Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Bedreigingen

 

Start
Hamsters
de Korenwolf
de Hamsterburcht
Winterslaap
Verspreiding
Bedreigingen
Voortplanting
Bescherming
Help!
Links
Gastenboek

 

 

 

 

Bedreigingen in Europa

 

In vrijwel alle Europese landen staat de hamsterpopulatie onder min of meer grote druk. In de West-Europese landen is een groot aantal hamsterpopulaties inmiddels uitgestorven. De resterende populaties zijn vrijwel zonder uitzondering te klein om duurzaam te kunnen voortbestaan. De oorzaken liggen in eerste instantie vooral in de moderne agrarische bedrijfsvoering met hun nieuwe landbouwtechnieken (zware machines, diep ploegen en onkruidverdelgers). Voor kleine hamsterpopulaties (of relictpopulaties) kunnen planologische ontwikkelingen of andere lokale factoren, die de oorspronkelijke leefgebieden vernietigen, desastreus zijn.

 

Internationaal onderzoek

In 1999 enquêteerden L. Luijendijk en L. Veen in een groot aantal Europese landen wetenschappers en medewerkers van instanties die voor natuurbescherming verantwoordelijk zijn. Bovendien interviewden zij bekende hamsterexperts, te weten de Tsjechische prof. dr. I. Grulich; de Duitse prof. dr. M. Stubbe en de Franse mw. M.-C. Wencel. Dit onderzoek werd verricht in opdracht van Das&Boom.

Eveneens in 1999 verscheen de studie "Revised reports on the status of Hamsters" van de Hongaarse expert G. Nechay. Hij werkte in opdracht van het Uitvoerend Comité van de Conventie van Bern.

De conclusies van beide studies (en vele andere) zijn eensluidend:

* In bijna alle Europese landen waar de hamster van oudsher voorkomt, daalt de hamsterstand.

* De mate van achteruitgang verschilt nogal per land; ook verschilt de duur van deze achteruitgang.

* In alle West-Europese landen is de hamster inmiddels met uitsterven bedreigd. De populaties in verscheidene Duitse deelstaten zijn er min of meer ernstig aan toe. In de deelstaat Nordrhein-Westfalen, grenzend aan Limburg, is de situatie desastreus. Nordrhein-Westfalen telt hooguit enkele tientallen, aldus in 1999 de vertegenwoordiger van de Duitse overheid ten overstaan van het Uitvoerend Comité van de Conventie van Bern. Ten overstaan van datzelfde comité schatte de Belgische vertegenwoordiger de stand in zijn land op twaalf hamsters.

Wetenschappers stellen dat een duurzame hamsterpopulatie, levend in een beperkt en aaneengesloten gebied, minimaal 200 exemplaren dient te tellen. In West-Europa zijn waarschijnlijk alle hamsterpopulaties kleiner tot extreem veel kleiner.

De snelheid van de achteruitgang loopt uiteen. Zo duurt dit proces in de voormalige West-Duitse deelstaten enkele tientallen jaren. In het voormalige Oost-Duitsland begon de achteruitgang na de val van de Berlijnse muur en verloopt in razend snel tempo. Op de Magdeburger Börde (de lössvlakte westelijk van Magdeburg) vingen tot de jaren negentig professionele hamstervangers ieder jaar nog duizenden hamsters. Anno 1999 is een boer er uit eigener beweging hamsters gaan fokken om plaatselijk uitsterven van de soort te voorkomen.

 

Oorzaken achteruitgang

Wat bedreigt de hamster in zijn voortbestaan?


* de veranderende landbouw

In grote lijnen zijn de deskundigen het wel eens. De oorzaken liggen in de veranderende landbouw. Vroeger groeiden er tussen het graan en andere gewassen vele akkeronkruiden. En bij de oogst bleef er een massa graankorrels achter
Tegenwoordig vernietigen bestrijdingsmiddelen alles wat een maximale opbrengst in de weg staat. En tijdens de oogst blijft er niets meer achter.

