Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Ton en Pieter's Homepage

Reisverslag Zuid Amerika 2000

ZUID-AMERIKA 2000 Reisverslag: Zuid Amerika 2000

ZUID-AMERIKA 2000

Een impressie van de vakantie van Ton van Brakel en Pieter Pelders, die door Noord-Argentinie, Bolivia, Brazilië, Paraguay en Uruguay trokken met het openbare vervoer ter plaatse. Foto's van dit reisverslag zijn te zien op:www.angelfire.com/ar/patagonie/zuidamerika2000/page_01.html

 

VRIJDAG 20 OKTOBER 2000

Om kwart voor zes opstaan, douchen, Bets, Iris en Pieter zijn om tien minuten over zes in de Kruisstraat. Helaas is er nog geen krant die we onderweg kunnen lezen. Tien minuten later zijn we bij den Handwijzer waar we nog een bakje koffie drinken met pa en ma erbij. Dan rijden we naar station Oss waar we afscheid nemen van Bets, Gerda en Iris. De trein vertrekt om tien over zeven, en we reizen in de tweede klasse naar Schiphol.. Overstappen doen we in Den Bosch en in Duivendrecht. Om tien over halfnegen staan we op Schiphol, waar we inchecken bij de balie van United Airlines om vijf voor negen. Hierna wandelen we op ons gemak wat rond in de taxfree-zone. We kopen alleen een schrift voor mijn dagboek en dan naar het postkantoor Ik heb mijn huissleutels nog bij me, en ze worden aangetekend naar Herpen gestuurd. We gaan daarna lekker languit in een ligstoel liggen rusten en om 11 uur lopen we naar onze vertrekgate. We hebben vluchtnummer UA 959, die om 11.55 uur zou moeten vertrekken. We vertrekken een kwartiertje later in een Boeing 767-300 en we landen een uurtje later op Londen Heathrow (LT 12.15 uur. Tijdens de vlucht heeft Pieter zijn fototoestel kapot gemaakt, een rolletje verknalt en hierna gelukkig zijn fototoestel weer gerepareerd. We wandelen dan naar terminal 3 en daar moeten we nog een uurtje wachten waarna we naar Chicago O’Hara zullen vertrekken. We vliegen nu met een Boeing 747-400 (210 rijen met passagiers) en om drie uur in de middag rijden we de startbaan op. Een kwartiertje later zitten we in de lucht en de vlucht bevalt goed. We hebben lekker gegeten en komen om kwart voor twaalf aan op het vliegveld. Het is daar dan kwart voor vijf in de middag. We hebben pech, we staan ij de verkeerde rij voor de douane.. We hebben de langzaamste beambte van allemaal, maar hij is wel erg vriendelijk. Dan gaan we met een onbemande shuttle trein naar terminal 1. Bij de landing hadden we een prachtig overzicht over Lake Michigan en Chicago downtown. Want veel flats zien we niet. We snuiven dan nog even wat buitenlucht op, en bekijken de taferelen bij de ingang van de luchthaven De grote witte limousines rijden af en aan en er zit er zeker eentje bij met een bad erin. Hierna moeten we wachten tot tien over vier in de nacht voordat we weer verder vliegen. Dan vertrekt onze vlucht naar Buenos Aires.

 

