Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Een chaotische periode : de jaren 68 en 69

Marcus Salvius Otho

Inleiding

In januari 69 leidde Otho een succesvolle coup om keizer Galba omver te werpen. Vooraleer op de troon te komen, had hij vooral de bedoeling om het rijk weer stabiel te krijgen door zich met zijn vijanden te verzoenen. Deze ambities heeft hij echter nooit kunnen realiseren. Uit de bronnen blijkt dat hij nooit het politieke vertrouwen in Rome heeft kunnen winnen, laat staan dat hij orde kreeg in de militaire chaos in de provincies buiten Rome. Als gevolg daarvan, werd hij in een gevecht verslaan door de troepen van Vitellius, zijn opvolger. Galba pleegde zelfmoord. Zijn regeerperiode duurde slechts acht weken.

Zijn leven en zijn carrière

Marcus Salvius Otho werd geboren te Ferentium op 28 April 32 na Chr. Zijn grootvader, die ook Marcus Salvius Otho heette, was een senator die niet verder kwam dan de rang van praetor. Lucius Otho, zijn vader, was consul in 33 en een betrouwbaar administrator onder de keizers Tiberius, Caliguala en Claudius. Zijn moeder, Albia Terentia, was wellicht ook van adellijke afkomst.

Otho was tijdens zijn jeugd gekend als een extravagant en eerder wild persoon. Een van zijn favoriete hobby’s was het ’s nachts op jacht gaan naar dronkaards om zijn dan in een laken te vangen. Dit gedrag zorgde dikwijls voor conflict met zijn vader. Zijn vader had nochtans niet veel invloed op Otho, want zijn vader was dikwijls op reis door het Romeinse Rijk.

Hij zou ook een relatie gehad hebben met Sabina Poppae, de vrouw van Nero. Dit feit wordt in diverse bronnen geciteerd, maar ze verschillen nogal op het vlak van details. Het is trouwens voor haar dat hij trachtte om de macht in Rome te grijpen.

De machtsgreep van Otho

Nero’s zelfmoord in juni 68 betekende het einde voor de Julius-Claudische dynastie. Het was meteen ook het begin van een hele reeks leiders die op de een of andere manier iets met het leger te maken hadden.

Otho was toen reeds tien jaar actief in Spanje. Zijn rapport was goed : hij was een goed bestuurder en hij verrijkte zichzelf niet op de kap van de provincie die hij bestuurde. Tezelfdertijd, in de overtuiging dat hij zijn eigen leefomstandigheden kon verbeteren, steunde hij Galba, door hem al zijn goud en zijn beste slaven toe te sturen. Hij maakte er van dan af ook een punt van om elke pretoriaan voor zich te winnen. Galba vertrok vanuit Spanje in juli 68. Otho vergezelde hem op zijn reis.

Galba was iets meer dan twee maanden in Rome toen op 1 januari 69 de troepen van Germania Inferior weigerden om hem als keizer te erkennen. Die troepen zagen liever hun eigen leider, Aulus Vitellius, op de troon. Om te tonen dat hij nog steeds de leider was, adopteerde Galba L.C. Piso Frugi Licinianus als zijn opvolger. Piso was een aristocraat zonder administratieve of militaire ervaring. Dit alles maakte weinig indruk, noch op de senaat noch op de legioenen.

Vooral Otho was hierdoor op zijn tenen getrapt. Hij had immers gehoopt om Galba op te volgen. Otho organiseerde een samenzwering met de Pretorianen en beloofde hen een grote beloning. Op 15 januari 69 riep hij zichzelf tot keizer uit. Hij liet Galba en Piso vermoorden. Nog diezelfde avond kende een machteloze senaat de keizerlijke titels toe aan Otho.

Het einde van Otho

Otho slaagde er niet in om de spreekwoordelijke trein op de rails te krijgen. Hoewel hij probeerde om ook de senaat voor zich te winnen, bleven er ondergrondse spanningen ontstaan. Ook de relatie met de Praetoriaanse Garde werd slechter en nadat zijn troepen verslaan waren door de troepen van Vitellius, pleegde hij op 16 april 69 vermoord. Hij was net drie maanden aan de macht geweest.

 

Aulus Vitellius

Het is dikwijls moeilijk om een onderscheid te maken tussen wat feit en wat fictie is over het leven van Vitellius. In de bronnen wordt hij immers als zeer wreed omschreven. We moeten er echter wel rekening mee houden dat de schrijvers die over hem geschreven hebben, sterk beïnvloed werden door de Flaviërs, die Vitellius opvolgden.

Zijn mars op Rome in 69 luidde het begin van het einde van een periode van militaire anarchie in. Ze vormde meteen ook het begin van een lange periode van politieke stabiliteit onder de Flaviërs.

