Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Homoseksualiteit en boeddhisme (naar een tekst van A.L. De Silva) 

(1/1/2001)

We willen deze tekst weergeven omdat dit de eerste keer is dat we vanuit een filosofische/religieuze strekking een open geest t.o.v. homoseksualiteit terugvinden. Helaas worden er in de tekst soms bepaalde ideeën geformuleerd met een twijfelachtig karakter. 

"Het boeddhisme leert en verwacht van zijn volgelingen een zekere mate van ethisch gedrag. Het absolute minimum dat verwacht wordt van een beginneling zit vervat in de ‘Vijf  Principes ‘  (panca sila). Het derde hiervan verwijst naar seksueel gedrag.
In dit betoog wordt onderzocht of homoseksualiteit het derde principe schendt.

Homoseksualiteit was reeds bekend in het oude Indië. Het wordt expliciet vermeld en verboden in de Vinaya (kloosterdiscipline). Het wordt vermeld als verboden seksueel gedrag voor de celibataire monniken. Elk seksueel gedrag is verboden, op straffe van verwijdering uit de orde.

In de Vinaya wordt gesproken over een ‘pandaka’. Dit is een seksuele non-conformist. Deze personen mogen niet ingewijd worden in de orde. Als er per ongeluk toch zo iemand ingewijd is, moet deze verwijderd worden. De Vinaya zegt dat pandaka’s mensen zijn vol passie, onbevredigbare lust en worden overheerst door de behoefte aan seks. Het woord pandaka wordt vertaald als hermafrodiet of eunuch. Recent heeft Zwiling geopperd dat het misschien gewoon homoseksueel betekent.
Het is waarschijnlijker dat de oude Indiërs, alsook de meeste moderne, alleen de extreem verwijfde, exhibitionistische homo’s als abnormaal beschouwden. De minder opzichtige werden beschouwd als meer opportunistische personen dan de doorsnee ‘normale’ man.
Het is onwaarschijnlijk dat Boeddha de homoseksuele man sowieso zou uitsluiten uit het kloosterleven. Hij had  begrip voor de menselijke natuur en had geen vooroordelen. Ook is er geen bewijs dat homo’s meer libido  zouden hebben of meer moeite hebben om het celibaat na te leven.
De term pandaka slaat daarom waarschijnlijk niet op homo’s in het algemeen maar eerder op de promiscue, verwijfde homo’s.

Van  de boeddhistische leek wordt niet verwacht dat hij celibatair is. Er wordt hem of haar wel aangeraden bepaalde vormen van seksueel gedrag niet toe te passen.
Het derde principe zegt : ‘ Kamesu michacara veramani sikkhapadam samadiyamai. Het woordje ‘kama’ verwijst naar elke vorm van sensueel plezier maar met de nadruk op seksueel plezier. De letterlijke vertaling van het principe luidt als volgt : ‘ Ik aanvaard de regel van de training om niet de verkeerde weg op te gaan met seksueel plezier.
Wat ‘verkeerd’ betekent wordt pas duidelijk als we de criteria bekijken die Boeddha hanteert  in zijn ethische beoordelingen.

Er is geen enkele van Boeddha’s onderrichtingen die enkel en alleen over ethiek handelt.
Het is echter mogelijk vanuit de Pali Tiptaka, de basisteksten van het Theravada boeddhisme, een criterium te vinden dat dient als basis voor de definitie van 'goed' en 'verkeerd'.
Boeddha trok vele veronderstellingen in zijn gemeenschap, ook morele, in twijfel. Hij probeerde een ethiek te ontwikkelen op basis van rede en mededogen in plaats van traditie, bijgeloof en taboes.

Boeddha suggereert drie criteria om morele beoordelingen te maken.
Het eerste is het universaliteitsprincipe : gedraag je tegenover anderen zoals jij zou willen dat zij zich tegenover jou gedragen. Gedrag dat anderen niet schaadt en zelfs helpt is lovenswaardig. Gedrag dat anderen schade berokkent is niet goed te keuren.
Het tweede is het consequentie-principe : gedrag is goed of slecht naargelang welk effect het heeft.
Gedrag dat lijdt tot spijt en schuldgevoelens is niet goed. Gedrag dat lijdt tot geluk is goed.
Het derde principe om slecht en goed te onderscheiden is het instrumentaliteits-principe (functioneel principe) : gedrag is goed of slecht in functie van het bereiken van ons doel. Het ultieme doel van het boeddhisme is Nirvana : een staat van mentale vrede en reinheid. Alles dat ons in die richting leidt is goed.

