Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

 

Start Omhoog Feedback Inhoud Zoeken

Archief

 


In dit archief kun je alle artikels die reeds verschenen zijn op deze site nog een teruglezen, vind je een bepaald artikel interessant klik dan op de naam en je gaat rechtstreeks naar het desbetreffende artikel, alvast veel leesplezier.

        Inhoud :

1. Eerste hulp
2. Kliermaagdiletatie
3. Kweekverslag groenvleugelara's
4. Mijn ervaring met gemeenschapsvoličres


1.Eerste hulp bij ongevallen?

Wees bereid om het leven van je papegaai te redden ! !

Positief denken is gezond, maar geloven dat je nooit een 'vogel-ongeval' zal hebben is NIET gezond voor je vogel(s). Vroeg of laat zal de wet van Murphy je inhalen en dan moet je gereed zijn.
Als een ongeval zich voordoet, is het te laat om je voor te bereiden. Er zijn verschillende manieren om zo een eerste-hulp-kit te maken. Er bestaan zelfs al kant en klare. Een eerstehulpkit kan letterlijk het verschil maken tussen leven en dood van die papegaai. Wat ik hieronder beschrijf is slechts enkel een leiddraad, dingen die nodig kunnen zijn, maar het kunnen ook dingen zijn die je (hopelijk) nooit nodig zult hebben.

Als je een ziekenkooi hebt, zul je nooit een aquarium of een thermometer nodig hebben.In die ziekenkooien bestaan er verschillende maten en els je NIET zo een kooi wilt of kunt kopen zijn er nog vele andere containers die hiervoor gebruikt kunnen worden, zoals kleinere kooien of een kartonnen doos.

Hier volgt een lijst van items die echt NODIG zijn :

  • telefoonnummers van dierenartsen
  • telefoonnummer van het anti-gifcentrum
  • twee dikke handdoeken
  • een container die groot genoeg is voor de vogel
  • thermometer om de temperatuur in de container te meten
  • verwarmingselement (zieke vogels MOETEN warm gehouden worden)

 De volgende zaken heb je meestal  reeds in huis :

  • Ether of iets dergelijks dat lijmresten of andere plakkerige toestanden
    kan verwijderen
  • Betadine of een ander ontsmettingsmiddel
  • Gedestilleerd water (voor het maken van eten, verzorging, enz.)
  • Steriele zoutoplossing (voor het spoelen van de ogen en om wonden
    zuiver te maken)
  • steriele doekjes en verbanden
  • voedsel (handopfok - moet in de diepvries bewaard worden voor indien
    het nodig is)

Gereedschap :

  • nagelknipper
  • nagelvijl
  • kleine schaar
  • klein, helder penlicht
  • vergrootglas
  • afplakband (voor het spalken van gebroken vleugels, enz op doktersadvies)
  • pincet
  • smalle lange tang (om gebroken bloedpennen, en dergelijke te verwijderen)
  • kniptang
  • voedselspuit, tas en lepel (om de zieke vogels te voeren)

TOP


2. Een fatale ziekte ??

Foto's Pakara België

Net zoals bij mensen heerst er onder de vogels ook een
fatale ziekte , namelijk
kliermaag dilatatie

PROVENTRICULAR DILATATION SYNDROME

oftewel  kliermaagdilatatie

Inleiding

Kliermaagdilatie of het proventricular dilatation syndrome (PDS) werd voor het eerst opgemerkt bij ara's. Het is een verwoestende ziekte bij meestal jonge papegaai-achtigen. De kliermaag is een kamer van het spijsverteringsstelsels juist voor de spiermaag. Wanneer die maag uitzet, kan de spiermaag niet langer voedsel verteren. Dit kan een levensgevaarlijk probleem worden bij eender welke papegaaisoort.
In het begin werd PDS vooral bemerkt bij ara's en kaketoes, maar tegenwoordig kom je ze bijna bij alle papegaaisoorten tegen.

Oorzaak

Daarover zijn de specialisten het nog altijd niet eens, maar meer dan waarschijnlijk wordt het veroorzaakt door een virus. Het onderzoek is moeilijk en duur. En wie laat opzettelijk zijn vogels besmetten, want dit is eigenlijk de enigste manier om een dier te onderzoeken, hoe spijtig het ook is. 

