DE LEGENDE
Op 14 februari 1939 werd er in Hamburg op de werf van Blom und Voss een onvoltooid slagschip te
water gelaten, waarvan de naam tot op de dag van de tewaterlating geheim was gebleven. Hierbij
waren honderden toeschouwers aanwezig, waaronder ook Adolf Hitler, die het publiek toesprak, dat
het zijn geschenk was voor het volk van het Derde Rijk. Het onzinkbare slagschip zou het
vlaggenschip worden van de Duitse vloot, dat was gedoopt door gravin Dorothy von Löwenfeld de
kleindochter van Otto von Bismarck, naar wie dit slagschip was vernoemd. Het legendarische
slagschip Bismarck werd op 24 augustus 1940 voltooid en in dienst gesteld. Zijn
hoofdbewapening bestond uit acht 380 mm kanons, verdeeld over 4 tweelingtorens, die Anton,
Bruno, Ceasar en Dora werden genoemd. De Bismarck was 251,4 meter lang en 36 meter breed.
Hij had een waterverplaatsing van 41.700 ton en een diepgang van 10,2 meter. Ten tijde dat hij
in dienst werd gesteld was hij het grootste slagschip ter wereld, maar werd later door zijn
eigen zusterschip Tirpitz, de Yamato-klasse en Iowa-klasse overtroffen.
Oorspronkelijk zou de Bismarck samen met de Scharnhorst, Gneisenau en
Prinz Eugen vertrekken en de konvooien op de Atlantische Oceaan vernietigen. Jammer genoeg
voor de Duiters waren de Scharnhorst en Gneisenau beschadigt geraakt tijdens hun
vorige actie en moesten zij worden gerepareerd. Hierdoor kon alleen de zware kruiser Prinz
Eugen mee. Admiraal Reader stond voor 2 keuzes: of wachten tot de slagschepen Gneisenau
en Scharnhorst zijn gerepareerd of de Bismarck en Prinz Eugen samen
laten jagen zonder de 2 slagschepen. Wachten op de Gneisenau en Scharnhorst zou
betekenen dat operatie Operation Rheinubung weken moest worden uitgesteld. De commandant van de
Tirpitz stelde zelfs voor te wachten tot zijn schip gereed was. Reader besloot in
overeenstemming met Hitler de Bismarck en Prinz Eugen alleen te laten vertrekken.
De schepen stonden onder commando van admiraal Lütjens.
Na een trainingsperiode in de Baltische Zee, vertrokken de Bismarck en Prinz
Eugen op weg naar de Atlantische Oceaan via Staat Denemarken, om daar konvooien te onder
scheppen. Op 23 mei 1941 werden beiden schepen al ontdekt door de Engelse zware kruisers
Norfolk en Suffolk, die voor de kust van Groenland patroulleerden. Tegen de avond
openden de Engelse en Duitse schepen het vuur, maar er werden geen treffers geplaatst. Op 24 mei
1941 werden de Prince Of Wales en het symbool van de Royal Navy, de machtige slagkruiser
Hood onder commando van admiraal Holland. De 42.000 ton metende en 262,3 meter lange
Hood opende als eerste het vuur om 05.52 op een afstand van 15 km. De Bismarck
beantwoorde het vuur. Al snel openden ook de Prinz Eugen en Prince of Wales het
vuur. De Prince Of Wales was een gloed nieuw slagschip van de King George V-klasse
en er werd nog aan haar tien 350 mm kanons gewerkt. 1 van de kanons in de tweeling toren
weigerde, desondanks wist het slagschip 3 treffers op de Bismarck te plaatsen. De Hood
was in de veronderstelling dat ze op de Bismarck schoot, waarvan het sillouet heel er
veel op dat van de Prinz Eugen leek. De Bismarck en Prinz Eugen schooten
beiden op de Hood en probeerden haar magazijn te raken. Om 06.00 doorboorde een 380 mm
granaat van de Bismarck het dunne pantserdek van de Hood en trof het 380 mm
munitiemagazijn achter de derde tweelingtoren. Het gevolg was een reusachtige explosie, die de
machtige Hood in tweeën deed scheuren. Het symbool van de Royal Navy vuurde tijdens deze
explosie nog 1 granaat af. De Prince of Wales werd nu het doelwit van de Duitse schepen
en raakte zwaar beschadigt. Het Engelse slagschip trok zich terug en schaduwde beide Duitse
schepen nog een tijdje, maar verloor contact. Aan boord van de Bismarck ging de discussie
onder de officieren om de Prince of Wales achterna te gaan en te vernietigen. Admiraal
Lütjens besloot van niet, want hij had strikte orders van de Führer gekregen zoveel mogelijk
gevechten met vijandelijke oorlogsschepen te mijden. De Bismarck was getroffen in zijn
nauwelijks bepantserde tanks en lekte brandstof. Lütjens besloot de operatie uit te stellen. De
Prinz Eugen verliet de Bismarck en het slagschip zette koers naar Brest, in bezet
Frankrijk. De Prince Of Wales zette koers naar Groenland. Ze had slechts drie werkende
350 mm kanons over en was door een 380 mm granaat getroffen op de brug, die daar bijna iedereen
had gedood, slechts 2 overleefden het. Ook waren de brandstoftanks van de Prince Of Wales
getroffen. Van de 1419 bemanningsleden aan boord van de Hood overleefden het er slechts 3.
