RICTUSEMPRA
In een zonnig weekend zat ik weer eens met mijn neus in het boek over duelleren.
Weer bij de bladzijde "Simpele en effectieve spreuken" Ik had de Tarantellegra
en de Locomotor Mortis al onder controle. Dit keer had ik de Rictusempra op
het oog, de kietelspreuk. Ik sloeg het boek dicht en liep door de open deur
naar binnen. Ik liep langs de trap omhoog ging rechtsaf en kwam weer langs de
spiegel die naar het magazijn leidde. Ik keek of er geen leraren of klikkende
leerlingen in de buurt waren en tikte met mijn toverstok op de lijst van de
spiegel. De spiegel ging open en ik stapte er in. De spiegel sloot achter me
en ik liep door de verlichte gang tot ik een deur tegenkwam. Ik opende de deur
en stond in het magazijn. Er lagen stukken perkament, veren, boeken, stoelen
tafels en achter in de kamer was nog een deur. Ik liep er naartoe en opende
hem voorzichtig. Ik gluurde naar binnen maar er was niemand. Ik ging ook hier
naar binnen. Ik was in een lege kamer, weer zag ik een deur en ging ook daar
in. Weer was er niemand en ik stond nu in een gang. Overal zag ik schilderijen
van etenswaren. Ik liep tot ik me iets herinnerde, ik stond in de gang waar
de deur van de keuken zich bevond. Ik zocht naar en schilderij en vond hem.
Ik kietelde de groene peer. De peer begon te gieren van het lachen en veranderde
in een deurknop. Ik trok het schilderij open en keek in de keuken. Ik ging naar
binnen en zag honderden huiselfen aan het werk. Ze bogen toen ik langsliep en
ze droegen allemaal een theedoek met het wapen van Zweinstein als kleding. "Welkom,
meneer, welkom." Piepte een elf. "Wenst meneer een kopje thee?" "Nee, ik lust
geen thee." Zei ik. "Hebben jullie wat boterbier?" Onmiddellijk kwamen er een
paar elfen met boterbier aan en geven het aan me. Ik had toevallig mijn tas
mee en ze vulden hem meteen met boterbier en gebak. Ik bedankte ze en keek nog
eens rond. Opeens kwam Foppe binnenzweven. De elfen begonnen te gillen toen
hij met rotte eieren begon te gooien. Ik trok onmiddellijk mijn toverstok en
zei "Locomotor Mortis!" Een bruine straal schoot op Foppe af. Foppe werd geraakt
en kon zijn benen niet meer bewegen. "Tarantellegra!" Riep ik en een witte straal
schoot op Foppe af. Foppe werd weer geraakt en zijn benen bewogen weer, dansend
en kwaad verliet hij de keuken. De elfen bedankten mij gaven me een extra zak
met lekkernijen. Ik klom de keuken uit en liep naar de leerlingenkamer. In de
leerlingenkamer was het aardig druk. Ik begon het boterbier met lekkernijen
uit te delen. Ik hield voor mezelf nog een beetje over. "Waar heb je dat vandaan?"
Vroeg Rubeus de een tompoes at. "De keuken." Zei ik. "Hij heeft het uit de keuken
gejat!" Riep hij. Ik liep naar de leerlingenkamer en verstopte de laatste restjes
eten en boterbier. Ik pakte mijn boek '1001spreuken' en liep weer weg uit de
leerlingenkamer. Weer buiten liep ik naar hetzelfde plekje als waar ik de avis
en de Locomotor Mortis leerde. Ik ging tegen de boom zitten en klapte het boek
open op pagina 34. 'Rictusempra, de kietelspreuk' las ik 'Deze spreuk gaat als
volgt, teken een rondje met zes uitsteeksels (ik keek naar het plaatje) dat
moet een vlo voorstellen. Ik tekende een vlo in de lucht. "Hm, eigenlijk wel
grappig." Dacht ik. Ik oefende de vorm nog een paar keer en las de spreuk 'RictusEmprA'
Ik zei het een paar keer hardop. "Rictusempra!" Zei ik. "Ja, dat zit er wel
in." Ik maakte de tekening van de vlo in de lucht en zei "Rictusempra!" Een
lichtgroene straal vloog uit mijn toverstok en verdween uiteindelijk. "Makkelijker
dan de Locomotor Mortis." Zei een grommende stem achter me. "Hallo maar weer
oom Alastor." Zei ik zonder me om te keren. "Deze keer help ik je niet Frisco."
