Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!



FAMILIENAMEN





Familienamen in de Nederlanden

Familienamen waren typisch iets uit de Romaanse wereld waar het gebruik was overgenomen van de Romeinen. In tegenstelling tot Frankrijk of Italie, waar familienamen al in de middeleeuwen heel gewoon waren, was dit in de Nederlanden niet gebruikelijk. Alleen mensen van stand hadden een familienaam maar ook zij konden deze naar believen gebruiken of veranderen.

Het gebruik van familienamen druppelde langzaam vanuit het zuiden ons land binnen. Aan het eind van de middeleeuwen, in de 16e eeuw, begonnen op het platteland Belgie, Limburg of Brabant vaste familienamen een algemeen gebruik te worden. In de steden gebeurde dit nog eerder. In de loop van een paar eeuwen zou bijna iedereen een familienaam naast zijn persoonlijke voornaam gaan voeren.

In de 16e of 17e eeuw lag een naam niet vast. Je kon best de familienaam van je moeder voeren of zelf een nieuwe gaan gebruik. Zo kon bijvoorbeeld een Hendrik uit Dordrecht die daar de familienaam De Wit gebruikte maar naar Rotterdam verhuisde daar tekenen als Hendrik van Dordt. Familienamen waren nog lange tijd iets voor rijke en voorname mensen. De meeste mensen met een achternaam woonden in de stad. Als gewone arbeider met een familienaam werd je op het platteland al snel eigenwijs of bekakt gevonden. In het dorpje Bozum in Friesland trouwde in 1766 een gewonen boer met een dienstmeisje. Toen deze bekend maakte dat zij een familienaam vond men dit toch wel bespottelijk. In de kerkboeken van Bozum staat genoteerd:

Den 10, 17 en 24 augusti zijn de houwlijks proclamatien geschied van Willem Piers Piersma, huysman onder Boosum, van wiens Tilel men te vooren niet had geweten, en Minke Jentjes Zijlstra, wiens titel te vooren buiten twijfel, alsoo winig was bekend dewijl zijn dienstmaad was, soo dat deeze Man met seer veel Statie na zij gedachten, dog tot spot van de meeste is geproclameerd.


Aangezien familienamen in deze tijden nog iets nieuwerwets was werden ze niet altijd gebruikt. Zo kon Hendrik in Rotterdam best trouwen onder de naam Hendrik Jansen want hij was de zoon van Jan de Wit. Net als Willem Piers de zoon van Pier was.

Patroniemen

Deze laatste vorm van achternaam heet een patroniem, d.w.z een vadersnaam. De zoon van Jan Jacobse de Wit noemde men bijvoorbeeld Hendrik Janse of Hendrik Jansen terwijl de kinderen van de laatste Jacob Hendrikse en Jan Hendrikse heetten. Het voeren van een patroniem was in de Nederlanden een algemeen gebruik. Het zou pas in de loop van de 19e eeuw volledig in onbruik raken. Vooral in de noordelijke provincies hield men er stug aan vast ook nadat het voeren van een familienaam al een plicht was. De afstammelingen van Hendrik uit Schoterland werden altijd met hun patroniem aangegeven bijvoorbeeld zijn zoon Idse Hendriks en kleinzoon Brugt Idses.

Familienamen na 1811

Toen de Nederlanden in 1811 een deel van Frankrijk werden stoorden de nieuwe machthebbers zich aan deze patroniemen. Zij zelf waren gewend aan het aloude gebruik van familie- of geslachtsnamen. Bij decreet van 18 augustus 1811 beval keizer Napoleon, dat wie in Nederland nog geen achternaam had er een binnen een jaar moest aannemen. Familienamen konden ook niet meer naar believen worden veranderd. Kinderen kregen de familienaam van hun vader. Na 1815 werd dit overgenomen door het nieuwe koninkrijk Nederland.

Door de nieuwe wet van Napoleon werden zogenaamde gregisters van naamsaannemingh geopend. Alle gezinshoofden moesten zich melden en een familienaam opgeven. Het kon voorkomen dat twee broers beiden verschillende familienamen aannamen. Verder werd deze wet niet door iedereen even serieus genomen zodat sommige zich lieten inschrijven als Naaktgeboren, Poepjes of De Keizer.