ZATERDAG 21 OKTOBER 2000

We proberen wat te slapen bij de vertrekgate. Het inchecken gaat vlot, we hebben dan ook een zeer ervaren bemanning, en om halfvijf wordt ons vliegtuig achteruit gereden. Hierna stoppen we en blijkt iets aan de vleugels van het toestel kapot. Men moet dus de kapotte rechtervleugel repareren en we krijgen wat te drinken van de stewards. De reparatie duurt echter zo lang, dat men van bemanning wisselt. Wel jammer, want ik was graag de hele reis bediend door een steward die sprekend op Mathieu leek. Om kwart voor zes zijn we nog niet weg maar gelukkig kan ik vanuit mijn raampje de monteurs aan het werk zien aan de vleugel. We vliegen pas om tien minuten over zeven weg met een jongere bemanning aan boord. We hebben ditmaal echter een erg onstuimige vlucht, waarbij we af en toe flink door elkaar worden geschud. We landden dan met een vertraging van twee uur in Buenos Aires, waar het nu half een (locale tijd) in de middag is. Onze Europese tijd staat nu op halfzes in de middag. We nemen dan een bus van Manuel Tienda Leon naar het centrum van Buenos Aires. Eerst gaan we op zoek naar het reisbureau Asatej, waar we echter voor een dichte deur komen te staan in verband met de zaterdag. We lopen dan nog maar een klein stukje verder en belanden bij ons vaste adres in Buenos Aires, namelijk hotel O’Rei aan de Calle Lavalle. We hebben ditmaal kamer 2, waar we slechts 1 kingsize bed tot onze beschikking hebben en gelukkig ook een balkon om over de wandelpromenade uit te kijken. Het is dan inmiddels drie uur en gaan nu met de metro naar het treinstation Constitution om vandaar uit een locale bus te kunnen pakken naar El Caminito. Dat is een schilderachtig rustiek Italiaans straatje met gevels die in vele mooie kleuren zijn geverfd. We vinden na lang zoeken een locale bus die de goede kant op gaat. Een studentenstelletje helpt ons gelukkig, al stappen we wel wat te vroeg uit de bus. Het is vandaag echt prachtig weer, en vermoedelijk erg warm voor deze tijd van het jaar. In Argentinië is de lente vandaag pas begonnen en wel erg goed. We lopen dan langs de waterkant naar ons doel, onderweg kijken we naar de diverse roestige scheepswrakken en de enorme baggerschuiten. Deze schuiten hebben graafbakken die zo groot zijn als een gewone vrachtauto. Aan de roestkleur te zien worden deze schuiten ook niet meer zo vaak gebruikt, en zal de zwaar vervuilde rivier Rio de la Plata langzaam dicht slibben. Na een half uurtje wandelen bereiken we El Caminito, maar ik ken de buurt bijna niet meer terug. Men heeft er een echte toeristenbuurt van gemaakt, met commerciële eettentjes en erg veel souvenirkraampjes. De bussen droppen hier de toeristen en blijven staan te wachten. Men heeft hier de oevers van de Rio de la Plata geheel bestraat en een mooie promenade aangelegd. Hierop heeft men nog enkele plattegrondborden geplaatst, compleet met uitleg erbij. Ik ga meteen op zoek naar het café waar de eigenaar munten en bankbiljetten van de hele wereld verzamelde. Ik vind het café al snel maar het is helaas dicht. Er worden wel continu busladingen met toeristen gedropt, erg jammer. Het is toch veel leuker om deze mooie plekjes zelf proberen te vinden en er niet met de bus in een zetel ernaar toe worden gebracht. We gaan dan naar de Plaza de Mayo met de bus en krijgen zodoende een excursie door de stad. Hierna gaan we weer terug naar ons hotel, om even op het balkon uit te rusten onder het genot van een biertje. We gaan bij onze buurman eten, het restaurant Acapulco en ik laat me een lekkere biefstuk voorzetten. We blijven echter niet zo lang zitten, want het begint in de verte al te onweren. Het zal de hele avond blijven onweren, stormen en regenen. We hebben er niet veel van gemerkt, want we zijn met onze kleren aan op bed in slaap gevallen. Het vliegen heeft dus toch zijn tol geëist

 