Gromde hij. " Ik maak gewoon een wandelingetje." "Niet bepaald iets wat ik van
u zou verwachten." Zei ik. "Mijn angst voor duistere Tovenaars is afgezakt sinds
Voldemort voor de tweede keer is verslagen." Antwoordde Alastor. "Goed, ik geloof
u." Zei ik. "Maar ik ga weer verder met mijn oefeningen." Oom Alastor liep weer
weg. Ik keek hem na, tekende een vlo in de lucht en zei "Rictusempra!" Een lichtgroene
straal schoot in de richting van Alastor Dolleman. Maar hij keerde zich om en
riep "Finite Incantatem!" Een straal in alle kleuren vloog in de richting van
mijn Rictusempra." De stralen raakten elkaar en verdwenen met een zachte explosie.
"Maar dat betekend niet dat ik niet meer oplet." Zei Dolleman alvorens weer
weg te lopen. Ik schudde mijn hoofd en keek even op mijn horloge, 3 uur. Ik
zag een tuinkabouter lopen in de richting van de kassen. Ik tekende een vlo
in de lucht en riep "Rictusempra!" Een lichtgroene straal vloog in de richting
van de kabouter die omviel en verschrikkelijk begon te lachen. Ik maakte de
spreuk ongedaan en zei "Accio Tuinkabouter!" De tuinkabouter vloog in mijn hand,
ik zwiepte hem in het ronds en gooide hem weg. Ik liep naar het kasteel en ging
naar binnen. "Morgen weer Duelleeroefeningen in het bezweringenlokaal. "Kom
je ook mee naar de Zwerkbaltraining?" Zei Rubeus. "Of was je het alweer vergeten?"
"Oeps vergeten." Zei ik. "Accio vuurflits!" "Accio zwerkbalkleding!" Even later
kwam de vuurflits en mijn zwerkbalkleding naar me toe. Ik liep met Rubeus mee
naar de kleedkamer. "Vandaag een oefenwedstrijd tegen Ravenklauw, zonder snaai,
met extra jager." Zei hij. Ik trok mijn beukerbeschermers aan en daarover mijn
zwerkbalgewaad. Het team kwam naar buiten lopen. We wachtten even en daar kwam
het team van Ravenklauw ook naar buiten. Madame Hooch was scheidsrechter. Ze
floot en gooide de slurk omhoog. Ik vloog direct naar de doelringen. Geldsior
kwam met de slurk op me af, Rubeus mepte een Beuker in zijn richting maar die
werd ontweken. Geldsior gooide, ik vloog naar de slurk en… Hebbes! Ik gooide
de slurk meteen naar Dragonstein. Dragonstein naar…ik zal de details besparen.
De wedstrijd duurde tot 17:30. Toen Madame Hooch affloot was de stand 120-60
voor Griffoendor. "Die trainingen helpen wel hè?" Zei Sirius "Je bent al een
stuk beter sinds het begin." "Ja ik weet het." Zei ik. Toen we om 10 voor zes
naar de Grote Zaal liepen, gedoucht en wel, praatten we weer eens over zwerkbal.
"Als ik profzwerkballer zou worden zou ik echt bij de Montrose Magpies willen."
Zei ik "Die zijn echt goed." Na het avondeten gingen we naar de leerlingenkamer,
de kleine overwinning vieren en het huiswerk maken dat nog niet af was. Die
avond gingen we laat naar bed en ik sliep vrijwel meteen.
De volgende ochtend werk ik nogal vroeg wakker, om 7 uur. Ik bleef een halfuurtje
liggen maar ging er daarna toch uit. Er was niemand in de leerlingenkamer toen
ik langsliep en het was ook rustig in de Grote Zaal, Leo Jordaan, Chi Chang
en Geldsior waren de enigen. Van de leraren zat alleen Perkamentus aan tafel
en die praatte met Leo over Zwerkbal. Ik at mijn normale ontbijt, brood met
pindapasta en hagelslag er over heen. Na het ontbijt had ik nog een kort gesprek
met Geldsior over de wedstrijd van de vorige dag en liep daarna naar buiten.