Aangezien de meeste mensen in het zuiden en de grote steden al een familienaam zijn deze registers hier vaak niet te vinden. In Friesland echter zijn bijna alle naamsaannemings akten bewaard gebleven. Deze vormen een interessante bron van informatie omdat het gezinshoofd naast zijn nieuwe familienaam ook de namen van zijn gezinsleden, kinderen en eventuele kleinkinderen opgaf. Verder werden vaak nog andere bijzonderheden genoteerd zoals het feit dat de persoon in kwestie door de politie was opgebracht omdat hij weigerde aan de nieuwe wet gehoor te geven.De naamsaannemingsregisters zijn op internet te vinden bij het Friese Ryksargyf.

Nederlandse en Friese Familienamen

Famileinamen kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieen: afstammingsnamen, herkomst, beroepsnamen en eigenschapsnamen. Verder bestaan er naast de meer gangbare Nederlandse vormen ook Friese varianten.

Aftstammingsnamen zijn familienamen afgeleid van een vadersnaam of patroniem. Denk maar aan Hendrik Jansen. Hij was de zoon van Jan maar de kinderen van Hendrik konden Jansen best voeren als hun nieuwe familienaam. Andere vormen zijn: Wolters, Hermans, Hendriks, Jaspers en Wouters maar ook Jansma of Idzinga. De laatste twee vormen zijn kenmerkend voor Friesland en andere delen van het noorden van ons land. Brugt zoon van Idse Hendriks kwam voor 1811 in de archieven voor met zijn patroniem als Brugt Idses. Na 1811 voerde hij en zijn zoon de familienaam Idzinga . Een van de zijn kleinkinderen werd in 1798 geboren als zoon van Lieuwe Brugs en Amsterdam. Hij werd naar zijn grootvader Brugt genoemd. Omdat men in die tijd in Amsterdam het gebruik van patroniemen niet meer kende werd Brugs later beschouwd als zijn familienaam. Dit terwijl zijn broers en zussen alle gedoopt werden onder de naam De Vries die zijn vader later zou gaan gebruiken.

Sommige voerden een naam die hun herkomst aangaf. Deze kon verwijzen naar een streek of plaats. Toen Lieuwe Brugs de zoon van Brugt Idses rond 1795 van Friesland naar Amsterdam verhuisde werd de Fries geconfronteerd met een wereld waar het hebben van een achternaam algemeen gebruikelijk was. Omdat hij een Fries werd hij bekend als De Vries. Vanaf 1800 kwam hij als Lieuwe de Vries in de archieven voor . Een ander voorbeeld is Ekke Johannis, de kleinzoon van Ekke Hendriks, hij was in 1782 geboren in het buurtschap ft Meer in Schoterland, In 1811 naam hij daarom de naam Van der Meer aan . Ook werden mensen genoemd naar de naam van hun boerderij, hun landerijen of de plek in het dorp waar hun huis stond. Bij dit laatste kan men denken aan Van Dijk, Van Veen of In et Veld. In Friesland eindigen veel van deze namen op g-strah zoals in Dijkstra of Hoekstra.

Een grote groep van familienamen is direct afgeleid van het beroep wat door de mensen werd uitgeoefend. Veel voorkomende namen zijn: De Boer, Visser of Bakker. Problemen kunnen ontstaan als deze beroep in onze tijd niet meer worden uitgeoefend zoals: Bleker, Snijder of Ketellapper. Latijnse vormen van beroepsnamen als gFaberh, Kuperus of Nauta wat duidt op een smid, kuiper of schipper, komen voor. Brugt Ekkes, de zoon van Ekke Hendriks, was timmerman van beroep. In 1811 nam hij de naam Bijlstra aan wat een Friese vorm is om dit beroep aan te geven . Zijn broer Hendrik Ekkes liet zich als Patroon inschrijven wat er op duid dat hij waarschijnlijk een soort opzichter was.

De laatste categorie van namen beschrijft een eigenschap van de persoon of familie die de naam voert. Zo komen o.a. voor De Groot, Haan, De Jong of Sterk maar ook vreemdere vormen als Zeldenthuis en Dorstig.

Namen van de afstammelingen van Hendrik

Zoals al uit het voorgaande, en de stamboom, is gebleken nemen de nazaten van Hendrik rond 1800 zeer verschillende achternamen aan. Door fouten of door de strikte naleving van de wet komen er in het begin van de 19e eeuw enige eigenaardigheden voor. De namen de verschillende takken zullen nu kort besproken worden.