Symptomen

Vogels die dit probleem hebben worden zwak, verliezen gewicht en hebben moeite om op de stok te blijven zitten. Veel vogels zullen braken en er zijn onverteerde zaden in hun uitwerpselen.
Opbraken van een slijmerige vloeistof is een van de klassieke symptomen van PDS. Soms kunnen er zaadjes aan de bek en pluimen rond de bek plakken.

Diagnosis

Een goede diagnosis is enkel vast te stellen door een inwendig onderzoek, via een kijkoperatie wordt gezien of the kliermaag uitgezet is. Hierbij wordt een staal genomen en dat staal wordt verder onderzocht. In ieder geval is een goede en accurate diagnosis nodig want er zijn andere, niet zo ernstige ziektes, die ongeveer dezelfde symptomen hebben.
Jonge vogels en zieke vogels met infecties, kanker of met vergiftigingsverschijnselen kunnen ook een uitgezette kliermaag hebben.

Röntgenstralen zijn een belangrijke hulp bij het vaststellen van deze ziekte. De verschillende magen zullen een vergroting laten zien, die men met röntgenstralen kan laten zien door barium. Deze stof laat het toe om de verschillende structuren van het spijsverteringsstelsel duidelijk te laten zien. Het laat ook zien of het stelsel normaal is, dit bepalen ze door te kijken hoelang het barium nodig heeft om volledig te passeren.

Hetgeen dat nu volgt is zo een röntgenonderzoek. Maar eerst nog een beetje uitleg bij de foto's. De vogel ligt op zijn rechterkant met de kop naar links.

De eerste foto is van een normale vogel

Norm1.jpg (50831 bytes)

De volgende geeft de belangrijkste delen weer

Norm.jpg (53556 bytes)

                        LZ = luchtzak
                        PV = kliermaag
                        M = milt

De volgende foto toont duidelijk de enorm vergrootte kliermaag, aangegeven door de pijltjes.

Lat.jpg (71586 bytes)

Tijdens zo een onderzoek wordt barium aan de vogel gegeven om het spijsverteringsstelsel duidelijk te laten zien en om te zien of er geen andere oorzaken zijn.
Op deze foto zie je de met barium gevulde krop uiterst rechts, er is barium in de slokdarm (pijl in het midden). De spiermaag bezit ook barium (pijl uiterst rechts), maar de vergrootte kliermaag heeft geen barium erin. De kliermaag kun je zien juist links van de spiermaag.

Barium.jpg (63381 bytes)

 

 

Behandeling

Kliermaagdilatatie draagt een bar slechte prognosis. Elke vogel tot nu toe is aan deze ziekte gestorven. Er zijn wel medicijnen die het braken verminderen, ondersteunende hulp met vloeibaar eten, antibiotica en vaak kleine hoeveelheden eten toedienen, al deze middelen kunnen tijdelijk behulpzaam zijn. Maar op het laatste is er maar een uitweg.

KLIERMAAGDILATATIE IS EEN UITERST DODELIJKE ZIEKTE ! ! ! ! !

TOP


3.Kweekverslag groenvleugelara

Geschreven door Breughelmans Jef , foto's Pakara België

Onze hobby werd vergroot van papegaai naar ara op22-10-1991 met de aankoop van groenvleugelara's (Ara Chloroptera). Deze waren nog niet gesekst, maar toch gokte ik op een koppel. De ene was veel struiser dan de andere, "zodus een man" zeiden ze. Bij het vangen maakte het dier zoveel kabaal, dat ik voor de grap zei: "het zal een vrouwtje wezen aan het lawaai te horen". Wat bleek na het seksen? Het was verdorie nog waar ook. Nu heb ik na al die jaren dikwijls gezien dat arapoppen redelijk gezetter zijn dan de mannen, maar goed, het blijft gokken. Het was dus een koppel tot ons geluk, alleen waren ze nog maar 3 ŕ 4 jaar, dus kweken moest uitgesteld worden.