ZONDAG 22 OKTOBER 2000

Om negen uur opgestaan, en om tien uur genieten we al van een ontbijtje bij de McDonalds. We gaan nu op pad naar de vlooienmarkt op Plaza Dorego. Het was daar erg leuk en er was veel te zien. Men verkocht er allerlei snuisterijen, zoals oude camera’s verschillende locale handwerken, buitenlands briefgeld etc. Er zijn veel kraampjes, en de mensen staan te kijken naar het tangodansen, uitgevoerd door een jong stel en een ouder echtpaar en de passie druipt er vanaf. We wandelen vanaf het plein gewoon door de wijken heen en bekijken het leven om ons heen. Veel valt er echter niet te zien in vergelijking met b.v. Bangkok, omdat hier voornamelijk kantoorpersoneel werkt. Hierna gaan we terug naar de metro en we blijven nu een tijdje onder de grond. We rijden twee metrolijnen af om de stations te bekijken. De lijnen A en E hebben we compleet uitgezeten. Lijn A begint met station Plaza de Mayo. Dat is een oud station en erg leeg en saai. Het volgende station is Peru en ziet er nostalgisch en oud uit met mooie posters annex schilderijen. Station Piedras is een saai stationnetje met toch leuke tegeltjes in de kleuren creme-groen en wit. De meeste metrostations houden daarna de stijl van Piedras aan met dien verstande dat ieder station een andere hoofdkleur heeft. De meeste stations zien er ook netjes uit, de stations Castro Barras en Acoyte ondergaan momenteel een restauratie en het eindstation Primera Junta is hier eigenlijk ook aan toe. Niettemin Lijn A bestaat uit 12 stations en is een oude en nostalgische lijn en niet voor niets de oudste metrolijn van Zuid Amerika. Lijn E bestaat uit 15 stations, en het merendeel is qua uiterlijk hetzelfde als de overige stations en af en toe heeft men enkele taferelen op de muren met behulp van ingekleurde tegeltjes. We gaan dan naar het treinstation Retiro om daar te lunchen en reizen daarna weer verder met de metro naar Plaza Italia. We stappen hier uit en we hebben hier de vorige vakantie al wat rondgelopen. We zijn toen o.a. naar de dierentuin geweest en de botanische tuinen. Nu lopen we de andere kant op, en komen terecht in de rozentuin. Het is het gebruikelijke zondagse tafereel hier, de inwoners van Buenos Aires komen hier roeien over de roeibaan en ze skeeleren en fietsen over speciaal daarvoor aangelegde asfaltpaden. We lopen zo door in de richting van het nationale vliegveld en voor we het weten staan we oog in oog met de start- en landingsbaan. We bekijken hier een uurtje het opstijgen en landden van de diverse binnenlandse vluchten. We steken dan een grote weg over en komen dan uit op de promenade langs de oceaan. Het is erg druk en overal staan geparkeerde auto’s Hier zitten vele mensen (in de auto’s op de bankjes of meegebrachte stoeltjes) zich te vermaken met vissen, barbecuen of het luisteren naar de radio. Onderwijl kijkend welke mensen er allemaal langs komen lopen. Zien en gezien worden is hier het devies. Na een tijdje alles te hebben aanschouwd, nemen we de bus terug naar station Retiro en vandaar uit nemen we de metro naar onze thuisbasis, metrostation Lavalle. We brengen een gedeelte van de avond door op ons balkonnetje van Hotel O’Rei. Hier gaan we ons verdiepen in ons volgende reisdoel en we zullen onze reis vervolgen naar Noord Argentinië Het blijft gelukkig de hele avond droog en tegen negen uur in de avond gaan we weer genieten van het Argentijnse vlees, Hierna pikken we een bioscoopje, en van halfelf tot kwart voor een kijken we geboeid naar de film Gladiator. Overbodig om te vertellen dat we hierna als een blok in slaap vielen, onder verregaande invloed van de vermoeidheid en de jetlag.

 

MAANDAG 23 OKTOBER 2000

Om halfnegen opgestaan, douchen en onze spullen inpakken want we moeten voor 10 uur van onze kamer af zijn, anders moeten we nog voor een dag betalen. We laten onze rugzakken achter bij de receptie en gaan dan naar ASATEJ, een (studenten)reisbureau op Calle Florida 835. Hier regelen ze voor ons in een mum van tijd een vliegticket naar Salta, met de vliegtuigmaatschappij Aerolineas Argentinas. We zijn hiervoor 120 US dollar per persoon kwijt, inclusief luchthavenbelasting. Over een uurtje kunnen we onze tickets ophalen bij de kassa van het reisbureau. We ontbijten in een cafeetje aan Calle Lavalle. Hier kunnen ze een heerlijk bakje koffie zetten, in tegenstelling tot menig ander koffieschenker. We nemen er drie croissants bij en ontbijten op ons gemak en werpen af en toe een blik in de Spaanstalige krant. We lopen daarna wat door de winkelstraten, we bekijken enkele boeken, en kopen postzegels en ansichtkaarten. Later blijkt dat we voor vijf gulden een ansichtkaart naar Europa kunnen versturen. In het park van Plaza Martin schrijf ik mijn kaarten, en hierna lopen we weer terug naar het reisbureau om onze vliegtickets op te halen. We hoeven hier nog maar tien minuutjes te wachten en dan zijn we klaar voor de volgende etappe van onze vakantie. We eten dan in een tentje, vlakbij het reisbureau, een overheerlijke hamkaas c.q. groentetaart. We lopen dan terug naar ons hotel O’Rei waar de jonge receptionist voor ons een kamer weet te regelen bij señora de Toffoli in Salta. We nemen dan afscheid van hem en vertrekken dan met bus 45 (vertrekt op de hoek van Tucuman met Lavalle) naar het nationale vliegveld Aeroporto Jorge Newberry. We zijn tegen halfvier op het vliegveld en kunnen lekker vroeg inchecken. We komen in het vliegtuig terecht op rij 4, op de scheiding met de businessklasse, dus is er sprake van veel beenruimte. We gaan weer naar buiten, maar het is wat te fris voor Pieter dus die blijft in de vertrekhal van het vliegveld. Ik loop weer terug naar onze spotplek, de plek waar we gisteren geweest zijn, doch er komen vandaag niet zo veel vliegtuigen meer over.

