waait
Buiten waait de
wind de bomen kaal
terwijl de zon mijn kale
huid kil raakt,
vraag ik me
ondertussen zinloos af
waarom de vogels zo
star zingen
Binnen waaien hersens
door elkaar
terwijl de zon er niet
meer schijnt
schut ik gedachten
uit mijn haar
stel mezelf de
vraag
hoe het met haar
is
en kamt ze nu
haar haren
In een ander
teder licht
Kus mijn eigen
lichaam teder
en vertel tegen
mezelf
dat ik haar zo af
en toe
nog steeds een
beetje mis