Dubieus: Aan de vleugels van een kraanvogel draaien en wachten tot er warm water uitkomt. Dubieus: Aan een homo vragen of hij het kontje van het brood wil. Dubieus: Aan een schaap dat aan de bar zit vragen of hij lam is. Dubieus: Achterin de kerk roepen dat je de kogel hebt gevonden. Dubieus: Babi gangbang bestellen bij de chinees. Dubieus: Bij een afrekening in het criminele circuit vragen om een bonnetje. Dubieus: Chauffeur zijn op een collectebus. Dubieus: Confetti kopen voor op je snipperdag. Dubieus: De Metro in de spits lezen en de Spits in de metro. Dubieus: De cursus lassen voor beginners die is afgelast. Dubieus: De haringen van een vistent pikken. Dubieus: De kaft van de Koran scheiden. Dubieus: De spits van het team van de tegenstander afbijten. Dubieus: De zoekfunctie niet kunnen vinden. Dubieus: Dikke vandalen die ruzie opzoeken. Dubieus: Een Bob zonder vrienden. Dubieus: Een Chinese invalide in een lolstoel. Dubieus: Een Dikke die aan de Dunne is. Dubieus: Een allergische student naar zijn uitslag vragen. Dubieus: Een avondje doorzakken op een kapotte barkruk. Dubieus: Een bamihap uit de Chinese muur proberen te halen. Dubieus: Een barman die met consumptie praat. Dubieus: Een beul die op maandagmiddag roept dat de kop er af is. Dubieus: Een bij-gelovige imker. Dubieus: Een bliksembezoek brengen tijdens een onweersbui. Dubieus: Een blinde die te diep in het glaasje heeft gekeken. Dubieus: Een bordeelhoudster voor pijpleiding uitmaken. Dubieus: Een boswachter die een uiltje knapt. Dubieus: Een brandbrief met een watermerk. Dubieus: Een dom blondje in een SMART. Dubieus: Een glazenwasser die ladderzat is. Dubieus: Een golfer die aan zijn hole krabt. Dubieus: Een gospelkoor dat voor het zingen de kerk uitgaat. Dubieus: Een groep voetbalsupporters in een trein rijtuig noemen. Dubieus: Een hengst die de tafel dekt. Dubieus: Een heroïnehoertje op naaldhakken. Dubieus: Een homo die nog maagd is analfabeet noemen. Dubieus: Een kannibaal die om de hand van je dochter vraagt. Dubieus: Een kapper met een onderscheiding. Dubieus: Een kapperszaak die permanent gesloten is. Dubieus: Een kok die roet in het eten gooit. Dubieus: Een konijn die een hazewind laat. Dubieus: Een kopstoot krijgen van een hoofdagent. Dubieus: Een matroos over de andere boeg gooien. Dubieus: Een missionaris die zich geen houding weet te geven. Dubieus: Een nicht die alleen solliciteert voor nevenfuncties. Dubieus: Een ober die een steakje laat vallen.