Maar toch zie ik, gewapend met regenjas, pet en verrekijker, nog menig vliegtuig landen of opstijgen. Dit duurt tot vijf uur, waarna ik langs het luchtvaartmuseum terug wandel naar het vliegveld. De bordjes met uitleg die bij de vliegtuigen staan, weet ik te lezen met behulp van mijn verrekijker. Terug op het vliegveld eten we wat bij het peperdure restaurant en dan wachten we geduldig af totdat we aan boord kunnen van het vliegtuig. Om tien voor halfzeven checken we in en we worden met een bus naar de ingang van ons vliegtuig gebracht. Ditmaal vliegen we met een Boeing 737-200 en om kwart over zeven vertrekken we. Het opstijgen gaat goed, doch meteen als we in de lucht zijn gaat het bijna steil omhoog. We hebben lekker veel beenruimte en we krijgen als eten sandwiches met ham/kaas en een biertje. Eenmaal boven de wolken valt er niet zo veel meer te zien, en we kaarten dan ook enkele potjes en nemen nog snel een hazenslaapje Tegen halftien landden we erg ruw op de natte landingsbaan van het vliegveld van Salta. Nadat we onze bagage te hebben opgepikt, rijden we met een busje van Airbusses mee naar het centrum van Salta. De regen plenst hier werkelijk naar beneden, en het regent al een tijdje als we al die grote regenplassen bekijken. We worden als een van de laatsten van het busje afgezet bij het residencial van Señora de Toffoli. Het is een leuk en gezellig pension, en we worden hartelijk verwelkomd door de eigenaresse. Helaas kunnen we maar een nacht blijven, want morgen zit het hele pension vol met Nederlanders. Niet een paar, neen, zestien Nederlanders komen morgen met hun reisleider daar slapen. We zoeken morgen gewoon een andere slaapplaats, geen probleem. We lopen daarna in de stromende regen door een deel van het centrum van de stad, en we hebben snel al een winkel gevonden om wat spullen te kopen. Sommige straten staan al blank, en we moeten oppassen dat het verkeer ons niet nog natter spat dan de regen al doet. We genieten in het pension nog even van het frisse Salta-bier, nadat we onze natte spullen te drogen hebben gehangen op de binnenpatio. We lezen nog wat en gaan daarna slapen in goede bedden.

 

DINSDAG 24 OKTOBER 2000

Om kwart voor negen opstaan, even douchen en daarna rekenen we onze overnachting af. We moeten 20 dollar betalen voor de kamer en we nemen afscheid van de vriendelijke eigenaresse, Maria de Toffoli. We gaan dan op pad naar Residençial San José, dat ligt enkele blokken van ons vorige pension verwijderd. Hier kunnen veel meer mensen slapen, hoewel dit een stuk minder luxueus is. Alle kamers staan vol met bedden en stapelbedden. Na de rugzakken te hebben gedropt, gaan we nog even naar de gemeenschappelijke ruimte waar we kennis maken met een pasgetrouwd stelletje uit Waalwijk. Zij zijn al naar de watervallen van Foz de Igųazu geweest, deze watervallen bevinden zich op de grens van Braziliė en Argentinië We geven hen enkele tips voor Chili en het zuiden van Argentinië We lopen daarna door de stad, en kopen een paar broodjes bij de bakker en peuzelen die onderweg lekker op. We lopen dan naar de berg San Bernardo, die wiens top op een hoogte ligt van 1454 meter. Deze berg kan op de top bezocht worden, te voet via 1036 trappen of met de kabelbaan a 6 dollar per persoon. We gaan met de trap en een dik half uurtje later staan we boven op de berg. Toch wel even afzien, want het zweet gutst alweer van mijn body en dat terwijl de plaatselijke bevolking deze trappen gebruiken als een soort trimbaan. Een mooi uitzicht over Salta, dat ongeveer 370000 inwoners telt, twee voetbalstadions en enkele kerken. We blijven nog even genieten van het mooie uitzicht en na een tijdje lopen we weer terug naar beneden, en dat gaat een stuk makkelijker dan omhoog. We kopen nog wat fruit en gaan daarna naar de busterminal om te kijken hoe laat de bussen naar het Noorden vertrekken. Dan op naar het restaurant El Viejo Jack, maar dat is zo laat in de middag nog niet geopend. We lopen dan eerst weer naar de Mercado Central, oftewel de centrale markt. Hier is het echter niet zo druk, en er zijn niet zo veel standjes waar we een klein hapje kunnen eten. We zoeken het liefst een eettentje waar het lekker druk is en je dan verse voedingswaren krijgt voorgeschoteld. Aan een van de uitgangen vinden we een leuk tentje en we nemen enkele stukken pizza en empanadas, aangevuld met aanmaaklimonade. Totale kosten zijn 2 dollar, oftewel F 5,20. Meteen weer enkele bedelaartjes om ons heen, maar we weren ze vriendelijk af. We praten ook nog wat met een posterverkoper, o.a. over het voetbal (Boca Juniors, of River Plate). Ook verkocht hij posters waarop de kleine kinderen leren rekenen. We kopen dan nog een biertje voor bij het Residençial en lopen dan naar ons Residençial toe. Het is nu halfzeven en we lezen wat in de gemeenschappelijke ruimte en tegen halfnegen lopen we wederom naar restaurant El Viejo Jack. We krijgen hier prima eten voorgeschoteld voor 20 dollar. Echt, ik heb hier een biefstuk of die zijn weerga niet kent qua grootte en smaak. We lopen daarna via een andere route weer terug naar ons Residençial (op een kleine omweg na, in stromende regen) en gaan daarna onder zeil. We trekken morgen weer verder, het kleine dorpje Humahuaca is ons volgende reisdoel.

