Soerat Ibrahim

- neergedaald te Mekka-

De situatie van de moslims in Mekka toen was die van een religieuze minderheid, die bovendien geen toegang had tot de machtsvorzieningen (economisch en politiek) en vervolgd.

Hoe kan men sterk zijn in dergelijke situatie?

Deze soera spreekt tot ons via een beeld: daarover kunnen we mediteren en dit kan ons iets leren over ons zelf, incha’allah.

Een boom waarvan de wortels stevig zijn, de takken reiken in de hemel en de vruchten zijn altijd aanwezig. De boom wil iets zeggen over jezelf. In alles wat je ziet is er een openbaring.

"Observe dans les signes l’enseignement de ton chemin"

« Ton regard à la qualité de ta foi »

De kruin van de boom stelt het geloof (mu’min) voor : de kracht

De wortels verwijzen naar het hart waarin het geloof zijn oorsprong vindt.

De takken en de vruchten zijn de acties: woorden en daden

Er is slechts kracht door het innerlijke. God geeft ons die kracht, maar het is onze verantwoordelijkheid om die verder te ontwikkelen.

Een boom zonder wortels, die is niet stabiel en verwijst naar een slecht woord. Het gaat om een persoon die onderworpen is aan de uiterlijke omstandigheden. Men moet zich hier vragen stellen over wat er aanwezig is in het hart: verlangen naar geld, macht, de auto. Deze zaken treden immers in concurrentie met God.

God bevestigt degenen die geloven.

"Il n’ya pas de voie s’il n’y a pas de prière."

« Donnez de ce qu’on vous a donné »

- waardigheid en respect : de manier waarop men zich kleedt

- kennis

"Il n’y a rien de divin si ce n’est Dieu"

Het gaat om een zuivering van het hart, een bevrijding van het polytheisme, egoisme en materialisme.

De weg van de islam is een brede weg waarop er verschillende ritmes en manieren van voortbewegen zijn. Niemand heeft het recht om over iemand te zeggen dat hij geen moslim is als hij niet akkoord gaat met een zienswijze. De weg wordt alleen bepaald door de Koran en de soenna.

Hoe kan je als moslim aanwezig zijn?

1. vasthouden aan een spiritualiteit: het geloof: de tawheed

2. de ethiek: wat halaal is, si duidelijk en wat haraam is, is ook duidelijk.

3. ageren en participeren eerst en vooral op het niveau van het hart: kijken naar zichzelf; door wie wordt het hart geleid?? Ten tweede op het niveau van de intelligentie: nood aan objectiviteit, geen emotionele reacties. Ten derde op het niveau van de familie.

4. onafhankelijkheid: men onderwerpt zich enkel aan God: intellectueel: geen dogma’s aannemen maar discussie en nadenken;ook politieke en financiële onafhankelijkheid.

5. Rechtvaardigheid ook t.a.v. kaafirs!! Onrecht blijft onrecht.