Een heel merkwaardige samenwerking tussen plant en insekt vormen de zogeheten gallen.
Dit zijn vreemde bobbels, zwellingen en pukkels op boombladeren.
Ze zijn het resultaat van de activiteiten van veel verschillende
kleine diertjes – muggen, vlinders, wormen en vooral van heel kleine wespen.
Deze dieren leggen hun eitjes in bladeren of bladknoppen
en de boom reageert hierop door hieromheen een abnormale groei te produceren.
De gal, waaraan men de betrokken insektensoort precies kan bepalen,
biedt de opgroeiende larve die uit het ei komt niet alleen bescherming
en voeding, maar ook een apart, warmer microklimaat.
Vaak blijven de larven in de gal, zelfs nadat het blad is afgevallen,
en knagen ze zich pas het volgende voorjaar als volwassen dieren uit.
Kleinere gallen bevatten maar één larve,
maar grotere kunnen wel dertig individuën bevatten.
Galvormig zou geen afweerreactie van de plant zijn,
al is niet echt duidelijk welk voordeel hij er dan wel bij heeft.
Gallen lijken de plant in ieder geval niet te schaden.
Ze komen bijzonder vaak voor op eiken en beuken (bol- of penvormig),
op rozen (kluwenvormig) en op de groeipunten van sparren (ananasvormig).
Terug naar:
