde. Ze leek op het schuimende blauwe water van de rivier de Yamuna, met haar blauwe jurk en haar armen bedekt met oogverblindende witte schelpen. Toen ze hem zag werd haar vrolijkheid versterkt door haar geloof en haar lotusogen vielen open, ze boog voor hem neer, en vroeg hem om melkrijst van haar aan te nemen. Dat deed hij en zijn maaltijd was het meest vruchtbare moment van haar leven. Voor zichzelf echter kwam hij op kracht om verlichting te vinden. Nu zijn lichaam was gevoed werd het lichaam van de Wijze weer geheel rond. Maar de vijf bedelmonniken verlieten hem want het scheen hun toe dat hij nu het heilige leven de rug had toegekeerd - zoals ook in het Samkhya systeem de vijf elementen de denkende ziel verlaten als dat eenmaal is verlicht. Alleen vergezeld door zijn besluit liep hij naar de voet van een heilige vijgenboom, waar de grond was bezaaid met groen gras. Want hij had besloten dat hij snel de verlichting zou winnen.

Het onvergelijkbare geluid van zijn voetstappen maakten Kala wakker, een slang met een hoge rang die zo sterk was als een koningsolifant. Hij was zich bewust van het besluit van de Wijze en zei de volgende lofrede: "Je voetstappen, O Wijze, klinken zoals de donder in de aarde weerklinkt; het licht dat je lichaam uitzendt straalt als de zon; geen wonder dat je vandaag de vrucht proeft van je verlangen! De wolken van blauwe raven eren je door je alleen de rechterzijde te tonen; de lucht is vol milde briesjes: het is zeker dat je vandaag een Boeddha wordt."

De Wijze reageerde daarop door vers gras te halen bij een grasmaaier en, toen hij de voet van de zeer grote boom had bereikt, neer te zitten en een belofte te maken om verlichting te vinden. Hij zat in de houding met gekruiste benen, de beste van alle houdingen omdat hij zo stabiel is met de dijen zo massief als een slapende slang. En hij zei tot zichzelf: "Ik zal deze positie niet veranderen zolang ik niet heb gedaan wat ik moet doen." Toen voelden de bewoners van de hemelen zich gelukkig en de dieren en de vogels maakten geen geluid, en zelfs de bomen stopten met ruisen als de wind hen bewoog: want de Heer zat neer met een besloten geest.

Verder