<< Terug naar overzichtspagina

 

Charles Louis Billiet             X Lendelede 05/07/1870       Ida Sophia Feys

(fs Florentinus  X  Julia van Severen)                                                            (fa Fidelis Constantius  X  Melanie Duhamel)

° Aarsele 21/07/1843                                                             ° Lendelede 13/07/1844

+ Torhout 02/10/1904 : 61 jaar                                             + Torhout 24/08/1902 : 58 jaar

 

Kinderen Billiet:

 

1. Cyrille Norbert

° Komen 29/04/1871
X Torhout 29/05/1894  Emerence Rosalie Dewandeler

2. Frederik Guilielmus

° Komen 02/01/1873
+ Komen 09/01/1873 : 7 dgn

3. Celina Maria Clothildis

° Ingelmunster 18/02/1874
+ Wevelgem 13/03/1879 : 5 jr

4. Arthurus Carolus Florentinus

° Wevelgem 17/09/1875
X Strombeek-Bever 31/01/1905  Maria Ludovica Vandenbroeck

5. Maria Filomena Josephina

° Wevelgem 28/03/1877
+ Laken 07/07/1923 : 46 jr
X Torhout 09/05/1905  Omer Amand Elslander

 

6. Adhemar Petrus

° Torhout 14/09/1887
+ Sint Michiels Brugge 24/11/1957 : 70 jr
X  Agnes Elslander

 

Adressen:

1871-1873: Komen

1874: Ingelmunster

1875-1879: Moorseelestraat 67 te Wevelgem

Vanaf 1887: Brugsche Steenweg 7 te Torhout

 

 

 

Gezinsvader Charles Louis was geboren als onwettig kind onder de familienaam Van Severen, maar hij werd later gewettigd en veranderde daarbij van familienaam naar Billiet.

Bij zijn huwelijk was hij “bedienden van den ijzeren weg, met de daad wonende te Comen ( Belgie ) en van rechte gehuisvest te Thielt”. Zijn officieel domicilie was dus nog thuis in Tielt, maar in werkelijkheid woonde hij in Komen.

Zijn vrouw Ida Sophia Feys was een “landbouwster” uit Lendelede.

 

Als spoorwegbediende heeft Charles Louis met zijn gezin in meerdere gemeenten gewoond. Na enkele jaren in Komen, woonden ze onder andere in Ingelmunster, Wevelgem en Torhout.

In Torhout hadden ze rond 1887 een eigen huis in de “Brugsche Steenweg 7”. Charles Louis was toen veranderd van beroep en was er “koopman en herbergier”. Toen Charles’ moeder in 1890 overleed, deed hij de overlijdensaangifte en daarbij werd nader omschreven dat Charles “handelaer in vlas” was.

 

In juni 1900 bekwam Ida Sophia een erfenis van haar zus Emilie Marie Feys. Die zus was twee maal getrouwd geweest, telkens met koopmannen uit rijke families. Die hadden nogal wat vastgoed en geldbeleggingen. Maar in het gezinsleven hadden ze veel minder geluk gehad en Emilie Feys had bij haar dood geen kinderen in leven. Daardoor werd haar erfenis verdeeld onder vier personen van haar familie Feys: haar broer, haar zus Ida, een halfzus en een nichtje (dochter van een overleden zus van Emilie).

Doordat Emilie bezittingen uit twee huwelijken had, stonden sommige eigendommen volledig op haar naam, en andere voor de helft gedeeld met haar laatste man “Désiré Vandenbussche, koopman, wonende te Thourout”. Met hem had Emilie een erfenisregeling waarbij de langstlevende het vruchtgebruik over alle eigendommen kreeg. Enkel de naakte eigendom werd verdeeld onder haar erfgenamen.

Om één of andere reden werd het geërfde geld en naakte eigendommen niet op een gelijke manier verdeeld onder de vier erfgenamen.

Zo bekwam Ida Sophia Feys de volgende fracties uit de erfenis van haar zus:

7/24 in naakten eigendom van de volgende goederen:

6 huizen, magasijnen, boomgaard, hoven en land, gestaan en gelegen te Thourout, Lichterveldestraat & Moerveld, groot 72 aren 39 cent. Gekend bij Kadaster Sectie E, nrs 1d, 4d, 6h, 6i, 53h, 54a, 55c, 56f, 56g, 68c, 69e, 56h, & 56i, en Sectie K nr 33i.

7/48 in naakten eigendom van de volgende goederen:

1. 33 aren 80 centiaren land te Cortemark, Markhove, gekend bij kadaster Sectie B, nr 332d

2. Een huis, suikerijdroogerij, boomgaard, dreef, hoeve, en landen, gestaan & gelegen te Thourout, groot H.2 – 29 – 76 c gekend bij Kadaster Sectie E nr 29c, 30d, 31b, 31c, 32a, 73c, 74a, & 78c.

