<< Terug naar overzichtspagina

 

Theophiel Billiet        X Rumbeke 01/05/1891          Emma Maria Anne

(fs Bruno  X  Ludovica De France)                                      (fa Antoon  X  Marie Louise Duthoo)

° Rumbeke 01/09/1869                                               ° Roeselare 14/04/1871

+ Torhout 18/06/1947: 78 jr                                        + Roeselare 28/12/1901: 30 jr

 

 

            Kinderen Billiet uit 1-ste huwelijk:

            1. Emilius Joseph        ° Roeselare 05/06/1893

                                                + Roeselare 23/03/1895: 2 jr

            2. Arthur Valeer          ° Roeselare 21/07/1894

                                                + Roeselare 19/10/1894: 3 mnd

            3. René Joseph           ° Roeselare 30/07/1895

                                                + Torhout   19/04/1962: 66 jr

                                                X Hamme 24/04/1919  Maria Joanna Margareta Geldof

            4. Maria Margareta      ° Roeselare 31/01/1897

                                                + Roeselare      1902: 6 jr

            5. Constant Cyriel       ° Roeselare 22/04/1898

                                                + Brussel  07/10/1958: 60 jr (beroerte)

                                                ongehuwd

            6. Martha Margareta   ° Roeselare 26/11/1899

                                                + Roeselare 28/03/1900: 4 mnd

            7. Sara Lucia               ° Roeselare       1901

                                                + Roeselare  31/03/1904: 3 jr

 

 

Theophiel Billiet        XX Roeselare 1902                 Elisa Celina Anne

                                                                                                                (fa Joannes  X  Romanie Moerman)

                                                                                    ° Roeselare 10/11/1873

                                                                                    + Roeselare 11/05/1940: 66 jr

 

 

            Kinderen Billiet uit 2-de huwelijk:

            1. Paula Ivonna           ° Roeselare 04/01/1903

                                                + Roeselare 01/04/1904: 1 jr

            2. Hilair Antoon Leo   ° Roeselare 17/01/1905

                                                + Roeselare      1906: 1 jr

            3. Irma Magdalena      ° Roeselare 21/11/1906

                                                + Roeselare 02/04/1912: 5,5 jr

 

 

            Doopgetuigen van de kinderen:

                                René : René Ceuninck en Philomena Anne (zus van Elisa Anne).

                                Constant Cyriel : Constant Defrance en Eulalie Duthoo.

 

 

            Adressen:

                                1891 tot 1898: Spinnersstraat in Roeselare

                                1899 tot 1902: Meense heerweg in Roeselare, (Op de wijk 't Hof van Henneken)

                                1902 tot 1903: Yperstraat in Roeselare, herberg "De stad Gent"

                                1903 tot 1917: Schoolstraat, herberg "De Spiegel"

                                okt 1917 tot 1918: Hamme, Oost-Vlaanderen

                                1918: Ardooyesteenweg in Roeselare

                                ~1919 tot 1945: Kattestraat 61 Roeselare

1945 – 1947: Spinneschoolstraat Torhout

 

 

            Theophiel Billiet begon te werken bij zijn vader die wever was. Toen hij huwde (21 jaar oud) was Theophiel volgens zijn trouwakte "fabriekswerker". Hij werkte in een weverij, en op de meeste aktes uit de eerste 10 jaar na zijn huwelijk werd zijn beroep nader omschreven als "ketenscheerder" (iemand die de schering legt, de lengtedraden van een weefsel op de boom spant).

Theophiel kon vlot en sierlijk schrijven, maar zijn vrouw Emma, haar vader en de beide ouders van Theophiel "teekenen niet uit onkunde" op de huwelijksakte.

 

Theophiel's eerste vrouw Emma Maria Anne was een dochter uit een gezin van 8 kinderen van Antoon Anne, een wever. Die was afkomstig uit Roeselare, maar hij was fabriekswerker te Haubourdin in noord-Frankrijk, een gemeente nabij Rijsel. Haar moeder Marie-Louise Duthoo was reeds gestorven (07/02/1877) toen Emma pas zes jaar oud was.

Een broer van Emma's moeder was vele jaren soldaat in een Franse kolonie in Indië, waar hij ook gestorven is.

Emma had, voor haar huwelijk, enige tijd in noord-Frankrijk gewoond, samen met haar vader. De huwelijksakte vermeldt zelfs dat de huwelijksafkondigingen en aanplakkingen plaats vonden zowel in Roeselare als in Haubourdin.

 

Theophiel en Emma gingen wonen in de Spinnersstraat in Roeselare, dezelfde straat waar Emma destijds geboren was.