210_1groenvleugel.jpg (16813 bytes)Nog een verrassing stond ons te wachten. De ring van de man, Ara genoemd, werd een paar dagen na het overbrengen netjes in tweeën gedaan en tien dagen later was die van Sarak, de pop, ook verdwenen. Alsook takken met een diameter van 17 tot 30 cm verknaagden ze tot splinters. Ook brachten we ze twee jaar later een vat dat als nestblok dienst moest doen. Dit alles was na 1,5 maand helemaal gesloopt, alsook scharnieren, grendels en controleluik. Daar ze te jong waren om te kweken hebben we het vat maar een tijd laten hangen.

groenvleugelpaar02.jpg (61816 bytes)Sarak werd september 1996 nogal onrustig en zoals bij vele mannen verdween ook bij Ara het hoofdhaar, de kopveren in zijn geval. In allerijl knutselde ik een ander broedblok in elkaar met een bodem van 7 cm en rondom 3,5 cm dik. Sarak begon binnen het uur aan de verbouwing van de toekomstige broedruimte en maande Ara aan om te helpen. De houtkrullen die we nat ingebracht hadden, werden zo fijn gemalen, dat je deze als peper en zout kon gebruiken. Zodus verdwenen deze door de kieren van het blok. Dan begonnen ze het blok langs binnen systematisch te raspen, inclusief de bodem waar in januari 1997 een gat van circa 7 cm ontdekt werd. Geen probleem, zo dachten we, snel een bodem van nogmaals 7 cm onder de bestaande en klaar is kees. Dit zonder Sarak te kennen natuurlijk. Deze liet niet toe dat ik in de buurt van het blok kwam. Zo dus verwijderden we haar uit de voličre en kon ik aan het werk, maar waar zat Ara? Deze was in de nestruimte verdwenen en is er tijdens gans de tijd die ik nodig had om de herstelling uit te voeren er niet uit geweest. Oké, Sarak lossen en afwachten maar. Kwaad dat deze was en elke dag hierna verergerde dit. Zelfs bij het voederen dook ze bijna door het luik heen. Liefhebbers, verlies ze tijdens alles wat je doet geen seconde uit het oog of je kan wel eens iets missen aan je lichaam.

Ara zowel als Sarak kwamen altijd fruit en noten uit de hand eten. En dat doet Sarak sinds kort niet meer, ze heeft het enkel op de vingers of neus gemunt. Ondertussen was de bodembedekking in het blok door henzelf aangehoogd tot ongeveer 12 cm hoogte. Gelijk met de bovenkant van deze bedekking knabbelden ze onder het vlieggat een opening van 4 tot 5 cm. Even dacht ik aan een nieuw blok maar groter knaagden ze het niet, het zal wel een uitkijkgat zijn zeker. Half februari werd Sarak razend, ze sprintte over takken, vloog tegen de draad en beet naar al wat bewoog, met uitzondering van Ara gelukkig.

Eindelijk was het zover; het eerste ei was er op 25 februari en een tweede op 1 maart, veel later dan verwacht. Ons geluk is dat Sarak door haar agressiviteit uit het blok gestoven komt en tegen de draad komt hangen in de poging om ons te bijten; dit vergemakkelijkt namelijk de nestcontrole. Op 6 maart werden de eieren belicht en bevrucht verklaard. Wederom ongeduldig wachten tot uitkomst van deze eieren. Nooit gedacht dat het zo lang kon duren. Zondag 23 maart nog een kijkje nemen en ja hoor een eitje aangepikt wat op 24 maart tot een kuikentje leidde. Mooi door zijn lelijkheid zal ik maar zeggen. Een naakt diertje met de ondersnavel zo groot, dat de bovensnavel erin valt maar toch de moeite hoor. Het tweede jong had ergens twee dagen ingehaald zodat deze op 26 maart een frisse lucht kwam scheppen. A propos, het eerste jong heeft mijn vrouw de eerste maal te drinken gegeven doordat deze geen krop had. In de gaten houden dus. Onze ongerustheid was echter onterecht. Na de geboorte van het tweede kuiken werd de krop goed gevuld. Dat in tegenstelling tot de parkieten en andere ara's die we kweekten. Ara en Sarak namen beiden vanaf het begin voedsel tot zich en deelden met zijn tweetjes de schone taak hun jongen te voederen.

Ook het gat dat gemaakt werd ter hoogte van het versnipperd hout had een bedoeling. Het diende namelijk als afvalluik voor al wat niet gewenst was in het nest zoals mest, vederen en de eierschalen. Jongens, groeien dat die beestjes doen, na veertien dagen zijn ze in grootte verdubbeld en staan de ogen op een spleetje. Aan het voedsel zal het niet liggen daar we het grootste deel 's morgens geven en dit niet veranderd is tegenover het gewoonlijk meer geven.