3. Een huis en land gestaan en gelegen te Couckelaere, wijk den Wal, groot H 1 – 41 A, gekend bij Kadaster Sectie C nr 1154c & 1154d.

4. 39 aren 20 centiaren land, gelegen te Lendelede, gekend bij Kadaster Sectie C nr 438d & 444a.

 

Het eerste deel, waarvan Ida 7/24-sten kreeg, was afkomstig uit het eerste huwelijk van Emilie Feys met Eduard Van Thuyne. Daarvan was Emilie volle eigenaar geworden na de dood van haar man.

Het tweede deel, waarvan Ida 7/48-sten kreeg, kwam van Emilie’s tweede huwelijk en daarvan bezat Emilie de helft, want de andere helft stond op naam van Désiré Vandenbussche.

Van dat eerste deel is een nauwkeuriger omschrijving te vinden in de nalatenschap van Emilie.

-         De kadasternummers 53 tot 56 en 68 en 69 staan daarin omschreven als: “vier woonhuizen met een in slechten staat zijnde koornwindmolen, benevens de hoeveelheid onder bebouwden grond en land van 48 A 70 C, staande en gelegen te Thourout, nabij de herberg “de Pauw” “. De huizen waren verhuurd voor 26 fr per maand. De versleten windmolen was niet verpacht.

-         De kadasternummers 1, 4 en 6 bestonden uit twee huizen en aanpalende grond, waarvan een groot huis met magazijnen bewoond was door Emilie en haar tweede man. Dat huis was afkomstig van de ouders van haar eerste man. Het andere huis was verhuurd.

-         Kadasternummer 33 was een hoveniershof van 12 aren 50 centiaren.

De huizen en molen waren allen gelegen in de Lichterveldestraat te Torhout, langs de oostkant van de straat. Daartussenin lag ook de hoeve met cichoreidrogerij en boomgaard die tot de eigendommen van Désiré Vandenbussche behoorden (kadasternummers 29 tot 32).

 

 

Charles Louis Billiet en zijn vrouw Ida Sophia Feys waren geen fortuinen gewoon. Ze hadden tot dan toe enkel hun huis als eigendom die ze gemeenschappelijk op hun naam hadden. Nu er zo’n erfenis op Ida’s naam kwam, begonnen ze wellicht na te denken over hun nieuwe situatie en stapten een maand later op 6 juli 1900 naar notaris Verté in Torhout om daar een “akt van gifte onder gehuwden“ te laten opstellen. Daarin bepaalden ze dat de langstlevenden van hun beide een vierde in volle eigendom en daarnaast ook nog een vierde in vruchtgebruik zou krijgen van de eerst overledene. De rest zou naar hun kinderen gaan.

 

Met de erfenis konden Ida en Charles Louis niet direct iets aanvangen. De erfenis bleef in onverdeeldheid, want schoonbroer Désiré Vandenbussche behield het vruchtgebruik, dus ook de pachten. Hij kon dus gerust verder rentenieren.

De vier erfgenamen Feys kregen enkel hun deel in de naakte eigendom, wat niets opbracht. Het was voor hen dus geduldig wachten tot Désiré’s pijp uit was alvorens ze volle eigenaar konden worden en pacht opstrijken of iets konden verkopen.

Maar, zover geraakten Ida en Charles Louis niet. Twee jaar na de erfenis, overleed Ida in 1902.

Désiré Vandenbussche leefde nog en ze hadden dus nog niets aan de geërfde eigendommen gehad. Wel moesten ze nu voor de tweede maal op twee jaar tijd successierechten betalen. Erf dan al eens een fortuintje.

 

Ida’s erfenis werd versnipperd onder haar man en haar 4 kinderen, zoals het geregeld was in hun gift onder gehuwden. Die kinderen werden in de erfenisaangifte als volgt vermeld:

1. Heer Cyrille Billiet koopman wonende te Laeken.
2. Jufvrouw Marie Billiet zonder beroep wonende te Thourout.
3. Heer Arthur Billiet zonder beroep wonende te Thourout.
& 4.  Heer Adhémar Billiet student wonende te Thourout, geboren den 14 September 1887.

Omdat de jongste zoon Adhémar nog minderjarig was, werd zijn broer Arthur Billiet als voogd aangesteld in een familieraad gehouden voor de vrederechter op 24 september 1902.

 

De erfenisaangifte van Ida somt haar aandeel op die ze van haar zus erfde en daarnaast ook nog hun eigen huis waar ze de helft in had: 

Een woonhuis en land gestaan en gelegen te Thourout stad, groot 21 aren 40 cent., gekend bij Kadaster Sectie D nrs 569g/2, & 569a.

