LECIONO 4

 

AN LA TABLO

Sro Brandsma: Mm. La torto esas bona! Ube tu kompris ol?

Sno Brandsma: Me ne kompris ol. Ma facis ol!

Sro B: Ol esas bonega. Ka tu lektis la jurnalo hodie?

Sno B: No. Me esis tro okupata. Ka ulo importanta eventis?

Sro B: Esas altra milito en Sud-Amerika. La Papo esas malada, ma ne grave. La chefa ministro probable vizitos Chinia en junio.

Sno B: Ka esas irga informo pri la mikra puerino qua desaparis ye sundio?

Sro B: No. La policisti serchas tra la boski en la regiono di elua hemo.

Sno B: Ka on opinionas ke ulu ocidis el?

Sro B: Me ne savas, mea karino. Voluntez pasigar la salo e la pipro!

Sno B: Ka tu deziras glaso de cidro?

Sro B: Yes. Me queros la botelo. Ube ol esas?

Sno B: En la koqueyo. Ka tu rimemoras quo esas ye la televiziono canokte?

Sro B: Yes. Ye 8 kloki esas filmo. Una tre anciena kun Elvis Presley. Ye la altra kanelo esas faktala filmo pri minacata animalo-speci.

Sno B: Me preferas savar pri la animali kam askoltar Elvis.

Sro B: Bone, to konvenas a me.

AAN TAFEL

Meneer Brandsma: Mm. De quiche is lekker! Waar heb je hem gekocht!

Mevrouw Brandsma: Ik heb hem niet gekocht. Ik heb hem gemaakt?

Men. B: Hij is uitstekend. Heb je vandaag de krant gelezen?

Mevr. B: Nee. Ik had het te druk. Is er iets belangrijks gebeurd?

Men. B: Er is (weer) een andere oorlog in Zuid-Amerika. De paus is ziek, maar niet ernstig. De minister-president zal in juni waarschijnlijk China bezoeken.

Mevr. : Is er al enig nieuws (informatie) over het kleine meisje dat zondag verdwenen is?

Men. B: Nee. De politieagenten doorzoeken de bossen in de omgeving van haar huis.

Mevr. B: Denken ze dat iemand haar vermoord heeft?

Men. B: Weet ik niet, m'n lief. Geef a.u.b. de zout en peper 'ns door!

Mevr. B: Wil je een glaasje cider?

Men. B: Ja. Ik zal de fles halen. Waar is die?

Mevr. B: In de keuken. Herinner je je nog wat er vanavond op de t.v. is?

Men. B: Ja. Om 8 uur is er een film. Een hele oude met Elvis Presley, op het andere net is er een documentaire (lett. feitenfilm) over bedreigde diersoorten.

Mevr. B: Ik wil liever meer (geef de voorkeur aan) weten over dieren dan luisteren naar Elvis.

Men. B: Goed, dat vind ik prima.

Gramatiko

1. Toekomende tijd

De uitgang voor de toekomende tijd is -os, bijv.:

me vizitos tu morge - ik zal je morgen bezoeken

ni iros ye lundio - we zullen maandag gaan

tu preparos la repasto - jij zal de maaltijd voorbereiden

2. Dagen van de week

sundio - zondag ye sundio - op zondag sundie - zondag's

lundio - maandag etc. etc.

mardio - dinsdag

merkurdio - woensdag

jovdio - donderdag

venerdio - vrijdag

saturdio - zaterdag

3. Tijd

un kloko - één uur ye un kloko - om één uur

du kloki - twee uur ye du kloki - om twee uur

tri kloki - drie uur ye tri kloki - om drie uur

quar kloki - vier uur ye quar kloki - om vier uur

dek-e-un kloki - elf uur ye dek-e-un kloki - om twaalf uur

Merk op dat enkelvoud alleen bij één uur gebruikt wordt.

4. An / sur / en / ye (voorzetsels)

Nationale talen gebruiken de voorzetsels op de meest onregelmatige en onlogische manier. (Bijv.: in het Nederlands zegt men: Jantje zit op school. Als je dit letterlijk zou vertalen zou men denken dat hij óp het schoolgebouw zit). In het Ido hebben de voorzetsels een eigen vaste betekenis en gebruik, waar men zich aan moet houden. Hier zijn er vier die de beginner zo snel mogelijk moet kennen.

