Kennel “v.d. Flevomare”
M.A. de Raad-Hemminga
IJsselstraat 1
terug naar
beginpagina
8303 LC Emmeloord
tel.: 0527-697205
e-mailadres: marjan.de.raad@12move.nl
De Bolognezer behoort tot de gezelschapshonden en tot de familie van de Bichons. De Bolognezer is genoemd naar Bologna, de Italiaanse stad waaruit hij afkomstig is. Al vanaf de middeleeuwen komen er van deze witte hondjes met krulvachtjes voor op schilderijen. Zij vertonen daarop veel overeenkomsten met de hedendaagse Bolognezer, met deze uitzondering, dat ze vroeger zowel een zwarte als een witte vacht konden hebben. Vroeger kwamen ze voor aan de hoven van de diverse koninkrijken, want ze werden vaak cadeau gedaan. Ze moesten leuk en grappig zijn, een mooi verzorgde vacht hebben en gemakkelijk op de arm te dragen. Een echt sieraad dus.
Karakter
Het karakter van de Bolognezer is
zeer aanhankelijk, vriendelijk, rustig, sociaal, trouw en levendig. Het is een
echt familiehondje, klein van formaat maar met een groots karakter. Hij houdt
van een flinke wandeling, vermaakt zich dan met takjes in de lucht gooien, soms
apporteren of spelen met andere honden, maar hij verliest de baas nooit uit het
oog. Schiet de wandeling er soms
bij in dan wordt hij niet ongedurig. Als hij bij de baas is of in het gezin kan
zijn dan is hij in zijn element. Niets ontgaat hem en met zijn mooie donkerbruine
oogjes houdt hij alles nauwlettend in de gaten. Hij is ook dol op kinderen,
mits deze niet teveel van hem eisen. De Bolognezer is waaks, dat wil zeggen dat
hij waarschuwend blaft als iemand het huis binnenkomt, daarna is hij stil. Dus
absoluut geen doorblaffer.
De vacht van de Bolognezer is
spierwit en vuilafstotend. Als pup willen ze nog weleens lemonachtige vlekken
hebben aan de oren of op de vacht, maar dit verdwijnt bij het ouder worden. De vacht
bestaat uit strengen die aan een kurketrekker doen denken. Hij ziet er dan ook
enigszins rommelig uit. Eens in de week goed doorkammen is voldoende. Eventueel
losse haren worden er zodoende uit gekamd. Je zult dus van de Bolognezer, mits
hij gekamd wordt, geen haren vinden. Dit geeft hem dan ook de benaming: een
niet-verharend hondje. Ondanks de spierwitte vacht van de Bolognezer moet een
eigenaar hem het hondenleven gunnen dat hij verdient, hem lekker laten rennen
en laten genieten van het leven. Wanneer hij droog is, de kam erdoor halen en
hij ziet er weer prima uit.
De opvoeding van de Bolognezer is
niet intensief. Hij is intelligent en gemakkelijk af te richten, omdat hij zeer
op de baas gericht is. Er zijn hondjes waarmee behendigheidstraining wordt
gedaan en flyball. Kortom, een hondje met vele mogelijkheden, een hondje om van
te houden.
q De Bolognezer is een klein, wit hondje, de schofthoogte van
de reu bedraagt 27-30 cm, van de teef 25-28 cm.
q Hoofd: matig lang, met een gewelfde schedel. Hij moet een
uitgesproken achterhoofdsknobbel en stop hebben. De bovenschedel ziet er breed
uit, omdat de oren bij de aanzet rechtop staan. De lippen en snuit zijn bedekt
met lang haar, op de neusrug iets korter.
q Ogen: rond, donker, met zwarte oogranden en een levendige
uitdrukking.
q Oren: hoog aangezet en rijkelijk behaard. Het oor moet voor
de helft naar voren hangen.
q Gebit: schaargebit.
q Lichaam: rechte rug, matig lang, goed ontwikkelde borstkas,
goed gewelfde ribben, brede, iets hellende croupe.
q Ledematen: korte en rechte voorbenen, tot aan de voeten
bedekt met fijn haar. Zowel de voor- als achterhand is goed gehoekt.
q Voeten: zwarte voetzolen en nagels.
q Staart: wordt gebogen over de rug gedragen en is
overvloedig behaard.
q Vacht: lange, dichte, warrige vacht die het gehele lichaam
bedekt, op de neusrug korter. De vacht moet rechtopstaand zijn, niet tegen het
lichaam aanliggen.
q Kleur: zuiverwit.