In 1815 sterft Brugt Idses onder de naam Idzinga. Er is van hem geen akte van naamsaanneming in Friesland terug gevonden. Waarom is onbekend. Zijn nieuwe achternaam is een Friese vorm van zijn patroniem Idses. Het betekend afstammeling van Ids. Volgens de nieuwe wet op de achternamen moeten zijn kinderen ook deze nieuwe achternaam voeren. Dit is het geval bij zijn zoon Hendrik Brugs die de stamvader is van de familie Idzinga. Zijn andere zoon Lieuwe Brugs voerde al in 1800 als achternaam De Vries. Ook na de nieuwe wet van 1811 is hij deze naam blijven gebruiken zodat hij een andere achternaam als zijn vader kreeg.

Binnen de families Idzinga en De Vries treden nog twee eigenaardigheden op. In het eerste geval, komen er in de burgerlijke stand van de 19e eeuw in Heerenveen en Schoterland regelmatig spelfouten voor. Zo wordt de naam Idzinga als Idzenga en Idsinga wordt geschreven.Twee broers en achterkleinzonen van Brugt Idses Idzinga, Hendrik Brugts Idsinga en Klaas Brugts Idzenga voeren hierdoor verschillende namen.Op verschillende actes van andere familieleden wordt de naam ook vaak als Idsinga gespeld.

Verder emigreerd Hendrik Brugt Idsinga rond 1900 met zijn tweede vrouw naar Utah in Amerika. Zijn oudste zoon Markus Idsinga blijft met zijn gezin in Oudeschoot. Zijn vader en zijn nieuwe gezin voert in Amerika de naam Edsinga om de verwarring nog groter te maken.

Bij de familie De Vries in Amsterdam treed ook een splitsing op. De oudste zoon van Lieuwe, naar zijn vader Brugt genoemd, wordt in 1797 gedoopt in Amsterdam. Lieuwe voert dan nog niet de naam De Vries. Op de doopakte staan de namen van de ouders: Lieuwe Brugs en Willempje van Wageningen. Op de doopaktes van de latere kinderen staat hij als Lieuwe de Vries genoteerd. De nieuwe wet op de achternaam schreef voor dat je bij trouwen of andere gelegenheden een uittreksel uit het geboortenregister moest voorleggen om de juistheid van de achternaam van de vader vast te stellen. Toen Brugt, zoon van Lieuwe de Vries, in 1825 trouwde gebeurde dit nog met zijn de oude doopakte. De ambtenaar van de burgerlijke stand noteerde dus dat de vader Lieuwe Brugs heette en zo ging onze bruidegom nu door het leven als Brugt Brugs. Ook Brugt Brugs zijn kinderen voerde deze naam. In mannelijke lijn stierf de naam echter uit aan het eind van de 19e eeuw. De andere kinderen van Lieuwe voerde gewoon de naam De Vries.

De Broer van Brugt Idses, Hendrik Idses neemt in 1812 de naam Walda aan (De betekenis van deze naam is mij echter niet bekend maar hij komt vaker voor in Friesland) De neef van Brugt Idses, Brugt Ekkes, nam de naam Bijlstra aan omdat hij timmerman was en zijn broer Hendrik Ekkes noemde zich ook naar zijn beroep: Patroon. De tak Bijlstra sterft waarschijnlijk uit met de zoon van Brugt Ekkes Bijlstra maar dit is nog niet helemaal zeker. De naam Patroon komt nog tot in de jaren f70 van deze eeuw voor in Friesland. Hun derde broer Johannes Ekkes stierf voor 1811. Zijn oudste zoon Ekke Johannis neemt in 1811 de naam Van der Meer aan omdat hij in het dorpje ft Meer in Schoterland geboren is. Ekke Johannis van de Meer had nog een broer, Lieuwe. Deze was in 1811 nog niet meerderjarig en kon daarom niet zelfstandig een eigen naam aan nemen. Zijn oudere broer werd gezien als het gezinshoofd zodat ook Lieuwe Johannis als Lieuwe van der Meer opduikt als hij later trouwt. Zij hebben vele nakomelingen maar die zijn nog niet verder uitgezocht.
Natuurlijk zijn er ook andere personen die in 1811 de zelfde familienaam aannamen. Sommige hadden zo`n naam al voor 1811 generaties in de familie, andere moesten er een verzinnen op het gemeentehuis. Bepaalde namen, zoals De Vries, De Boer of Van der Meer waren zeer populair. In Friesland alleen al namen meer dan 300 personen de naam De Vries aan. In de naamsaannemingsregisters van deze provincie vond ik:
De Vries >> 300 x
Idsinga 6 x
Idzinga 6 x
Walda 8 x
Bijlstra 13 x
Patroon 1 x
Van der Meer >> 150 x