An: deze voorzetsel kan worden omschreven als 'aan de rand of kant van' (in het Nederlands vaak gewoon 'aan') en wordt het best uitgelegd aan de hand van de volgende voorbeelden., bijv.:

la hotelo esas an la maro - het hotel is aan de zee

Amsterdam esas an la Amstel - Amsterdam ligt aan de Amstel

el sidas an la tablo - zij zit aan de tafel

la spegulo esis an la muro - de spiegel was aan de muur

me batis an la pordo - ik sloeg op de deur (vergelijk met kloppen aan de deur)

Sur: dit wordt vertaald met 'op' zoals het letterlijk betekent, bijv.:

la libri esas sur la tabli - de boeken liggen (zijn) op de tafels

la batelo esas sur la maro - de boot is op de zee

el sidis sur la tablo - zij zat op de tafel

la ucelo esas sur la muro - de vogel is op de muur

il pozis la sitelo de aquo sur la pordo - hij zette de emmer met water op de deur (boven op)

En: dit wordt vertaald met 'in' en wordt zowel in tijd als in ruimte gebruikt, bijv.:

li esas en la domo - zij zijn in het huis

me iros en januaro - ik zal in januari gaan

el mortis en la matino - zij stierf s'morgens (in de ochtend)

el mortis en Afrika - zij stierf in Afrika

Ye: dit voorzetsel wordt gebruikt om een speciale tijd of plaats aan te duiden en wordt ook gebruikt indien een ander voorzetsel niet toepasbaar is, bijv.:

la yunini livis ye du kloki - de meisjes gingen om twee uur weg

la yunini livis ye la triesma di julie - de meisje gingen 3 juli weg (de derde van juli)

il stacas ye la pordo - hij staat bij de deur

el stacis ye la angulo - zij stond op de hoek

Jurgen tenis la pistolo ye lua manuo - Jurgen hield het pistool in zijn hand

me doloras ye la kapo - ik heb hoofdpijn (ik heb pijn in mijn hoofd)

5. Alstublieft

De makkelijkste uitdrukking is Voluntez! wat letterlijk Wees welwillend! betekent, deze wordt alsvolgt gebruikt:

Voluntez sideskar! - Gaat u zitten!

Voluntez pasigar la cindruyo! - Wilt u a.u.b. de asbak aangeven!

Voluntez sendar la sequanta libri! - Gelieve de volgende boeken te sturen!

6. Lu - algemeen voornaamwoord

Lu mag gebruikt worden in plaats van il, el, of ol. Het is zeer bruikbaar wanneer de sekse of geslacht van het betreffende object niet bekend is, bijv.:

Se irga studento ne recevis la nova libro, lu obtenos kopiuro.... - Als een student (lett. welke student dan ook) het nieuwe boek niet heeft ontvangen, zal hij / zij een kopie halen....

Let op: lu wordt ook gebruikt als het geslacht of de sekse wel bekend is. Als uit de context duidelijk is om wat voor iemand of iets het gaat, kan men verder lu gebruiken, bijv.:

La viro prenas la autobuso. Lu iras a la laboro.

7. Meer over il, el, ol, on.

Deze vier persoonlijke voornaamwoorden zijn verkorte versies van de originele ilu, elu, olu, onu. De -u uitgang wordt vaak weggelaten, (ook in deze cursus), maar u kunt zelf kiezen welke vorm u prefereert. Er is geen verschil in betekenis, maar de meeste talen gebruiken liever de korte versie.

8. Agar/facar - doen/maken

Het is waar dat agar doen betekent en facar maken, maar niet helemaal. Het verschil wordt in de volgende voorbeelden getoond:

a. Quon vu agas? - Welke handeling verricht je?

b. Quon vu facas? - Wat maak je? (Wat is het eindprodukt van je handeling?)