Hun huis was gelegen langs de “Brugsche Steenweg Nr 7”, halfweg tussen de school en de huidige gebouwen van de paters van Scheut en schuin tegenover het oud hospitaal ‘Ten Walle’.

 

Door de versnippering van Ida’s geërfde fortuintje kreeg elk kind maar een kleine fractie van de naakte eigendommen: voor het eerste deel was dat 21/384-sten per kind en het tweede deel was half zo groot: 21/768-sten.

De kinderen Cyrille Billiet en zijn broer Arthur waren wellicht weinig geïnteresseerd in die kleine fracties en zochten een manier om hun aandeel in geld om te zetten. Ze vonden daartoe gehoor bij hun nonkel Désiré Vandenbussche die nog altijd goed bij kas zat. Vastgoedverzamelaar als hij was, kocht hij hun deel op in november 1903 en april 1904. Van de andere twee kinderen Billiet is geen verkoop bekend.

 

 

Twee jaar na de dood van Ida Feys, stierf ook Charles Louis Billiet in oktober 1904 op 61-jarige leeftijd. Enkele maanden daarvoor, in februari 1904, had hij een testament laten opstellen bij notaris Verté. Hij wou namelijk zijn dochter Marie bevoordelen die hun café open hield. Zijn nalatenschap had hij als volgt verdeeld:

In zijn nalatenschap zat zijn helft van hun huis en ook nog altijd een klein deeltje van Ida’s erfenis.

Désiré Vandenbussche leefde nog altijd. Opnieuw gingen de zonen Cyrille en Arthur hun geërfde restfractie in de naakte eigendommen doorverkopen aan hun nonkel.

 

In 1904 hadden de kinderen Billiet de volgende beroepen:

 

Enkele jaren later studeerde Adhémar af als onderwijzer. Hij verliet Torhout op 26/2/1909 en verhuisde toen naar Beveren-op-de-Yzer. Gedurende de eerste wereldoorlog was hij soldaat en kreeg daar decoraties voor. Daarna woonde hij in de Hoevenierstraat in Roeselare waar Adhémar onderwijzer in het college was.

 

Zijn broer Arthur verliet Torhout op 6/2/1905 en trok naar Strombeek-Bever nabij Brussel, waar zijn broer Cyrille al woonde.

 

Marie Billiet bleef nog minstens tot 1906 in het ouderlijk huis in Torhout wonen. Daarna verhuisde ook zij naar de noordkant van Brussel, waar ze in 1923 overleed in Laken.

 

 

Op het oud kerkhof in Torhout bestaat de grafsteen van Charles Louis Billiet en Ida Sophia Feys nog altijd. Op slechts enkele meters van hun grafsteen staat het grafmonument van de familie die een deel van het fortuintje verzamelde, namelijk Emilie Feys en haar eerste man Eduard Van Thuyne en zijn ouders. Hun grafmonument van ongeveer 3 meter hoog, gelegen in de hoofdstraat van het kerkhof, toont duidelijk dat ze tot de hogere kringen van de stad behoorden.

 

 

-------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen:

-          Huwlijken, Geboorten, Overlijdens Burgerlijke Stand West-Vlaanderen via website rijksarchief Brugge: www.vrijwilligersrab.be

-          Geboorten en overlijdens Burgerlijke Stand Wevelgem.

-          Opzoekingen van mevr Marleen Braekevelt: Successieaangiften en Notarisakten van notaris Verté uit Torhout, vindplaats Rijksarchief Brugge.

-          Bevolkingsregisters van de volkstellingen 1880-1900 en 1900-1910, stadsarchief Torhout.

-          Graven op het oud kerkhof in Torhout, vindplaats: ingang kerkhof op de hoek van de Bruggestraat en Sint-Jozefstraat, hoofdweg volgen richting kruis, 2de zijweg rechts.
- Op de linker hoek van die 2de zijweg met de hoofdstraat: grafmonument van Eduard Van Thuyne en zijn ouders en echtgenote Emilie Feys. (Emilie’s naam staat op de achterkant. De naam van haar 2de man staat daarbij vermeld, maar niet zijn overlijdensdatum. Hij is daar vermoedelijk niet begraven.)
- In die 2de zijweg, 3de graf links: grafsteen aan de rand van de weg van Charles Billiet en Ida Sophia Feys.

-          Bidprentje van Adhemar Billiet en gegevens van nakomelingen van Adhemar.

-          Poppkaart met de kadastertekening van Torhout, vindplaats: stadsarchief Torhout, en ook op internet via http://dgtl.kbr.be:8881/R/7NS2M9I9P99MCVF7GX5BSH4132T7D9RUYJBY1RID6MI9VT7L4A-00210?RN=533837364&pds_handle=GUEST

 

<< Terug naar overzichtspagina