Het is een samenstelling van zaden die bij de graanwinkel gehaald en door ons vrouwtje gemengd word in haar wasmand. Deze bestaat uit : 10 kg gemengde zonnepitten, 5 kg boekweit, witzaad, padie, tarwe, maďs, 2.5 kg gerst, haver, witte en rode dari, katja, millet en hennep. 's Avonds wordt afgewisseld een appeltje, nootjes of een mengeling van fruit en PT- food gegeven. Eenmaal per week worden in plaats van granen pellets verstrekt en eenmaal eivoer vermengd met kokvoer, een eetlepel roosvisee en een eetlepel calcium of eivoer met kiemzaad, roosvisee en calcium. Ook wordt af en toe  insectenvoer voor nachtegalen toegevoegd. Van alles wordt per koppel maar net genoeg gegeven, zodat ze in de middag al de kommen leeg zijn, dit is enkel in de beginne effen zoeken.

Op 12 april besloten we de jongen te ringen. Ze waren 19 en 17 dagen oud. Bij de jongste ging dit tamelijk vlot, maar de oudste had poten die door de twee extra dagen veel dikker en zeker niet gemakkelijk te ringen waren. Dus indien u jonge groenvleugels hebt, raden we aan dit te doen rond 16 ŕ 17 dagen met ringmaat 14 mm. Rond de 30ste dag verschenen de eerste kleuren, groen en blauw op de vleugels en staart en het eerste rood achter de oren. Dit laatste werd vervolgd op het hoofd en tegelijkertijd dons over het hele lichaam. Nu, 6 weken na de geboorte zijn ze in het bezit van groene en blauwe pennen van 2,5 ŕ 3 cm en de rode veren van circa 1 cm op hoofd en rug zitten vol dons, dus voor 75% grijskleurig. Op deze leeftijd hebben we ze uit het nest gehaald en naar een kennis gebracht waar ze verder tot handtamme ara's worden grootgebracht. 

groenvleugel03.jpg (69167 bytes)

 

TOP


4.Mijn ervaringen met gemeenschapsvoličres.

Geschreven door Oltmanns M en verschenen in de Pakara Nieuwsbrief van maart-april 2002

Men leest telkens weer artikels over succesvol kweken in gemeenschapsvoličres, waarbij het begrip "grote voličre" heel verschillend gedefinieerd wordt.
Het houden van verschillende soorten kweekrijpe paren in een voličre met een grondvlak van 3x6m is niet aardgerecht en in de regel veroordeeld om te mislukken.

Ook wij konden hier in den beginne enkel van dromen, tot wij 10j geleden een groot grondstuk konden aankopen. Vooraleer het huis werd gebouwd moesten de voličres klaar zijn; Naderhand vonden we deze voličres te klein en hebben we besloten andere, grotere voličres te bouwen waar we onze molukken en ara's plaatsten. In de oorspronkelijke voličres werden kleinere soorten papegaaien ondergebracht.

Bijkomend bouwden we een buitenvoličre van 14x8x3m (lxbxh) met een binnenvoličre van 8x3x3m, die eigenlijke voor de jonge vogels voorzien was.
Na een jaar stond deze voličre nog leeg aangezien wij enkel een bestand van 40 vogels hebben en onze jonge vogels op het ogenblik van zelfstandigheid telkens werden afgegeven aan andere kwekers.
Dus hebben we besloten deze voličre te gebruiken voor 5 paar Grijze Roodstaarten. Door onze dierenarts, die enkel papegaaien behandelt, ook zelf papegaaien houdt en ermee kweekt werden we gewaarschuwd voor de gevaren van een gemeenschapsvoličre. Toch hebben we het uitgeprobeerd: de voličre werd aan de behoeften van de grijze roodstaarten aangepast met enkele schutplaten waar de broedblokken werden aangebracht. De voličre was klaar en de 5 koppels werden erin geplaatst. De koppels werden met nagellak gemerkt opdat we de koppels uit elkaar zouden kennen.

Reeds na de kortste tijd stelden we vast dat de vogels zich omkoppelden. Geen enkele papegaai toonde interesse voor de broedblokken maar de pluimen van de vogels ontwikkelden zich positief daar ze zich niet, zoals in een kleinere voličre, verstopten. We dachten met onze gemeenschapsvoličre de juiste beslissing te hebben genomen zodat de vogels zich positief konden ontwikkelen.
Na enkele weken begonnen de eerste dieren zich voor de broedblokken te interesseren:" dit was het begin van het einde van onze gemeenschapsvoličre !".