Het antwoord op a zal gebaseerd zijn op een ander werkwoord:

me lektas - ik lees, me kantas - ik zing, me facas kuko - ik maak een koek, etc., etc.

Het antwoord op b zal hoogstwaarschijnlijk weer facar gebruiken:

me facas kuko - ik maak een koek, me facas automobilo ek ligno - ik maak een auto van hout - me facas mea laboro - ik doe mijn werk

9. Vortifado - 1

-il- wordt toegevoegd aan werkwoordstammen (niet aan andere) om gereedschap, machines ed. te creëren, die de handeling uitvoeren van het stamwoord, bijv.:

pektar - kammen pektilo - kam

brosar - borstelen brosilo - borstel

razar - scheren razilo - scheerapparaat

fotografar - fotograferen fotografilo - fototoestel

telefonar - telefoneren telefonilo - telefoontoestel

Let op: het is ook mogelijk om aparato - apparaat of set, instrumento - instrument, utensilo - gereedschap, mashino - machine in een woordsamenstelling te gebruiken, bijv.:

lavo-mashino - wasmachine, radio-aparato - radiotoestel, mezuro-instrumento - meetinstrument, trancho-utensilo - snijgereedschap.

Vortifado - 2

-eg- wordt gebruikt om de grootte of intensiteit van een woord uit te drukken, bijv.:

pluvo - regen pluvego - stortbui domo - huis domego - landhuis

granda - groot grandega - zeer groot varma - warm varmega - heet

mala - slecht malega - vreselijk slecht laborar - werken laboregar - zwoegen

Vortifado - 3

-et- wordt gebruikt om de grootte of intensiteit van een stamwoord te verkleinen, bijv.:

pluvo - regen pluveto - motregen domo - huis dometo - huisje

mala - slecht maleta - een beetje slecht varma - warm varmeta - lauw

laborar - werken laboretar - niet zo hard werken

Vortifado - 4

-ach- wordt gebruikt om een slechte of minachtende betekenis aan een woord te geven, bijv.:

hundo - hond hundacho - mormel automobilo - auto automobilacho - wrak op wielen

puero - kind pueracho - blaag muliero - vrouw mulieracho - heks

mediko - dokter medikacho - kwakzalver kantar - zingen kantachar - krijsen

10. getallen

duadek - 20 triadek - 30 sisadek - 60 cent-e-nonadek-e-tri - 193

duadek e un - 21 triadek-e-un - 31 sisadek-ed-un - 61

duadek-e-du - 22 triadek-e-du - 32 sepadek - 70

duadek-e-tri - 23 quaradek - 40 kinadek - 50

okadek - 80 nonadek - 90 cent - 100

Let op: de structuur van 20 in het Ido is du-a (twee maal) + dek (tien) = duadek, tri-a (drie maal) + dek (tien) triadek, quara + dek (40), etc.

11. Hulpwerkwoorden (zullen in de volgende lessen uitgebreider behandeld worden)

In sommige gevallen worden twee werkwoorden bij elkaar geplaatst, de eerste geeft een nieuwe betekenisnuance aan de tweede, bijv.: me prizas natar - ik hou van zwemmen. In dit soort constructies eindigt de tweede vorm altijd op onbepaalde wijs. Hier zijn nog wat voorbeelden:

li odias spektar filmi - zij haten film kijken

el preferas dansar - ze geeft de voorkeur aan dansen

Jim mustas livar - Jim moet weggaan

Johan ne povas skribar - Johan kan niet schrijven

12. Een opsomming van persoonlijke voornaamwoorden

me - ik, me ni - we, ons

tu - je, jij

vu - u vi - jullie

il - hij

el - zij, haar, ze

ol - het

lu - 3e pers. algemeen li - zij, ze (meervoud)