Zijn leven en zijn carrière

Aulus Vitellius werd geboren in september van het jaar 15 als zoon van Lucius Vitellius en zijn vrouw Sestilia. Zijn vader was zeer succesvol tijdens de Julius-Claudische periode : het was drie maal consul en medecensor ten tijde van Claudius. Aulus kon zich dus gemakkelijk in de aristocratie milieus bewegen. Hij kon ook de aandacht van de keizers Caligula, Claudius en Nero trekken door zijn politieke kunnen en vleierijen.

Vitellius was opzichter van de publieke werken in Rome : hij moest toezicht houden op het onderhoud van de publieke gebouwen in Rome. Daarnaast was hij ook proconsul van Noord-Afrika, waarbij hij onder zijn broer diende in 55. Hij bekleedde ook twee priesterambten : een eerste als lid van het " Arval Brethren " en een tweede als lid van de "quindecemviri sacris faciundi ", gekend om zijn feesten.

Vitellius huwde eerst met een zekere Petroniana, de dochter van een consul, ergens in de vroege jaren 30. Uit het huwelijk kwam één zoon, Petronianus, die blind was aan één oog. Hij werd door zijn eigen vader vermoord. Korte tijd later scheidde Vitellius en huwde opnieuw met Galeria Fundana, dochter van een ex-pretor. Hieruit kwam nog een zoon, die wellicht vermoord werd door de Flaviërs, en een dochter voort. Galeria werd door Tacitus geprezen omwille van haar goede kwaliteiten. Zij zorgde er ook voor dat Vitellius begraven kon worden.

De machtsgreep en regering

Zonder twijfel was het meest glorieuze moment uit Vitellius’ politieke carrière zijn aanstelling als gouverneur van Germania door keizer Galba op het einde van het jaar 68. Iedereen, Vitellius incluis, was enorm verbaasd door deze beslissing. Deze keuze werd wellicht mede ingegeven door de mogelijkheden die het bood om een rebellie van de Rijnlegers te verhinderen. Ironisch genoeg was het Vitellius’ gebrek aan militaire kennis en zijn reputatie van gokker die ook een rol speelden in zijn aanstelling. Galba rekende er misschien op dat een man met weinig militaire ervaring tevreden zou zijn met een provincie die hij voor persoonlijke doeleinden kon gebruiken. Dat zou er meteen ook voor zorgen dat hij altijd trouw zou blijven. Achteraf gezien was dit een zware vergissing van de keizer.

De rebellie begon op 1 januari 69 toen de legioenen van Germania Superior weigerden om hun eed van trouw aan Galba te vernieuwen. Op 2 januari begroetten zijn manschappen hem, op aanstoken van zijn legerleiders, als de nieuwe keizer. Vrij snel nadien erkenden, naast de troepen in Germania, ook de troepen in Gallia, Britannia en Raetia hem als keizer. Wellicht omdat hij zich bewust was van zijn beperkte militaire ervaring, trok hij niet onmiddellijk op naar Rome. Het waren daarentegen zijn generaals Valens en Aulus Caecina Alienus die optrokken naar Italië. Vitellius zou achterblijven om een reserve-eenheid te vormen en later te vertrekken.

Caecina was al ruim 200 km onderweg toen hij vernam dat Galba afgezet was en dat Otho zijn plaats als keizer had ingenomen. Hij trok zich er weinig van aan en ijlde verder naar de oostelijke grenzen van Gallië. Valens volgde een meer westelijke route en had onderweg af te rekenen met een muiterij. Tegen het einde van maart waren beide legers over de Alpen en ontmoeten elkaar bij Cremona, ten noorden van de Po. Van daar uit gingen de Bataafse hulptroepen over tot de aanval. Ze behaalden een vlotte overwinning. Otho pleegde zelfmoord op 16 april 69 en drie dagen later zwoeren de soldaten in Rome de eed van trouw aan Vitellius. Ook de senaat aanvaardde hem als keizer.

De keizer kwam in Rome aan op het einde van de maand juni. Hij deed afstand van de titel van princeps, maar hij vereerde Nero en benoemde zichzelf tot consul voor het leven. Positief was dat hij er geen bloedbad van maakte : hij nam medewerkers van Otho in zijn regering op en schonk genade aan Salvius Titianus, de broer van Otho. Daar kwam nog bij dat hij de Senaatszittingen bijwoonde en ervoor zorgde dat de massa in Rome kon genieten van allerlei spektakels. Hij zorgde er eveneens voor de dat equites meer macht kregen. Dat zorgde voor een uitbreiding van de keizerlijke bureaucratie, maar het zorgde er ook voor dat het aantrekkelijker werd voor mannen met ambitie.

Toch was heel de situatie in Rome nog niet zoals het hoorde. De ontevredenheid bleef. Om zijn eigen positie verder veilig te stellen, stuurde hij de legioenen die Otho gesteund hadden terug naar hun positie of, als ze te dicht gelegerd waren, naar een afgelegen provincie. Zelf dan bleef er nog ontevredenheid heersen : de troepen die verslagen waren bij Bedriacum bleven bitter en eenheden van drie Moesian legioenen die door Otho geroepen waren, keerden terug naar het bases.

De Flavische opstand