Op de geboorte-akte van het eerste kind in het gezin van Theophiel staat als beroep van Emma: "bobijnster". Ze werkte dus ook in een weverij of spinnerij, waar ze voor het beheer van de bobijnen instond. Vanaf het tweede kind bleef ze thuis en werd ze "huisvrouw, zonder bedrijf" genoemd.

 

De geboorten volgden elkaar bijzonder snel op. Na 7 geboorten op 10 jaar huwelijk, stierf Emma. Ze was slechts 30 jaar oud geworden.

Totdat Theophiel hertrouwd was, verbleven de 4 kinderen die toen nog in leven waren bij een tante van Emma: Eulalie Duthoo. Theophiel moest immers werken, en de kinderen waren nog erg klein.

 

            Volgens oude familieroddels was het op de begrafenis van Emma, tijdens het terugkeren van het kerkhof, dat iemand uit de familie Theophiel ging troosten met de woorden: "Ge moet er nie mee in zitten, trouwt gie met uze Liza". Een troost waar Theophiel oren naar had.

Reeds enkele maanden na de dood van Emma, hertrouwde Theophiel met haar nicht Elisa Celina Anne. Ze was de dochter van Joannes Anne en Romanie Moerman, die minstens 6 kinderen groot brachten. Joannes Anne was bij de geboorte van Elisa een "vuurmaker" van beroep, wellicht een stoker van de stoommachines in een fabriek.

Er was in de familie wel wat geroddel over de snelle hertrouw van Theophiel en het feit dat er reeds gekoppeld werd tijdens de begrafenis zelf.

Uit dit tweede huwelijk van Theophiel werden nog 3 kinderen geboren.

 

Theophiel kende veel tegenslagen in het gezinsleven. Zijn eerste vrouw stierf reeds op 30-jarige leeftijd, en van zijn tien kinderen uit beide huwelijken samen, werden er slechts twee volwassen. De overige acht stierven in de kinderjaren, waarvan zelfs twee op twee opeenvolgende dagen: op Witte Donderdag en Goede Vrijdag 1904 stierven Sara (3 jaar) en Paula (1 jaar). Uit zijn tweede huwelijk bleven er geen kinderen meer over.

 

Samen met Elisa hield Theophiel een paar jaren een herberg "De stad Gent" open in de Yperstraat in Roeselare, en daarna ook lange tijd (vanaf 1903 tot 1917) een andere herberg: "De Spiegel", in de Schoolstraat.

Dit was een bijverdienste die door Elisa uitgebaat werd, want als beroep werd voor haar steeds "herbergierster" genoteerd.

In 1910 werd hun herberg even vernoemd in een krantenartikel van de Gazette van Brugge (van 07/12/1910). Er was toen een “velo ongeluk” gebeurd in de Schoolstraat waarbij de fietser verwond raakte. De krant vermeldde: “Men droeg hem binnen in “De Spiegel” bij M. Theophiel Billiet, binst dat er een match plaats had tusschen twee champions in een overdekte tra aldaar.” Theophiel had daar dus een overdekte bollingbaan of kegelbaan, waarmee hij volk aantrok naar zijn café om hen op een sportieve manier te animeren.

Theophiel werkte zich ondertussen, vanaf 1903, op tot "meesterknecht" in de weverij Moerman in de streek van Roeselare. Rond 1907 werkte hij in de weeffabriek "Van Gheluwe" in de Zuidstraat te Roeselare. Ook zijn beide zonen konden daar aan de slag.

 

            Tijdens de eerste wereldoorlog was het front niet zo ver verwijderd van Roeselare, en in oktober 1917 kwam er een beschieting van de stad. Hierop werd Roeselare ontruimd. Theophiel en zijn gezin vonden een vluchtoord in het Oost-Vlaamse Hamme. Een tante, Elodie Anne, vluchtte met haar gezin naar Lier, evenals tante Eulalie Duthoo die vroeger voor de kinderen had gezorgd na de dood van Theophiels eerste vrouw. Een andere oude en ziekelijke tante, Coleta Duthoo, werd op een trein gezet die speciaal ingelegd werd voor bejaarden en bedlederige zieken, en werd zo naar het Oost-Vlaamse Eksaarde gebracht, nabij Lokeren. Daar stierf ze een klein jaar later aan haar ziekte, eenzaam en afgezonderd van alle familie. Pas na de oorlog kwam de familie haar overlijden te weten.

In Hamme verbleven nog veel Roeselaarse vluchtelingen. Theophiels zoon René leerde daar zijn aanstaande vrouw kennen, die er ook als vluchtelinge uit Roeselare verbleef.