on - men

vortaro

alstublieft - (bij vragen) voluntez; (bij aangeven) prego, yen

altijd - sempre

apparaat - aparato

asbak - cindruyo

bank - banko

bedreigd - minacata

belangrijk - importanta

bellen (telefoon) - telefonar

benzinestation - gazolineyo

over (betreffen) - pri

belangrijk - importanta

bericht - komunikajo

beste - kara

bibliotheek - biblioteko

bij - (voorzetsel) che

bioscoop - cinemo

boerderij - farmo-domo

boot - batelo

borstel - brosilo

borstelen - brosar

bos - bosko

brandweerkazerne - pumpisterio

café - kafeerio

cider - cidro

completeren - kompletigar

dak - tekto

dan (vergelijkend) - kam

dansen - dansar

dertig - triadek

dier - animalo

dinsdag - mardio

doen - agar (zie punt 8)

donderdag - jovdio

door - tra

doorgeven - pasigar

druk (bezigheden) - okupata

emmer - sitelo

ernstig - grava

fabriek - fabrikerio

feitelijk - faktala

fles - botelo

fotograferen - fotografar

gebeuren - eventar

gebied - regiono

gereedschap - utensilo

glas (drink-) glaso; (materiaal) vitro

gram - gramo

hakken - hakar

halen - querar

hand - manuo

heet - varmega

herinneren - rimemorar

hier - hike

hoek - angulo

hoe laat? - qua kloko?

honderd - cent

hoofd - kapo

hotel - hotelo

houden - tenar

hout - ligno

huis - domo

huisje - dometo

iemand - ulu

iets - ulo

informatie - informo

kammen - pektar

kanaal - kanalo; (televisie) kanelo

kantoor - kontoro

kapel - kapelo

kasteel - kastelo

kathedraal - katedralo

kazerne - kazerno

kerk - kirko

kilometer - kilometro

kroeg - taverno

kunnen - povar

kunstgalerie - arto-galerio

laatst - lasta

lezen - lektar

lieve - kara

lieverd - karo

lijst - listo

liter - litro

maaltijd - repasto

maandag - lundio

machine - mashino

maken - facar (zie punt 8)

meter - metro

moeten (verplicht) - mustar; (nog wat te doen hebben) - devar

moskee - moskeo

museum - muzeo

muur - muro

naaien - sutar

nacht - nokto

neerleggen - pozar

negentig - nonadek

nemen - prenar

nemen (een bus, trein, etc.) - prenar

nieuws (het -) - novaji (la -)

ochtend - matino

ochtendgloren - jorneskar

onlangs - recente

ooit - ultempe

oorlog - milito

over (betreffen) - pri

paleis - palaco

passeren - pasar

paus - papo

peper - pipro

pijn hebben - dolorar

pistool - pistolo

ploegen - plugar

politieagent - policisto

politieburo - policeyo

postkantoor - posto-kontoro

recent - recenta

regio - regiono

restaurant - restorerio

rivier - rivero

scheeraparaat - razilo

scheren - razar

schikken - konvenar

schilderij - pikturo

schip - navo

school - skolo

serieus - serioza

slaan - batar

slapen - dormar

snijden - tranchar

soms - ulfoye

soort - speco

spiegel - spegulo

stadhuis - urbo-domo

stalling - gareyo

station - staciono

steek laten (in de -) - abandonar

stelen - furtar

sterven - mortar

taart (hartig) - torto

tachtig - okadek

telefoneren - telefonar

tempel - templo

theater - teatro

trein - treno

twintig - duadek

uitkomen - konvenar

uur - (tijdseenheid) horo; (als tijdsaanduiding) kloko (zie punt 3)

vangen - kaptar

vannacht - canokto, honokto

veertig - quaradek

verdwijnen - desaparar

vermoorden - ocidar

vertrekken - departar

vijftig - kinadek

vliegmachine - aeroplano

vogel - ucelo

voorbereiden - preparar

vrijdag - venerdio

vuurtoren - faro

waarom - pro quo

wachten - vartar

wanneer - kande

wasserette - laverio

weggaan - livar

winkel - butiko

woensdag - merkurdio

zaterdag - saturdio

zenden - sendar

zestig - sisadek

zeventig - sepadek

ziekenhuis - hospitalo

zoeken - serchar

zout - salo

Zuid-Amerika - Sud-Amerika

zwembad - balno-baseno

EXERCARO 4

TERUG NAAR IDO-CURSUS