Vroeger gebruikte de boer een paard met een lichte ploeg; de oogst ging met de zeis of, later, met een simpele machine. De moderne tractoren met diepe ploegen, de enorme combines en zware vrachtwagens beschadigen de hamsterburchten. Zeker diepploegen (40 centimeter of meer) kan een hele burcht met zijn bewoner vernietigen.  Als er nog maar zo weinig burchten zijn als in Nederland, Duitsland of België, is elke beschadiging, verontrusting of vernietiging er één te veel.

Vroeger waren de landbouwkavels gemiddeld kleiner. hamsters vonden meestal op korte, makkelijk beloopbare afstand verschillende gewassen, zoals stoppelknollen, lucerne, graansoorten, klaver, aardappelen, enzovoorts. Bovendien waren er het hele jaar door gewassen, akkeronkruiden, bermen en akkerranden die dekking boden.
Tegenwoordig zijn de kavels veel groter en worden er minder verschillende gewassen verbouwd.

Sommigen veronderstellen dat specifieke landbouwgiffen negatief uitwerken op de vruchtbaarheid van de hamster.

 

* planologische en andere lokale oorzaken

Zeker in de dichtbevolkte en zeer welvarende West-Europese landen is in de afgelopen decennia veel hamsterleefgebied verloren gegaan. Huizenbouw, aanleg van industrieterreinen, dag- en mijnbouw, ontgrondingen, wegen en verkeer legden daar beslag op.

Zeker als een hamsterpopulatie teruggebracht is tot een klein aantal in een zeer beperkt gebied, worden andere dan landbouwkundige oorzaken zwaarwegend. Zo is nabij Göttingen het relict van een hamsterpopulatie bedreigd door de bouw van een laboratorium; het kleine leefgebied (circa 20 vierkante kilometer) van de laatste Franse restpopulatie, nabij Straatsburg, lijdt onder voortdurende verstedelijking en het is zeer versnipperd door wegen. Bovendien staan de resterende hamsters bloot aan moedwillige verstoring en vernietiging; in Nordrhein-Westfalen is zeer veel hamsterleefgebied reeds verloren gegaan aan verstedelijking en door de immense bruinkoolwinning. Op dit moment wordt er in de Kreis Heinsberg een veronderstelde, laatste restpopulatie bedreigd door de aanleg van een weg.

 

* het ontbreken van hamsterbeschermend beleid

Het jarenlang ontbreken van daadwerkelijk hamsterbeschermend beleid is dus ook een grote oorzaak. Reeds vele jaren geleden gesloten internationale natuurbeschermingsverdragen hebben niet geleid tot krachtdadig beleid. 

De Nederlandse overheid (onwil) laat zich aan de hamster (en andere bedreigde diersoorten) weinig gelegen liggen. Dit is ook te zien in België en Duitsland. Terwijl in Nederland Das&Boom met een fokprogramma probeert de korenwolf van de ondergang te redden, zijn de overheidsinstanties van onze ooster- en zuiderburen nog aan het tellen! Dit heeft tot nu niet veel meer dan 10 tot 20 hamsters opgeleverd. En dat terwijl de landbouwtechnieken in onze buurlanden hetzelfde zijn als in Nederland. Ze kunnen op hun vingers natellen dat het ook daar bijna gedaan is met de korenwolf. De Belgische en Duitse overheden hebben het Nederlands ministerie van Natuurbeheer inmiddels laten weten niet mee te willen doen aan een fokprogramma. Van enig doortastend optreden is in beide landen dus niets te merken. Ze riskeren, net als Nederland, een berisping van de Europese commissie.

 

In meerdere West-Europese landen zien natuurbeschermers zich genoodzaakt tot verzet tegen lokale aantastingen om te voorkomen dat de soort definitief uitsterft. Dit verzet stuit vaak op onbegrip in de publieke opinie. De pers besteedt alleen aandacht aan de actuele incidenten. De achterliggende oorzaken blijven onderbelicht.

