click here
Index "bronstijd in Nederland"
Index "eerste boeren in Nederland"


Glas uit de ijzertijd

Wat kunt u verwachten op deze bladzijde?

  • Resultaten van opgravingen in en rond Eindhoven (NL)
  • Informatie over over glasvondsten
  • Informatie over de glasproduktie in de prehistorie
Enkele prehistorische armbandjes uit Eindhoven en Nuenen

door Dirk Vlasblom (tevens tekening)

Een kenmerkend onderdeel van de materiële cultuur uit de late ijzertijd bestaat uit fragmenten van armbandjes van zogenaamd La Tène-glas. La Tène is de aanduiding voor een Keltische cultuur ten noorden van de Alpen en is vernoemd naar de vindplaats in Zwitserland. La Tène-armbandjes werden waarschijnlijk over de onderarm of bovenarm gedragen en alleen door vrouwen en mogelijk ook door kinderen.

Het verspreidingsgebied ligt van West-Hongarije tot aan Nederland. In het Nederlandse rivierengebied bij Nijmegen zijn opvallend veel fragmenten van deze armbandjes gevonden. Dit is deels het gevolg van een vermoede productie in dat gebied en deels door intensief zoeken op akkers door amateur- archeologen.

Dat fragmenten van La Tène -armbandjes geen zeldzaamheid meer zijn moge blijken uit het volgende. In 1939 waren er slechts 19 fragmenten bekend in Nederland. In 1975 waren dat er ruim 300 en in 1993 reeds ongeveer 2300. Het aantal geregistreerde exemplaren zal zich vermoedelijk nog wel verveelvoudigen.
Gezien de aantallen is er het vermoeden dat misschien wel elke vrouw een dergelijke armband gedragen kan hebben. Ook uit het zuidoosten van Noord-Brabant zijn tientallen fragmenten bekend. Voorbeelden daarvan zijn die van de Hooidonkse Akkers (gemeente Nuenen) en de recentere vondsten langs de Dommel bij Soeterbeek (eveneens in Nuenen) en van de opgraving van het inheems-Romeinse grafveld bij Acht (gemeente Eindhoven) in 1997 en 1998.

Samenstelling en herkenning
Het glas is meestal donker kobaltblauw of donker mangaanpurper van kleur. Het kan echter ook groen, bruin of transparant zijn. Voor het maken van dit glas werd zilverzand, kalk, hout en kaliumkarbonaat gebruikt Dit laatste kon uit plantenas worden gewonnen en werd gebruikt om de smelttemperatuur te verlagen tot zo'n 700 à 800 °C.
Toevoeging van loodoxide gaf het glas sterkte en een andere lichtbrekingsindex, zoals bij loodkristal. Glas heeft een groene zweem die door natuurlijke aanwezigheid van ijzeroxide ontstaat. Door toevoeging van de complementaire kleur purper uit mangaanoxide kon transparant wit glas gemaakt worden.
Het mangaanoxide werd ook gebruikt om het glas purper te kleuren. Kobaltoxide en soms koperoxide werd gebruikt voor een intens blauwe kleun Voor de gele versiering die vaak aangebracht is, werd antimoon- en loodoxide gebruikt. En tenslotte gebruikte men zinkoxide voor ondoorschijnend wit en extra ijzeroxide voor groen. Vaak is een gele zigzaglijn aangebracht rond een deel van de omtrek. Een enkele maal is het een gele rechte lijn. Bij transparante exemplaren is meestal een gele 'glasfolie' aan de binnenzijde aangebracht. Door de samenstelling vergaat het La Tène-glas vrijwel niet door inwerking in de bodem en iriseert het nauwelijks.

Er worden verschillende typen armbanden onderscheiden naar het aantal ribben die in een doorsnede te tellen zijn. Typen met 1 of 5 ribben komen algemeen voor. Andere typen, dus met andere aantallen ribben (tot maximaal 7) komen sporadisch voor. Er is gebleken dat vele armbanden gelijk in gewicht kunnen zijn. Dit betekent dat een armband met een grotere diameter ook dunner is. Een vaste hoeveelheid glas gaf dus één armband.

Datering en productie
De armbandjes worden gedateerd van de 3e eeuw v.C. tot omstreeks het begin van onze jaartelling. Aanvankelijk werden ze waarschijnlijk geïmporteerd en later uit (eveneens geïmporteerde) glasstaven in het huidige Nederland gevormd. De oorsprong van deze Keltische armbandjes moet gezocht worden in Midden-Europa. Pas vanaf de 2e eeuw v.C. lijken ze veel voor te komen in Nederland. Aardewerk dat samen met La Tène-glas wordt gevonden heeft meestal een slap S-vormig profiel en een sterk naar buiten toe gebogen rand. De armbandjes kunnen gemaakt zijn in zogenaamde oppida. Een oppidum is een versterkte nederzetting waar o.a. ambachten uitgevoerd werden. Het voorkomen van La Tène-glas hangt in Nederland nauw samen met de cultuur van het volk der Eburonen. Na de komst van de Romeinen omstreeks 50 v.C. verdwijnt het gebruik snel. Vragen blijven er nog genoeg: zoals hoe werden ze geproduceerd? en: wat was de maatschappelijke betekenis ervan.

In het Historisch Openluchtmuseum te Eindhoven werden voorbereidingen getroffen om glas te produceren op een prehistorische wijze.

Literatuur:
N. Roymans en T. van Rooijen, De voorromeinse glazen armbandproduktie in het Nederrijnse gebied en haar culturele betekenis

Vormen uit vuur. Mededelingenblad Nederlandse vereniging van vrienden van ceramiek en glas nr. 150 (1993), blz. 2-10

A. Peddemors, Latèneglasarmringe in den Niederlande. Analecta Praehistorica Leidensia viii (1975), blz. 93-145.

Met toestemming overgenomen uit:
Nieuwsbrief Archeologie Kempen - en Peelland, oktober 1998,
Keizersgracht 2
5611 GD Eindhoven
040-2452629
arch-ehv@iae.nl

Enkele fragmenten van La Tène-armbandjes uit het zuidoosten van Noord-Brabant.
nrs. 1-3: Eindhoven (Mispelhoef), nrs. 4-5: Eindhoven (Heesterakker), nrs. 6-9: Nuenen (Hooidonkse Akkers), nr 10: Nuenen (Soeterbeek) en nr. 11: Eindhoven (Biezenkuilen).



Informatie over de schrijver / editor