Tien
meest gestelde vragen aan OR-wijzer
Klik door op
de vraag die u beantwoord wilt zien.
In
een bedrijf zijn meer dan 50 personeelsleden werkzaam en is
geen OR ingesteld. Is dit bedrijf strafbaar zonder OR en is
er een instantie die dit controleert ?
De instellingsgrens van 50 in de onderneming werkzame
personen (artikel 2 WOR) is aan de orde. Dit betekent dat de
ondernemer, die de betrokken onderneming in stand houdt
verplicht is om een ondernemingsraad in te stellen. De
ondernemer moet dus verkiezingen organiseren. Als er zich
geen kandidaten voor een OR-lidmaatschap aanmelden, dan
heeft de ondernemer aan zijn verplichting voldaan. Hij
handelt dan niet in strijd met de wet door geen OR te
hebben. Dit betekent overigens niet dat de werkgever dan
voorgoed van de verplichting af is. Zou de ondernemer geen
actie meer ondernemen om een OR in te stellen, dan kan op
grond van artikel 36 lid 1 WOR iedere belanghebbende zich
tot de kantonrechter wenden met het verzoek de ondernemer te
verplichten invulling te geven aan de genoemde
instellingsplicht.
Een
voltallige OR treedt af, omdat de zittingsperiode van drie
jaar is beëindigd. Zij stellen zich geen van allen meer
kandidaat voor een nieuwe periode. Er hebben zich nog geen
nieuwe kandidaten gemeld. Het is dus mogelijk dat er
binnenkort geheel geen OR meer zal zijn. Hoe moet het nu
verder met bijvoorbeeld nieuw instemmings- en
adviesonderwerpen?
In de beantwoording van de vorige vraag is weergegeven wat
de verplichting van de werkgever is, ten aanzien van de
instelling van een OR. Wanneer er geen OR meer functioneert,
kunnen ook de in de WOR genoemde bevoegdheden niet worden
uitgeoefend, omdat die bevoegdheden slechts toekomen aan een
OR. Met de OR verdwijnen dus zijn bevoegdheden. Het spreekt
vanzelf dat de consequentie voor de werknemers is, dat hun
collectieve belangen minder goed kunnen worden behartigd.
Het is dus verstandig informatie te verschaffen omtrent
dergelijke consequenties aan de personeelsleden, indien er
geen OR meer zal worden ingesteld.
Een
OR stelt in z'n geheel, als gevolg van een slecht
overlegklimaat met de bestuurder, vlak voor de nieuwe
verkiezingen de zetels beschikbaar. De directie schrijft
nieuwe verkiezingen uit. Daarnaast komt zij met een geheel
nieuw voorlopig reglement. Is het OR-reglement in deze
situatie komen te vervallen ?
Een voorlopig reglement wordt gebruikt om de verkiezingen
voor een eerste ondernemingsraad te kunnen houden (artikel
48 WOR). Daarna is het maken en wijzigen van een reglement
de taak van de OR (artikel 8 WOR). Eén van de
onderwerpen in het reglement betreft de inrichting van de
verkiezingen, de kandidaatstelling en dergelijke. Er is nu
al een OR. Dit betekent dat de ondernemer aan de hand van
het bestaande reglement nieuwe verkiezingen dient te
organiseren. Het opstellen van een voorlopig reglement is in
deze situatie in strijd met het systeem van de WOR.
Een
onderneming zit midden in een reorganisatieproces, waarover
de OR op korte termijn advies moet uitbrengen. De
zittingstermijn van de OR loopt binnenkort af. Er moet dus
een nieuwe OR worden gekozen, nog voordat het advies kan
worden uitgebracht. Om die reden wil de OR zittingstermijn
verlengen zonder verkiezingen te houden. Kan dat in de
gegeven omstandigheden?
De OR heeft het mandaat van de kiezers gekregen voor lopende
zittingstermijn. Artikel 12 lid 1 WOR schrijft voor dat de
leden van de OR om de drie jaren tegelijk aftreden. Het
gevolg daarvan is, dat een verlenging van de zittingstermijn
van de OR in een eventuele beroepsprocedure bij de
Ondernemingsraadkamer in deze situatie zeer waarschijnlijk
niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Arbeidstijdenwet
kent standaard- en overlegnormen. De laatste normen zijn
ruimer dan de eerste. Wanneer zijn de overlegnormen van
kracht ?