 

WOENSDAG 25 OKTOBER 2000

Om halfacht opgestaan, douchten, afrekenen met de hospita, en we nemen afscheid van het Nederlandse stelletje dat op het punt van vertrek staat voor een excursie in de omgeving van Salta. Het regent echter pijpenstelen dus we besluiten om een taxi te nemen naar de busterminal. We lopen eerst nog een stukje, zodat de taxi geen omweg hoeft te maken maar rechtstreeks naar het busstation kan rijden. We kopen hier een ticket voor een busrit naar Humahuaca, waarbij we in San Salvador de Jujuy moeten overstappen. We reizen nu met Atahualpa, en deze bussen zijn echt in geen vijf jaar meer gereinigd. Pikzwarte witte gordijntjes, loshangende stukken plastic, vuile ramen met graffiti besmeurde stoelen etc. Maar goed, we komen veilig aan in Jujuy en het landschap is nogal bergachtig en erg mooi. Het straalt een soort berusting uit en geeft aan hoe nietig wij mensjes eigenlijk wel niet zijn. Bij de busterminal stappen we uit, en het loopt nu tegen elf uur. Hier moeten we wachten op onze aansluitende bus naar Humahuaca. Tijdens het rondwandelen op het busstation komt Pieter tot de ontdekking dat hij zijn fotocamera in de bus heeft laten liggen. We snellen ons terug naar de aankomstplaats van de bus, maar de moed zinkt ons in de schoenen. De bus is alweer vertrokken, en we balen als een stekker. We hebben in het eerste deel van onze reis al zulke mooie foto's gemaakt van het Andesgebergte. We vragen dan maar bij de balie van Atahualpa waar de bus gebleven is en we vertellen dat we onze fotokamera in de bus hebben laten liggen. De man stelt ons gerust en vertelt ons dat we even moeten wachten op de bus, dezelfde als waarin we gezeten hebben, die straks weer terug komt naar het busstation. We moeten even slikken als we de bus weer zien verschijnen, Pieter stapt de bus in en gelukkig ligt Pieter's fotocamera nog trouw op zijn baasje te wachten. Phoe, over geluk hebben we in het begin van onze vakantie niets te klagen. Afkloppen. Even later blijkt dat de bus van Atahualpa niet helemaal vol is, en we mogen bij de buren van La Quiaquena meereizen. We kijken eerst nog even op ons gemak rond in de busterminal, waar het leven bruist van jewelste. We stappen om half een in een mooie, luxe bus. Het miezert dan een beetje als we hoger de bergen inrijden. Ik mag even van een medepassagier de sportkrant lezen, en de uitslagen van de Champions League staan er gelukkig ook in. PSV heeft van Dynamo Kiev gewonnen met 1-0 in een uitwedstrijd. Anderlecht wist Manchester United thuis met 2-1 te verslaan. Helaas heeft PSV nog kansen op het bereiken van de volgende ronde nog niet veilig gesteld. Ze moeten nu zeker van Anderlecht winnen, in de thuiswedstrijd, anders is het einde verhaal. En dan plots komt er een overweldigend mooi landschap tevoorschijn, genaamd Quebrada de Humahuaca. Het is net een maanlandschap, een enorme vlakte hoog in de bergen. Waar de stroompjes water zich een weg ploegen door het rotserige en zanderige gedeelte van de vallei. In tijden van regen gaan hier vermoedelijk miljoenen m3 water in een mum van tijd door de smalle vallei. Hierdoor ontstaan hoge stroomsnelheden en worden de randen van de rotsen weer wat verder afgeschuurd Men heeft geprobeerd deze schurende werking tot stilstand te brengen door de stroming op de oevers te laten breken. Men heeft o.a. grindkoffers, geheide damwanden en driepoten geplaatst. Toch blijft de rivier sediment afvoeren doordat deze gekleurde bergen (geel, rood, grijs) veelal bestaan uit klei of leem. Ieder jaar zorgt het wassende water ervoor dat het sediment was los ligt wordt afgevoerd. Er ontstaan hier prachtige kunstvormen in de