Wanneer uiteindelijk particuliere organisaties proberen de laatste hamsters te redden, krijgen juist zij het verwijt onverantwoord en fundamentalistisch te handelen.

 

Bedreigingen in Nederland

De hamster stelt eisen aan de algemene kwaliteit van het akkerlandschap. In het buitenland, zoals in Tsjechië, worden er op de hamsterrijke akkers vele onkruiden aangetroffen, zoals klaprozen, korenbloemen en wikkesoorten. Veel akkerplanten zijn zeldzaam tot zeer zeldzaam geworden.

Net als elders in Europa zijn het vooral de landbouwkundige ontwikkelingen die de hamster in het nauw brengen. En net als elders in West-Europa worden de laatste meest recente leefgebieden van hamsters, bedreigd door planologische ontwikkelingen.

 

* Contoverse over aantallen hamsters

Er is de afgelopen jaren een grote controverse gerezen over de vraag hoeveel hamsters er feitelijk nog in Limburg leefden. In deze contoverse speelden onder meer de Provincie Limburg, het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Stichting Hamsterwerkgroep Limburg, het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek en Das&Boom een rol.

Das&Boom heeft in de jaren tachtig een soortgelijke controverse meegemaakt omtrent de otter, die uiteindelijk in 1988 is uitgestorven. De alarmerende berichten die Das&boom liet horen op basis van eigen inventarisaties in het veld, waren aan dovemansoren gericht. De overheid verschool zich achter discutabele wetenschappelijke schattingen, dat er nog minimaal enkele honderden otters waren. Zodoende kon de overheid doortastende en ingrijpende maatregelen uit de weg gaan. Bovendien waren er collega-"natuurbeschermers" en "wetenschappers" die eveneens de otterstand, zonder enige veldkennis, ronduit positief inschatten. Dit in weerwil van de negatieve berichten over de otter in alle andere Europese landen. Hernieuwd onderzoek van Das&Boom, medio jaren tachtig, wees uit dat de otter op nog slechts enkele plekken in Friesland met zekerheid voorkwam. Toen in 1988 nabij het Staatsnatuurreservaat De Rottige Meenthe een otter werd doodgereden, verklaarde Das&Boom de otter in Nederland uitgestorven. Enkele weken later, en te laat, publiceerde de overheid het Beschermingsplan Otter.

Ook nu weer heeft een dergelijke controverse een dier onnodig bedreigd in zijn voortbestaan, namelijk de korenwolf.

De meest opzienbarendste rol is hierbij wel weggelegd voor de Stichting Hamsterwerkgroep. Deze stichting weigerde zelfs, ondanks uitdrukkelijk verzoek, haar gegevens beschikbaar te stellen aan de overheid ten behoeve van het opstellen van een beschermingsplan. Verder komt deze stichting met zeer tegenstrijdige berichten. In tal van publicaties stelt zij dat de hamster er in Limburg zeer slecht voorstaat. Zo zijn L. Backbier en E. Gubbels, beiden bestuurslid van de Stichting, zeer duidelijk in het recente handboek "Ökologie und Schutz des Feldhamsters," pagina 131, verschenen in 1998:

"Auf der Basis der Bestandserhebung von1994 müssen wir feststellen, dass der Feldhamster in den Niederlanden an den Rand des Aussterbens gebracht worden ist."

Het rapport van de inventarisatie van nazomer 1999 verscheen in december van dat jaar. Er waren uiteindelijk niet nog meer burchten gevonden. Ditmaal belegde de provincie geen persconferentie. De uitkomsten van het onderzoek kwamen haar waarschijnlijk niet echt van pas.

Ook wetenschappelijke onderzoekers hebben bij herhaling de situatie van de hamsters veel te rooskleurig ingeschat. Zo stelt het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek in haar rapport "Overlevingsplan Hamster," pagina 8, verschenen in 1998:

"Hoewel over de aantallen hamsters in absolute zin niet gesproken kan worden, mag op grond van de aanwezige inventarisatiegegevens van de burchten, verwacht worden dat het om enkele honderden dieren gaat."

