Besluit van 15 juli 1980, Stb. 435, houdende aanwijzing van paleizen als bedoeld in artikel 4 van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin
der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van
Algemene Zaken, mede namens Onze Ministers van Financiën en van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 9 juli 1980, nr.
298908;
Overwegende dat bij de Wet van 2 juli 1980 houdende aanvulling
van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis tot
regeling van de uitkeringen aan Prinses Juliana en haar
echtgenoot, Paleis Soestdijk ten laste van het Rijk aan Prinses
Juliana en Prins Bernhard tot gebruik ter beschikking is gesteld;
dat in verband met het voorgaande behoefte bestaat aan het
gebruik van het paleis Noordeinde te 's-Gravenhage en dat het
Paleis Huis ten Bosch te 's-Gravenhage en het Paleis op de Dam te
Amsterdam hun bestemming dienen te behouden;
Gelet op artikel 4 van de Wet
financieel statuut van het Koninklijk Huis;
Hebben goegevonden en verstaan:
De paleizen, bedoeld in artikel 4 van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis zijn:
Het Koninklijk besluit van 24 december 1970, houdende aanwijzing van paleizen, bedoeld in artikel 23 van de Grondwet (Stb. 1970, 629) wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot 1 mei 1980.
Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze Ministers van Financiën en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.
Pisa, 15 juli 1980
Beatrix
De Minister-President,
Minister van Algemene Zaken,
Van Agt
De Minister van Financiën a.i.,
G. M. V. van Aardenne
De Minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening,
Beelaerts van Blokland
Uitgegeven de eenentwintigste augustus 1980
De Minister van Justitie,
J. de Ruiter