natuur, onder invloed van de natuur zelf. Het wordt zeker een hele mooie en onvergetelijke busrit door deze prachtige bijna ongerepte hoogvlakten van het Andesgebergte. We naderen dan Humahuaca waar de bus door de gendarmerie wordt gecontroleerd. Ze beginnen de controle achter in de bus en totdat ze bij Pieter zijn aanbeland en dan stoppen ze ermee. We rijden dan weer verder en binnen 5 minuutjes komen we aan bij de busterminal van Humahuaca. Hier treffen we een reisleidster van Sawadee aan, zij heeft ons met haar groep Nederlanders verjaagd uit het pension van Maria de Toffoli te Salta. Ze praat niet veel, maar zegt wel dat Bolivia veilig is. Ondertussen zoekt Pieter naar een geschikte slaapplaats en ik houd onze reistassen in de gaten. Eigenlijk hoeven we hier onze bagage niet in de gaten te houden, want het is een leuk, klein en toeristisch plaatsje. Het is ingesteld op toeristen die vanuit Salta een dagtrip maken en tegen de middag komen ze dan in Humahuaca aan. Daarom zijn alle restaurants alleen in de middag geopend en in de avond is menig restaurant dan helaas gesloten. Al helemaal afhankelijk van die toeristen zijn de verschillende souvenirstandjes. Deze proberen elkaar de loef af te steken door hun geluidsboxen steeds tegen elkaar op te hitsen en de volumeknop steeds verder open te draaien. Dan is Pieter weer terug van zijn zoektocht naar een slaapplaats. We slapen vlakbij het busstation in hostel Café Bar Posada El Portillo voor 6 dollar per persoon. Het is een soort jeugdherberg, maar omdat er bijna geen toeristen in het dorpje zijn, hebben we dus het "rijk" voor ons alleen. We installeren onze spullen en lopen het centrum van het dorpje in. Ook hier worden de helden van het land weer vereerd. Er staat een enorm standbeeld, zeg maar een giga-monument voor een van de vele bevrijders van het Andesgebergte. Men had al dat geld toch veel beter kunnen verdelen, maar goed. Van hieraf maken we enkele foto’s en lopen dan verder door het stadje, Het is een toeristisch geheel met veel locale inwoners wachtend op de grote drommen toeristen die vandaag en morgen toch niet zullen komen. Het is er het seizoen nog niet voor, maar weten die mensen toch niet beter. We bekijken de restaurants, alsmede de Mercado central. Hierna nemen we tijd voor een siësta waarna we in de middag het stadje uitwandelen en daar de bergen van klei en/of leem gaan beklimmen. We steken hiertoe de droge rivierbedding over en als we eenmaal boven op die bergen staan verkrijgen we een prachtig uitzicht over het dal. De ondergaande zon dient zich dan ook aan en weer een mooie gelegenheid om enkele foto’s te knippen. De bergen zijn hier dus van klei en leem, en als je wat aan durft te raken of je stoot tegen de berg, dan vallen er altijd wel enkele stukjes uit. Een homp klei valt helemaal uit elkaar als ik hem probeer op te rapen. Vermoedelijk gaat de erosie van dit soort bergen een stuk sneller dan de normale stenen bergen van de Andes. We lopen daarna weer terug naar het dorp om wat te eten in een restaurant. Doch wat ik in de middag al voorspelde, in de avond is er geen enkel restaurant open. We hebben geluk, bij de plaatselijke friettent weten we friet en een halve haan p.p. te regelen. Aangevuld met een lekker rood wijntje en enkele glazen bier, brengen we prinsheerlijk de avond door op onze slaapkamer. Onze rust wordt alleen verstoord door de hond van de eigenaar van het pension. Hij heeft het gebakken haantje geroken en lust ook wel een stukje. Ik weet hem naar buiten te lokken met enkele frietjes en barricadeer daarna de deur. Hierna nog enkele spelletjes triviant (Pieter is winnaar) en we kruipen onder zeil.