De standaardnormen is elke werkorganisatie verplicht te
hanteren. De toepassing van de (ruimere) overlegnormen is
uitsluitend toegestaan als dit is overeengekomen in een
collectieve regeling tussen werkgever en werknemers. Dat kan
zijn in een CAO of publiekrechterlijke rechtspositieregeling
(voor ambtenaren). Is geen CAO of ambtenarenregeling van
toepassing dan dient de bestuurder rechtstreeks met de OR
zaken doen.
Mag
de Ondernemingsraad ook ongevraagd met advies komen aan de
bestuurder?
Het ongevraagd doen van voorstellen door de OR staat
vrij.
Kan
de OR besluiten dat een bepaalde zaak geheim wordt gehouden
en dus de eigen leden een spreekverbod opleggen?
Het is aan de OR zelf om te bepalen of sommige zaken naar
buiten toe mogen. Wel dient rekening te worden gehouden met
een eventueel door de bestuurder opgelegde
geheimhoudingsplicht op grond van artikel 20 van de
WOR.
Voor
onze OR worden nieuwe verkiezingen gehouden. Wie zijn de in
de onderneming werkzame personen en hebben deze allen
kiesrecht?
Op grond van artikel 1 lid 2 WOR zijn in de onderneming
werkzame personen diegenen die een arbeidsovereenkomst of
aanstelling hebben met de ondernemer en ook feitelijk
werkzaam zijn in de onderneming. Daarnaast worden enkele
groepen beschouwd als in de onderneming werkzame personen.
Dit staat in artikel 1 lid 3 van de WOR. Tot de in de
onderneming werkzame personen worden beschouwd, die
werknemers die wel een arbeidsverhouding hebben met de
onderneming maar in die onderneming niet feitelijk werkzaam
zijn (bijvoorbeeld uitgeleend aan een andere onderneming).
Daarnaast worden sinds 1 januari 1999 uitzendkrachten
beschouwd als in de onderneming werkzame personen, indien ze
24 maanden in de onderneming gewerkt hebben. Vervolgens
hebben van de in de onderneming werkzame personen actief
(recht om te kiezen) en passief (recht om gekozen te worden)
kiesrecht op het moment dat zij voldoen aan het
diensttijdcriterium dat in het OR-reglement is vastgelegd.
Als hierover niets is vastgelegd geldt de WOR . Deze regelt
in artikel 6 lid 2 en 3 dat iemand actief kiesrecht heeft na
6 maanden en passief kiesrecht na 12 maanden.
Heeft
een uitzendkracht het recht om mee te stemmen bij de
verkiezingen voor de Ondernemingsraad?
Ja, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die bij het
antwoord op de vorige vraag zijn gegeven.
Wij
hebben verkiezingen gehouden volgens een integraal
kiessysteem met een lijsten stelsel. Hoe vertalen wij de OR
verkiezingsuitslag in een zetelverdeling?
Nadat het
totaal aantal uitgebrachte (geldige) stemmen zijn geteld
volgt de zetelverdeling. Deze kent twee stappen
1. Verdeling van de zetels over de lijsten
2. Benoeming van de kandidaten op lijstzetels
ad 1. verdeling van de zetels over de lijsten. Eerst wordt
de kiesdeler bepaald. Deze wordt vastgesteld door het totaal
aan uitgebrachte (geldige) stemmen te delen door het aantal
beschikbare zetels in de OR. Vervolgens worden de zetels
verdeeld over de lijsten door de uitgebrachte stemmen op de
betreffende lijst te delen door de kiesdeler. Vervolgens kan
het zijn dat niet alle zetels te verdelen zijn, omdat er
niet genoeg stemmen per lijst overbleven voor het (nogmaals)
halen van de kiesdeler. De overgebleven stemmen zijn
reststemmen. De overgebleven zetels zijn restzetel(s). Deze
zetel(s) word(en) achtereenvolgens toegewezen aan lijst(en)
met de meeste reststemmen.
Ad 2. Benoeming
van de kandidaten op toegewezen lijstzetels. De hoofdregel
is dat de zetels worden toegewezen aan de kandidaten die het
hoogst op de lijst staan. Indien in de onderneming is
afgesproken dat er een systeem van voorkeurstemmen wordt
toegepast, dan wordt in het OR-reglement aangegeven wanneer
een kandidaat op basis van voorkeurstemmen in de OR zitting
kan nemen. In deze situatie zullen de voorkeurkandidaten
eerst een zetel krijgen. Als er dan nog zetels te verdelen
zijn, kunnen deze worden opgevuld door kandidaten die het
hoogst op de lijst staan.
|