Dwergpinscherkennel
Dwergpinscherstandaard - Rasstandaard
Korte voorgeschiedenis
De dwergpinscher vond zijn oorsprong in duitsland en werd omstreeks de eeuwwisseling in grote aantallen gehouden. Uit vele kleurvarianten fokte men, zoals bij de Duitse Pinscher, de kleuren zwart met lichtere aftekeningen en de eenkleurige reebruine dwergpinscher.
Algemeen voorkomend beeld
De dwergpinscher is de verkleinde versie van de Duitse Pinscher, zonder de indruk te geven van verdwergd te zijn. Zijn elegante, vierkante bouw wordt duidelijk zichtbaar doordat zijn vacht kort en gladharig is.
Belangrijke verhoudingen
In de verhouding van lengte en hoogte zal de lichaamsbouw vierkant lijken. De totale lengte van de kop (neuspunt tot achterhoofdbeen) moet in de verhouding zijn van 1 /2 met de ruglengte (schoft tot staartaanzet).
Karakter
Levendig, temperamentvol, zelfzeker en evenwichtig. Dat alles maakt dat de Dwergpinscher een aangename familie- en begeleidingshond is.
Kop
De schedel is krachtig, gestrekt zonder uitstekend achterhoofdbeen. Het voorhoofd is vlak en loopt parallel met het neusbeen. De overgang van de schedel naar het neusbeen moet lichtgolvend maar duidelijk zijn. De neus is vol en zwart. Het neusbeen is recht.
De diepe onderkaak eindigt met een stompe hoek en is krachtig en afgerond. De lippen dienen de mond goed af te sluiten en zijn donker gekleurd. Het voltandig schaargebit is krachtig, goed sluitend en rein wit. Het bestaat uit 42 tanden. De kaakspieren zijn krachtig ontwikkeld, doch de kaak mag niet storend zichtbaar zijn.
De ogen zijn donker, ovaal, naar voren gericht, met aanliggende zwart gepigmenteerde oogleden. De oren zijn, ofwel klaporen, hoog aangezet in V-vorm met de binnenkant tegen de kop aanliggend en naar voren gedraaid in de richting van de slapen, waarbij de evenwijdige plooi niet boven de schedel uitsteekt, ofwel, in landen waar nog geen coupeerverbod bestaat, gelijkmatig rechtopstaand gedragen.
Hals
Edel gebogen, niet te kort, zonder aanzet harmonisch in de romp overgaand. De keelhuid is strak en ligt rimpelloos aan (droge hals).
Lichaam
De schoft is duidelijk zichtbaar het hoogste punt van de vaste rug. Deze laatste verloopt naar achter lichtjes schuin afvallend en is kort en strak. De lenden zijn krachtig. De afstand tussen de ribben tot aan de heupen is kort, daardoor komt de geslotenheid van de hond tot zijn recht.
Het kruis is licht afgerond naar de staartaanzet verlopend. De borst is matig breed, in dwarsdoorsnede ovaal, tot aan de ellebogen reikend. De voorborst is door het borstbeen markant gevormd. De onderborst stijgt licht naar achteren toe. De buik is matig opgetrokken. De staart, ongecoupeerd en in natuurlijke vorm, is harmonisch en vloeiend in het verlengde van het kruis doorlopend en licht opwaarts gedragen.
Ledematen
De voorhand : de voorpoten zijn stevig, recht, parallel en fors onder het lichaam geplaatst. Het schouderblad is schuin gezet, vlak aanliggend en sterk gespierd. De bovenarm is goed ontwikkeld en krachtig gespierd. De ellebogen moeten correct aanliggen. De onderarmlengte is in verhouding met de lengte van de bovenarm. De onderarm is van alle kanten gezien recht. Het voorvoetgewricht is niet verbreed. De voormiddenvoet is vast en van voren gezien kaarsrecht, van opzij gezien licht schuin op de grond staand.De voeten zijn kort en rond. Ze hebben vast tegen elkaar gesloten tenen (kattenvoeten) met donkere nagels en harde, stevige zolen.
De achterhand
Van opzij gezien schuin gezet, van achteren bekeken parallel lopend. Het dijbeen moet lang, passend met de harmonie van de hond, naar voren gericht, breed en krachtig bespierd zijn. De knie moet markant gehoekt, recht tussen boven- en onderbeen zittend, noch naar binnen gedrukt, noch naar buiten gericht. Het onderbeen moet lang en krachtig, in zijn lengte in de juiste verhouding met de totale achterhandconstructie passen. Het springgewricht geeft de hoeking duidelijk weer. De achtermiddenvoet is langer dan de voormiddenvoet, doch niet te lang, de harmonie mag niet gestoord zijn. De achtervoeten zijn zoals de voorvoeten, wel iets langer. Zij vertonen geen berenklauwen.
Het gangwerk
De hond heeft drie gangaarden. Stap, draf en galop. Aan de lijn loopt hij meestal in stap, soms in draf. Galop is mogelijk. Stap en draf voltrekken zich in diagonale volgorde. Typisch voor de draf is een ruimgrijpende, welwillende en vloeiende beweging, met krachtige stuwkracht uit de achterhand en vrije voortred. Van voor en achter gezien met rechtlijnige ledematenbeweging.
De huid
Moet strak aan het ganse lichaam aanliggen. (droge huid)
Haarkleed
Moet kort en dicht, glad aanliggend en glanzend, zonder kale plekken zijn. De kleur : a) bruin, van hertenbruin tot bruin in verschillende pigmenten (éénkleurig) ; b) Black & Tan , lakzwart haar met bruine aftekening. Aanbevolen is een mogelijke donkere, eenkleurige, scherp afgetekende deling op de borst. De aftekening zijn verdeeld : boven de ogen, aan de keel, aan de middenvoet der voorbenen, aan de poten, aan de binnenkant van de achterbenen en aan de anus. Twee gelijkmatige, van elkaar begrensde driehoeken aan de voorborst.
Grootte en gewicht
Bij reuen en teven ligt de schofthoogte tussen 25 en 30 cm.
Het gewicht bij reuen en teven ligt tussen 4 en 6 kg.
Fouten
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als fout aangegeven worden. De beoordeling dient in de juiste verhouding en graad van de afwijking te zijn. Als fouten gelden : de uitdrukking der geslachten (vb. als reu uitziende teef), plompe of te lichte, te kortbenige of te langbenige bouw, twijfelachtig uitzien, zware of ronde bovenschedel, mussenbekgezicht, appelkop, voorhoofdplooien, diep aangezette of zeer lange verschillende gedragen oren, te klare of te kleine of te grote ogen, losse keelhuid, tanggebit, korte spitse of smalle bek, te lange opgetrokken of slappe rug, karperrug, afvallend kruis, naar buiten gedraaide ellebogen, pasgang, vooraan peddelen, dun behaard, bruin haar gemengd met zwart, palingstreep, donkere zadel en alle kleurafwijkingen.
Uitsluitende fouten
1) Grove fouten van elke aard.
2) Reuen met één of geen teelbal, reuen moeten twee natuurlijk ontwikkelde teelballen hebben, die zich in de teelballenzak bevinden.
3) Veel fouten vertonend type
4) Gebitfouten zoals voorbijter, te zeer achterbijter, meer dan twee tanden die ontbreken.
5) Grove fouten zoals bouwfouten, haar- en kleurfouten.
6) Schuw of agressief karakter.
Deze site werd gemaakt door Herck Steve