 

DONDERDAG 26 OKTOBER 2000

We blijven vandaag even uitslapen en nemen tegen tien uur de bus naar Uquia, een klein dorpje in de buurt en in het bezit van een mooi en oud kerkje. Na een twintigtal minuten in de bus vanuit Humahuaca, stappen we uit en lopen naar de bergen toe. Eerst een brug over, en hier zien we al dat men een gedeelte van het langsstromende water, de enkele stroompjes die de rivier nu heeft, wordt afgescheiden ten behoeve van de irrigatie van hun weide en landbouwgronden. We lopen dan verder over een onverharde weg en klimmen daarna een stukje omhoog de berg op. We kunnen dan niet vierder en lopen dan maar langs een paadje. Dit paadje loopt langs een aangelegd irrigatiesysteem, vanhier af verlaten enkele kanaaltjes de hoofdstroom. Deze kanaaltjes zijn weer af te sluiten met behulp van een stuk gesteente. Het water dat zich in dit systeem bevindt, komt vermoedelijk niet van de rivier omdat het zeker een viertal meter hoger ligt dan het waterpeil in de rivier. Dit water zal dan wel uit de bergen komen, want dit machinaal oppompen is wel een erg dure grap. En een molen of iets dergelijks om dat water dan zonder energiekosten omhoog te pompen, is in de verste verte niet te bekennen. Dan lopen we de berg af naar het weggetje, doch we moeten nog twee afgebakende weilanden door, gevuld met koeien c.q. stieren. We

lopen daarna wat rond in het kleine dorpje, en bekijken het kerkje van binnen. De koster komt al snel aangelopen, en maakt daarna de binnenverlichting aan en kunnen we zonder gebruik van de flitser toch een redelijk mooie foto maken. We doen daarna wat kleingeld in het fooienpotje van de koster. Hierna lopen we nog wat rond in het dorp en ontbijten op ons gemak in de schaduw. Het begint al redelijk warm te worden, ik werk mijn dagboek bij en Pieter loopt nog even naar de begraafplaats aan de rand van het dorp. We gaan daarna weer terug naar Humahuaca, en we installeren ons in het koele bushokje. Hier blijven we wachten en kunnen alleen maar hopen dat er snel een bus aankomt. We hebben geluk, na een half uurtje wachten, en kunnen instappen in een minibusje. Binnen korte tijd zitten we dan alweer in Humahuaca en laten ons aan de rand van het dorp afzetten. We lopen door het dorpje heen, en bekijken enkele kinderen die aan het sporten zijn. Ze krijgen volleybal onderricht en aan de rand van het speelveld basketballen enkele jongens. We lunchen daarna in een restaurant, en nemen het dagmenu. Dat bestaat uit een stukje couscous met citroen, een stukje vlees met aardappelpuree in combinatie met ui en tomaat. En een toetje toe. Het is nu tijd voor een siësta en we brengen de rest van de middag door in ons hostel. Pieter geniet van zijn rust in de hangmat op de binnenplaats en ik zoek de koelte van onze kamer op, en nestel me op het onderste gedeelte van het stapelbed. Tegen halfvijf lopen we weer het dorp uit, en wel in dezelfde richting al gisteren. Maar bij het bruggetje slaan we nu links af en blijven de rivier een tijdje volgen. Het weggetje buigt daarna van de rivier af en loopt de bergen in. Een stukje verderop, bij de splitsing besluiten we om de bergen op te klimmen en maken enkele foto’s. Er bevinden zich hier enorme cactussen op het open veld, naast de bedding van de rivier, terwijl op de achtergrond de ondergaande zon achter de heuvels verdwijnt. We zien ook enkele vogeltjes, en ze lijken erg veel op kolibries. Het blijkt dan dat ze ook achteruit kunnen vliegen, dus het is in ieder geval familie van de kolibrie. Even later blijkt dat het beklimmen van deze bergen makkelijker is dan het afdalen, het afdalen duurt langer vanwege de helling in combinatie met de losliggende brokken gesteente. Als je hier naar beneden schuift, is het te hopen dat er zich geen cactus op je weg bevindt. Behoedzaam dalen we af en komen allebei heelhuids beneden. Beneden aangekomen lopen we weer terug in de richting van Humahuaca, en blijven de grotendeels droge rivierbedding volgen. Men heeft zelfs in de rivierbedding geultjes gegraven om zodoende hun eigen landerijen van water te kunnen voorzien. We zien in de verte een kudde geiten, en steken dan de rivier over naar het dorp. We kopen nog wat broodjes, vlees en bier en blijven de rest van de avond in onze kamer. Morgen reizen we weer verder met de bus naar Potosi en dat zal wel een lange dag worden, en een reden voor ons om vandaag vroeg onze kooi in te duiken. De hond komt nog even langs om te kijken of er nog wat te smikkelen valt, maar helaas. Nog een paar potjes trivianten en we gaan dan onder zeil.