De discussies over de aantallen hamsters hebben de uiterste reddingspoging met een fokprogramma onverantwoord vertraagd. Hamsters worden niet oud. Uitsterven kan zich dus snel voltrekken. Ernstig is dat de rijksoverheid met graagte internationale natuurbeschermingsverdragen tekent, maar ze vervolgens schijnbaar ongelezen in de kast laat verstoffen, totdat ze alwéér op de vingers getikt wordt. Maar dan is het kwaad al geschied.

 

* Negatieve ontwikkelingen in de landbouw

De ontwikkelingen in de moderne landbouw zijn nadelig voor de hamster. De hamster heeft behoefte aan voedsel gedurende het hele jaar, in voldoende mate (ook voor de wintervoorraad) en voldoende variatie. Verder heeft de hamster behoefte aan dekkingbiedende vegetatie (of na de oogst: plantenresten) ter bescherming tegen roofdieren.

 

Nadelig voor de hamster zijn:

-    de sterk toegenomen omvang van, soms onafzienbare kavels. Het voedselaanbod wordt eenzijdiger. Bovendien zijn er minder wat soortenrijkere perceelranden

-    het aantal landbouwproducten is sterk afgenomen, van meer dan tien per vierkante kilometer tot drie of vier voor een gehele regio

-    overmatige bemesting van akkers, waardoor de akkers veel minder kruiden herbergen

-    bestrijding van kruiden (onkruid) en bodemleven, beiden voedselbron voor de hamster

-    toenemende zaaidichtheid, waardoor er minder ruimte voor kruiden is

-    effectief oogsten, waardoor er geen graankorrels achterblijven om te hamsteren

-    het na de oogst onmiddellijk bewerken (ploegen) van het land, ten koste van dekking en voedselaanbod

-    het beschadigen en zelfs vernietigen van hamsterburchten door ploegen en zware landbouwwerktuigen

-    onbekend is of bepaalde bestrijdingsmiddelen direct of indirect negatief zijn voor de hamsters

De bovenstaande ontwikkelingen zijn nadelig voor de algehele soortenrijkdom van het akkerlandschap.

 

* Verlies aan leefgebieden en versnippering

De afgelopen decennia is er zeer veel leefgebied van de hamsters verloren gegaan door de sterke verstedelijking van Zuid-Limburg. Weinig mensen realiseren zich dat deze regio per vierkante kilometer meer inwoners dan de Randstad heeft. Bovendien zijn de hamsterleefgebieden van Limburg goeddeels gescheiden van die in het aangrenzende Duitsland en België. Uitzondering daarop is de landschappelijke eenheid van oostelijk Midden-Limburg met haar aangrenzende Duitse Selfkant. Binnen Limburg zijn er meerdere deelgebieden ontstaan, gescheiden door verstedelijking en wegen en verkeer. Dit heeft geleid tot isolatie van de diverse populaties.

De invloed van wegen en verkeer mag niet worden onderschat. De Tsjechische hamsterdeskundige dr. I. Grulich meldde dat de verkeerssterfte onder hamsters niet gering is. Hij constateerde 869 ongevallen in 12 jaar op een wegtraject van 24 kilometer nabij Brno. Overigens zijn in Limburg gedurende twee decennia slechts 20 doodgereden hamsters bekend.

 

* Recente planologische ontwikkelingen

Das&Boom heeft in1998 onderzocht welke ruimtelijke ingrepen er op dat moment gepland waren in hamsterleefgebied. Uitgegaan werd van een minimumoppervlakte van 15 hectare per ingreep. De lijst is niet volledig en bevat geen ingrepen die reeds waren toegestaan op grond van goedgekeurde bestemmingsplannen. De lijst omvat meer dan 1700 hectare verlies aan leefgebied.

De lijst geeft een indruk van de ontwikkelingen van de afgelopen decennia. De optelsom van vele kleine en grotere planologische ontwikkelingen heeft desastreuze gevolgen.

 

 

 

 

 



© Henk Smits