Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Regelen betreffende verzoeken tot naamswijziging en tot naamsvaststelling (uittreksel)

Besluit van 9 december 1969, Stb. 544, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van artikel 7, lid 5 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dit besluit laatstelijk is gewijzigd bij het Besluit van 6 juli 1993, Stb. 1993, 399


Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 24 september 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, Nr. 373/669;
Gelet op
artikel 7 lid 5 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1969, Nr. 41);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 4 december 1969, Stafafdeling Wetgeving nieuw Burgerlijk Wetboek, Nr. 506/669;
Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  1. Een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam of tot vaststelling van de geslachtsnaam of voornamen van een persoon wordt door hem of zijn wettelijke vertegenwoordiger gedaan bij een tot Ons gericht verzoekschrift.
  2. ...

Artikel 5

Vervallen.

Artikel 6

Ten aanzien van de echtgenoot en de kinderen van de regerende Koning, ten aanzien van de echtgenoten van die kinderen, alsmede ten aanzien van andere personen, indien zij de Kroon van de regerende Koning kunnen beërven, en hun echtgenoten, zullen ingeval van naamswijziging de artikelen 1, tweede lid, tot en met 4 van dit besluit niet van toepassing zijn.

Artikel 7

  1. Dit besluit treedt in werking tegelijk met de Invoeringswet Boek 1 Nieuw B.W.
  2. Het kan worden aangehaald als: Regelen betreffende verzoeken tot naamswijziging en tot naamsvaststelling.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 9 december 1969.

JULIANA.

De Minister van Justitie,
C. H. F. POLAK.

Uitgegeven de achttiende december 1969.

De Minister van Justitie,
C. H. F. POLAK.