Nu we de rationele basis van de boeddhistishe ethiek bekeken hebben, kunnen we beter beoordelen welke soort seksueel gedrag goed of slecht is.
Boeddha vermeldt verschillende soorten seksueel gedrag dat af te keuren is. De meest voorkomende is overspel.
Dit is onethisch omdat men  bedrog en leugens moet gebruiken, plechtige eden worden verbroken en het komt neer op het verbreken van het vertrouwen.
 

Vermits homoseksualiteit niet apart vermeld wordt in de teksten van Boeddha mogen we aannemen dat het op dezelfde manier mag beoordeeld worden als heteroseksualitieit. Het lijkt er zelfs op dat het juist daarom niet apart vermeld wordt.

Voor leken die seksueel contact hebben wordt het derde principe  niet overtreden als dit gebeurt met onderlinge toestemming  en met liefde en warmte en als het geen overspel is. Dit geldt zowel voor seksueel contact tussen man en vrouw als tussen twee mensen van hetzelfde geslacht.
Promiscuďteit, het niet in acht nemen van elkaars gevoelens is even slecht voor hetero’s als voor homo’s.
Dezelfde principes worden toegepast voor hetero’s als voor homo’s om hun seksueel gedrag te beoordelen. Dit betekent dat homo’s toleranter behandeld worden dan in het westen.

In het boeddhisme wordt gesteld dat de manier waarop het seksueel contact verloopt belangrijk is en niet met wie dit gebeurt. 

We zullen nu de belangrijkste bezwaren tegen homoseksualiteit overlopen en er boeddhistische antwoorden op geven.
De meest voorkomende bezwaren vanuit het katholicisme en de islam is dat homoseksualitieit ‘tegennatuurlijk’ is en tegen de orde van de natuur ingaat. Hier lijkt weinig bewijs voor.

De eminente biologe Miriam Rothschild wijst erop dat homoseksueel gedrag bij bijna alle bekende diersoorten voorkomt. Ook kan gezegd worden dat de biologische functie van seks, namelijk reproductie van de soort, vaak niet meer als zodanig wordt gebruikt. De meeste seksuele activiteit heeft momenteel een ontspannende en emotioneel bevredigende functie. Ook dit is een legitieme functie van seks.
Inderdaad homoseks vervult geen reproductieve functie. Maar de andere functies worden wel bevredigd.
Voorts kunnen we stellen dat als homoseksualiteit ‘tegennatuurlijk’ zou zijn,  er ook nog wel een aantal andere gedragingen mogen genoemd worden, inclusief sommige geloofsactes.
De rooms-katholieke kerk veroordeelt homoseksualiteit als tegennatuurlijk, maar draagt het celibaat hoog in het vaandel. Sommigen zeggen dat dit ook tegen de natuur is.
Ook zeggen zij dat de bijbel homoseksualiteit veroordeelt. Dit geldt alleen voor diegenen die de bijbel als onfeilbaar woord van God aanvaarden. Voor velen geldt dit niet.
De bijbel bevat nog vele andere verplichtingen die niet meer nagekomen worden zoals : vrouwen moeten afgezonderd worden als ze menstrueren, ouders moeten hun kinderen doden als deze andere goden aanbidden, wie werkt op een sabbat moet gedood worden ,…. Waarom homoseksualiteit  dan wel nog ?

Soms hoor je mensen zeggen dat indien homoseksualiteit niet illegaal was vele mensen homo’s zouden worden. Zulke uitspraken wijzen op een groot onbegrip. Het is hetzelfde als zeggen dat indien suďcidepogingen uit het strafboek worden gehaald, er meer zelfmoorden zouden zijn.
Wat ook de oorzaak van homoseksualiteit moge zijn, en hier is veel discussie over, men kiest hier niet voor.
Homoseksuele gevoelens zijn er gewoon, net als heteroseksuele. Veranderingen aanbrengen in wetten zal hier niets aan veranderen.

Soms hoor je mensen beweren dat er toch wel iets mis moet zijn met homo’s, omdat velen immers emotionele problemen hebben. Uit onderzoek blijkt dat dit vooral een rol speelt bij westerse homo’s en niet bij Afrikaanse of Aziatische. Het is dan ook waarschijnlijk dat westerse meer gekwetst raken in de maatschappij door de houding die men tegenover hen aanneemt.
Het christendom  groeide uit het Judaďsme(Jodendom). Dit heeft een sterke traditie met vurige profeten die in het publiek sterk uithalen naar alles wat zij als moreel verkeerd beschouwen. Wie niet conformeert aan hun waarden wordt buitengesloten en veroordeeld. De boeddhistische monnik daarentegen leeft stil en toont hoe het best kan gebeuren aan de hand van zijn voorbeeld".

bron: http://www.buddhanet.net/