Het was een zonnige ochtend en het dauw glinsterde op de grashalmen. Ik liep
langs de kassen van Kruidenkunde en zag weer een paar kabouters lopen die in
de tuin probeerden te komen. "Tarantellegra!" "Rictusempra!" Ik raakte er 4
maar de vijfde vluchtte het bos in. Drie dansten naar het bos en verdwenen uit
zicht. De vierde lag op de grond te lachen. "Accio Kabouter!" Riep ik en de
lachende kabouter vloog naar me toe. Ik sprak de tegenvloek uit en slingerde
hem het bos in. Ik liep verder naar de kassen en liep door naar de ingang van
het zwerkbalveld. Ik ging op de trap zitten. Na even van het zonnetje genoten
te hebben stond er iemand in de zon. "Hoi Rubeus." Zei ik "Yo Frisc." Zei Rubeus
in ging naast me zitten. "Lukt het een beetje met je vervloekingen?" "Ja hoor."
Zei terwijl keek hoe weer een kabouter naar de kassen sloop. "Rictusempra."
Een lichtgroene straal vloog naar de kabouter en raakte hem. "Accio kabouter."
De lachende kabouter vloog naar me toe. Ik sprak de tegenvloek uit en gaf hem
aan Rubeus. "Gooi maar het bos in." Rubeus slingerde hem een paar keer rond
en de Kabouter vloog een flink eind over het bos. "Dat is een flink endje. Die
zien we voorlopig niet meer terug." Zei ik. "Hoe laat is het?" Vroeg Rubeus.
Ik keek op mijn horloge. "8:30" "Dan hebben we nog wel even. "Zullen we alvast
een oefenduel houden?" Vroeg ik. "Mij best." We stonden op en gingen tegenover
elkaar staan. We bogen en toen. "Rictusempra!" Riep ik. Rubeus riep "Expellairmus!"
Een lichtgroene straal vloog op Rubeus af en een rode op mij. Rubeus viel op
de grond, hevig lachend, en ik vloog naar achteren terwijl mijn toverstok naar
Rubeus vloog. Ik viel ook op de grond. Ik stond op en liep naar Rubeus om mijn
toverstok te pakken. "Undonio!" En Rubeus stopte met lachen. "Sterke Rictusempra."
Zei hij terwijl hij de lachtranen uit zijn ogen veegde. "Die Expellairmus is
ook niet slecht." Zei ik daar op. We gingen door met duelleren tot het bijna
tijd was voor de duelleerklas. "Wij hebben alvast een warming-up gehad." Zei
Rubeus. Wie liepen het lokaal in. "Welkom, jongens en meisjes." Zei Perkamentus.
"Jullie kunnen een sparringpartner uitzoeken." Ik keek om me heen. Hagrid had
ik al mee geduelleerd. "Leo?" "Achter je!" Zei Leo. "Oké kinderen begin maar."
Zei Perkamentus. Leo en ik bogen naar elkaar. "Rictusempra!" "Flipendo!" Leo
lag lachend op de grond en ik was getackeld door Leo's Flipendo. "Tarantellegra!"
De lachende Leo stond op en begon lachend te dansen. "Laat…. Dat…. Lachen….
Stoppen!" Zei hij. "Antirictus!" Riep ik en hij stopte met lachen. "Locomotor
Mortis!" Riep Leo en een bruine straal vloog op me af. "Locomotor Mortis!" Riep
ik en mijn straal vloog tegen de zijne. Een lichte explosie en de stralen waren
verdwenen. "Undonio!" Riep ik en Leo stopte met dansen. Na dit duel wer ik tegen
over James O'Dallas gezet, de enige Zwadderaar die nog een beetje aardig is.
We bogen en "Rictusempra!" "Tarantellegra!" "Tarantellegra!" Brulde ik er meteen
achter. Mijn richting was een beetje mis maar mijn Rictusempra raakte wel. Ik
begon als een gek te dansen en James lag brullend van het lachen op de grond.
"Tarantellegra!" Riep ik weer. Deze keer schoot een witte straal op James af
en hij begon ook te dansen. "Oké Frisco, je hebt gewonnen." Zei Perkamentus
achter me. "Uitstekende strategie, hem eerst laten lachen zodat hij niets meer
kan zeggen." Zijn ogen hadden twinkeling. "Alastor had gelijk, je moet inderdaad
schouwer worden." "Undonio!" Riep ik. "Bedankt professor." James stopte met
lachen en dansen. Ook hij veegde de lachtranen uit zijn ogen. De hele middag
hadden we geduelleerd. Meestal hielp het wel om de tegenstander te laten lachen
maar ook ik werd geraakt door de kietelspreuk. Bij het avondeten konden over
niets ander praten dan goeie vervloekingen, spreuken en bezweringen. "Duelleren
is echt te gek." "Je maar een echte is toch we wat anders." Zo praatten we de
hele tijd door. Einde