We bemerkten een paar dagen later dat een mannetje zich alleen in de binnenvoličre bevond. We hielden de vogel nauwkeurig in het oog en we hebben hem op verschillende ziektes laten onderzoeken. Geen enkele ziekte werd vastgesteld.
We plaatsten hem in de buitenvoličre en sloten de binnenvoličre af. Aansluitend hielden we het gedrag van de papegaaien in het oog - niets speciaals gebeurde.
We plaatsten een camera op de voličre zodat de vogels niet konden zien dat we ze in het oog hielden. Na een korte tijd stelden we vast dat het mannetje door de andere vogels werd aangevallen. We hebben dit mannetje dan samen met zijn popje uit de gemeenschapsvoličre gehaald en apart geplaatst. Er gingen maar een paar dagen voorbij en hetzelfde scenario herhaalde zich. Uiteindelijk bleef er in deze grote voličre nog 1 paar grijze roodstaarten over;
We moesten tot onze grote spijt vaststellen dat ons doel van een gemeenschapsvoličre met kweekrijpe koppels mislukt was.

We hebben dan beetje bij beetje deze voličre voorzien van volgende vogels : twee jonge molukkenkaketoes, twee bonte boeren, een groenvleugelara, twee grijze roodstaarten en alle andere jonge nakweken die vanaf hun zelfstandigheid tot hun afgifte aan een andere kweker daar bleven. Met deze populatie hebben we helemaal geen problemen niettegenstaande men toch kan vaststellen dat er een zekere rangorde is. Zeer merkwaardig is, dat de rangorde niet volgens grootte of sterkte gaat, in tegendeel, de kleinste zoals de bonte boer, spelen de grote baas zonder door de andere vogels aangegrepen of gebeten te worden.

Indien men voorheeft nieuwe jonge vogels bij in de voličre te plaatsen moet men toch oppassen. Niet dat ze door de anderen gebeten worden, maar de nieuwe zijn meestal tamelijk bang en verstoord, wat door de anderen onmiddellijk wordt opgemerkt. Uit deze grond heb ik in de binnenvoličre een kooi van 2x1x1,5m geplaatst, in dewelke ik de nieuwe zet. Na een paar dagen laat ik de kooi openstaan en het duurt meestal 1 ŕ 2 dagen vooraleer de jonge vogels de kooi uit eigen beweging verlaten. Ze worden dan ook probleemloos door de andere vogels geaccepteerd.

Een andere negatieve ervaring hadden we later nog eens met twee grijze roodstaarten. Het ging hier over 3 ŕ 4-jarige dieren dewelke langzaamaan broedrijp werden. Ook bij dit paar stelden we een toenemende agressiviteit vast, dewelke zo ver ging, dat ik tijdens het voederen aangevallen werd. Wij hebben natuurlijk deze beide papegaaien terug uit de voličre verwijderd.

Mijn artikel is op grond van mijn ervaringen: een gemeenschapsvoličre is zeker een goede zaak voor losse vogels en jonge vogels waarbij zonder problemen verschillende soorten kunnen samen geplaatst worden. Voor broedrijpe koppels is zo een voličre echter niet geschikt. Eveneens op de gezondheid moet enorm geacht worden. Importvogels of nieuw verworven vogels moet men zeker niet onmiddellijk mee in de voličre plaatsen. Het veel gehoorde argument dat de dieren reeds een quarantaine achter de rug hebben is niet altijd doeltreffend aangezien vele ziektes pas na maanden uitbreken. Sommige dieren zijn dikwijls enkel drager van een bepaalde ziekte en kunnen zo uw gans bestand besmetten.
Het is in ieder geval aan te raden, vogels uit een vreemd bestand eerst geďsoleerd te plaatsen, ze eventueel door een vakkundig dierenarts te laten onderzoeken en ze pas na een persoonlijke quarantaine in de groep te plaatsen.

 

TOP



 

 


 

 

Start ] Omhoog ]

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan pakara@pandora.be.
Copyright © 2001 vzw PAKARA België
Laatst bijgewerkt: 28 november 2002