TEELBALLEN
De uitwendige geslachtsorganen van de man zijn de penis en de balzak.
De balzak (scrotum) is een huidzakje, dat door een tussenschot verdeeld is in twee helften.
In elke helft ligt een teelbal en een bijbal.
De teelballen (testes, testikels) zijn twee eivormige klieren van drie tot vijf centimeter.
Teelballen voelen stevig en gespierd aan, toch bestaan ze uit sponsachtig klierweefsel. Dit klierweefsel produceert de zaadcellen. Verder bevatten de teelballen het mannelijke hormoon testosteron die zorgen voor de mannelijke kenmerken, zoals diepe stem,mannelijke haargroei en de verdeling van het vet.
Vaak hangt een van de ballen iets lager dan de andere.
Als je het plekje net achter je balzak voelt, zul je merken dat de penis achter de ballen door loopt.
De teelballen ontwikkelen zich uit een weefselrand aan de achterkant van de buikholte. Wanneer ze gevormd zijn, bewegen ze zich langzaam door de buikholte, zodat bij de geboorte elke teelbal zijn plaats in de balzak heeft.
Aan achterkant van elke teelbal bevindt zich de bijbal (epididymus) die als het ware bovenop de teelbal ligt. De bijbal bestaat uit hele kleine buisjes die het sperma uit de teelballen verzamelen. De buisjes komen samen in een grote buis: de zaadleider.
De temperatuur in de balzak is iets lager dan die in de buikholte. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen. De zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen waar ze tot rijping komen. Het duurt ongeveer tien dagen voordat de zaadcellen in de zaadleider terechtkomen.
Terug naar het Begin