De schok was groot voor de Engelsen en was volgens velen vergelijkbaar met de aanval op Pearl
Harbour.
Op 25 mei werd de Bismarck door vliegtuigen van het vliegkampschip Victorious
aangevallen, zonder positief resultaat en men raakte het slagschip kwijt tot op 26 mei het
slagschip door een vliegtuig werd ondekt. Het vliegkampschip Ark Royal bleek het dichtst
in de buurt te zijn en viel aan. het was de laatste die een kans had de Bismarck te
stoppen, want een dag later zou het veilig in Brest zijn. Een Duitse onderzeeboot ontdekte de
Ark Royal, maar had net zijn laatste torpedo's afgevuurt op een vrachtschip. Het begin van
de operatie zat een beetje tegen, want de Engelse piloten vielen per ongeluk de zware Engelse
kruiser Sheffield aan. De swordfish torpedovliegtuigen van de Ark Royal plaatsten
wat torpedotreffers op de Bismarck, die geen enkel resutaat hadden op de bepantserde
romp. Tot het derde vliegtuig van de tweede aanvalsgolf een torpedotreffer plaaste ter hoogte
van het roer. Door de explosie bleef het roer vast zitten en kon de Bismarck alleen nog
rondjes varen. Men probeerde nog met de schroeven te sturen, maar dit was onmogelijk vanwege
het slechte weer. Tegen de avond werd hij omringt door Engelse oorlogsschepen. De
torpedobootjagers voerden aanvallen uit met hun torpedo's, maar geen 1 trof het doel, de
secundaire batterijen van de Bismarck kwamen in actie, maar plaatsten ook geen treffers.
De volgende morgen op 27 mei 1941 kwamen de slagschepen Rodney en King George V
onder commando van admiraal Tovey binnen schootsafstand. Beide slagschepen openden het vuur. De
Bismarck probeerde hetzelfde truckje als bij de Hood met de Rodney uit te
halen. De Bismarck plaatste geen treffers en zijn 380 mm kanons en zijn geschutstorens
werden 1 voor 1 vernietigd of uitgeschakeld. Nadat beide Engelse slagschepen hun magazijnen
hadden leeggeschoten en in totaal zevenhonderd 350 mm en 406 mm granaten hadden verschoten,
bleef het Duitse slagschip drijven. Ze hadden zeker vierhonderd 380 mm en 406 mm inch treffers
geplaatst op de Bismarck en nog bleef hij brandend drijven. Admiraal Tovey moest terug
keren, want de magazijnen van de King George V en Rodney waren leeggeschoten,
daarnaast konden enkele 350 mm en 406 mm kanons van de zijn slagschepen niet meer vuren. Bij de
King George V weigerden de meeste kanons en bij de Rodney waren ze grotendeels uit
hun funderingen geslagen. Kort nadat Engelse slagschepen van het stijdtoneel waren vertrokken
vuurde de zware kruiser Doresetshire drie torpedo's af die de Bismarck troffen.
Hij sloeg om en zonk. De bemanning van de Doresetshire begonnen bemanningsleden van de
Bismarck te redden, tot commandant Martin het bevel gaf het stijd toneel te verlaten,
vanwege Duitse onderzeeboten. Slechts 115 man en een scheepskat werden gered.
In de zomer van 1989 werd het wrak van de Bismarck ontdekt. De grote geschutstorens, de
pijp, de brug en Kleine onderdelen van de bovenbouw zijn verdwenen. In het dek zit een gat vlak
naast de open commandobrug voor de kleine geschutstoren. De romp was op een stukje achterkant na
nog geheel in takt. De conclusie was dat het slagschip zelf tot zinken was gebracht. In totaal
werd de Bismarck door 63 schepen achterna gezeten, waaronder 2 slagkruisers (Hood
en Repulse), 3 slagschepen (King george V, Rodney en Prince Of Wales)
en 2 vliegkampschepen (Ark Royal en Victorious). De Rodney is het enige
slagschip dat ooit een torpedotreffer plaatste op een vijandelijk slagschip. Na het zinken van
de Bismarck zouden in de loop de Tweede Wereldoorlog de Prince Of Wales,
Repulse, Doresetshire, Sheffield en Ark Royal zinken. De Prinz
Eugen zou het enige zware Duitse schip zijn dat de oorlog zou overleven en werd na de oorlog
gebruikt als doel voor de derde atoombom bij de bikini eilanden, het schip bleef echter drijven
en wert toen nogmaals als doel gebruikt, weer bleef ze drijven. Dagen later zonk ze echter langs
de kust. Een scrhoef is later verwijderd en staat nu in Kiel als monument.
|