 

            Na de bevrijding zijn Theophiel en Elisa terug naar hun café gegaan dat ongeschonden uit de oorlog kwam. Maar daar bleef hij niet lang wonen om reden van zijn nieuw werk. Theophiel had eerst tijdelijk een handel in hout gedreven, maar vond daarna werk in de weverij "Facon-Verhaeghe" in Roeselare. Hij bekleedde daar zelfs één van de hoogste verantwoordelijke bestuursfuncties. Op de huwelijksakte van zijn zoon René in 1919 werd Theophiels beroep benoemd met "fabrieksbestuurder". Hij moet een bekwaam persoon geweest zijn die zich langzaam had opgewerkt van arbeider tot directieniveau.

Door zijn werk als bestuurder mocht hij geen herberg meer open houden, want het werd ongepast bevonden om overdag directeur te zijn en ’s avonds het werkvolk te bedienen achter de toog; en dus verhuisden ze. Na een korte woonst in de Ardooyesteenweg, vestigde Theophiel zich in de Kattestraat, de straat waar Elisa geboren was.

 

            Elisa stierf in de eerste dagen van de tweede wereldoorlog, na een ziekte van 4 maanden.

Uit de nalatenschapsaangifte der belastingen die na haar dood werd opgesteld, blijkt dat Theophiel en Elisa geen enkele onroerende eigendom bezaten, dus ook geen eigen huis. Ze hadden steeds gehuurd.

Er werden slechts wat bescheiden roerende waarden aangegeven. Of zo’n successie-aangifte waarheidsgetrouw was, kan er uiteraard niet uit opgemaakt worden, maar grote rijkdom zal het wel niet geweest zijn. Elisa's erfenis ging volledig naar haar 16 neven en nichten, omdat ze zelf geen rechtstreekse nakomelingen meer had. Dit kon ook al een reden zijn voor Theophiel om de nalatenschap te minimaliseren.

 

            Theophiel zelf is 8 jaar later in 1947 gestorven aan darmkanker, op 78-jarige leeftijd. De laatste jaren van zijn leven, woonde hij bij zijn zoon René in Torhout. Zijn meubels waren bij de verhuis in 1945 verkocht in een venditie voor 5178 Fr.

Zijn doodsprentje somt enkele karaktertrekken op van Theophiel:

"Hij was een man van plicht, overal: thuis, op zijn werk, in zijn betrekkingen met den naaste.

Een innemende zachtzinnigheid en eenvoud kenmerkten zijn bestaan."

Er werd ook benadrukt dat hij diep gelovig was.

Zijn doodsprentje bevat ook nog een soort dank- en afscheidswoord vanwege Theophiel waarin onder andere volgend zinnetje staat: "Bewaart mijn aandenken in eere". Het weze met deze stamboom volbracht.

 

 

 

Toelichting:

De beschieting van Roeselare vanaf oktober 1917, werd door de geallieerden (de Engelsen) uitgevoerd. In die maand begonnen de geallieerden de slag om Passendale. Om de aanval meer slaagkansen te geven, werden de aanvoerroutes van de Duitsers bestookt, zowel met vliegtuigen als met kanonnen. Hiertoe hadden de Engelsen achter de frontlinie langeafstandsgeschut opgesteld, waarmee ze over het front heen, kilometers ver schoten. Roeselare lag op ongeveer 15 km van het front en het was een doelwit, omdat het een knooppunt was van wegen, spoorwegen en een klein kanaal. Bovendien was Roeselare een kampplaats voor de Duitse troepen als laatste garnizoensstad voor de frontlinie. Tegen het einde van de oorlog waren zowat tweederden van de woningen in Roeselare vernield of zwaar beschadigd.

De Duitsers van hun kant hadden ook langeafstandsgeschut, zelfs nog beter dan de Engelsen. Zo hadden ze in Koekelare een grote bunker gebouwd met daarin een superkanon de “Lange Max”. Daarmee beschoten ze vanuit Koekelare de noord-Franse havenstad Duinkerke, 40 km ver.

 

 

Bronnen:

-          Burgerlijke stand Rumbeke, Roeselare, Hamme (huwelijk René Billiet in 1919).

-          Registratiekantoor der belastingen te Roeselare: Belasting-aangifte der nalatenschap van Anne Elisa Celina, aangifte nr 264, van datum 21/11/1940.

-          Registratiekantoor der belastingen te Torhout: vermelding op 18/03/1945 van een "Venditie van mobilaire voorwerpen" op naam van Theophiel Billiet voor een totale prijs van 5178 Fr.

-          Er werd geen successieaangifte ingediend na de dood van Theophiel Billiet (nazicht in het registratiekantoor van Torhout).

-          Krantenartikel in de Gazette van Brugge van 07/12/1910: velo ongeluk in de Schoolstraat met vermelding van herberg “De Spiegel

-          Doodsprentje van Theophiel Billiet.

-          Familie-album geschreven in 1944 door René Billiet, zoon van Theophiel.

-          Familieherinneringen van kinderen van René Billiet.

 

<< Terug naar overzichtspagina