 

 

 

VRIJDAG 27 OKTOBER 2000

Vandaag hebben we dus weer een reisdag ingepland. Om halfnegen opgestaan, afgerekend met de hosteleigenaar en we kunnen naar het busstation toe lopen. We reizen nu met Bulat voor 8 dollar per persoon naar La Quiaca/Villazon. Het is een grensstadje, en aan de Argentijnse zijde heet het La Quiaca, en Villazon is de Boliviaanse benaming voor het stadje. Om halfelf vertrekken we naar het noorden, en onderweg is er wederom veel moois te zien. We zien hier de eerste kuddes met lama’s, al dan niet achter paal en draad. Na een tijdje rijden we door een erg droog deel van de altiplano, waar de mensen in hutjes van klei wonen. Het wordt dan erg stoffig in de bus, maar gelukkig brengt een medewerker van de busmaatschappij verlichting door de raampjes te openen waarna het ragfijne zand al snel verdwijnt. Het landschap op de altiplano is langzaam overgegaan van een steenachtig gebied naar een ware zandwoestijn, waarbij de bus zich af en toe slippend verder voortbeweegt door het fijne zand. We zien verschillende keren de lama’s achter een afrastering, ze gebruiken zowel het vlees als de wol voor hun levensonderhoud. Om een uur arriveren we in La Quiaca, waar we even op zoek gaan naar een telefoonwinkel even te gaan bellen c.q. internetten. Pieter belt Betsie op, want die is morgen jarig en ik check nog even de reisadviezen op internet omtrent de reisadviezen voor Bolivia. Deze sites heten www.fco.gov.uk en www.minbuza.nl . We lopen daarna door de plaats heen en steken de brug over naar Bolivia. We checken eerst uit bij de Argentijnse douane en gaan dan verder door niemandsland om ons bij de Boliviaanse douane te melden. Ons reishandboek vermeldt dat we problemen kunnen verwachten bij de douane en dat er visumkosten zijn verschuldigd, maar gelukkig gaat het lekker vlot en hoeft er niet betaald te worden. De Boliviaanse douane geeft ons een visumformulier, en na het invullen moeten we persoonlijk bij de man op kantoor komen. Na enkele vraagjes verkrijgen we de nodige stempels en verlaten we het kantoor. Het handboek vermeldt echter ten onrechte dat er slapende beambten zaten, alsmede dat er een taks betaald moest worden van 4 dollar. We lopen dan nu door Villazon, hier is veel meer leven in de brouwerij dan het spookstadje La Quiaca. We wisselen 30 dollar en krijgen hiervoor 189 Boliviaanse peso. We bekijken daarna het stadje en lopen in de richting van het centrum. We eten vlakbij het busstation een almuerzo, oftewel een Boliviaanse lunch. We krijgen allereerst couscous met rauwkost. Gezien onze eerdere ervaringen uit 1996 laten we hier de rauwkost onaangeroerd. De couscous smaakt redelijk, waarna de soep wordt opgediend. Het hoofdgerecht bestaat uit aardappels, erwten in tomatensaus en varkenspoten. Ook de varkenspoten laten we liggen, hopelijk krijgen we dit niet iedere dag. Op het busstation koop ik twee bustickets naar Potosi, bij Expeditione Tupiza. De tickets kosten 40 Boliviaanse peso en de bus vertrekt vanavond om 18.00 uur. Het is een nachtbus, want we zullen in de vroege ochtend om 6 uur aankomen in Potosi. We mogen onze rugzakken stallen bij het restaurantje en lopen daarna nog wat door het stadje heen. Iedereen probeert zich hier in zijn bestaan te voorzien door wat te verkopen

op straat, hierdoor zijn er echter veel meer verkopers dan kopers. Even verderop zijn ze beton aan het storten ten behoeve van de wegverharding, hiervan moet natuurlijk even een foto worden gemaakt. Terug bij het restaurant nemen we afscheid van de eigenaresse en we nestelen ons bij het busstation. Er zijn erg veel schoenpoetsertjes en ook hier weer erg veel kraampjes die wat verkopen. Een andere bus van Tupiza heeft het begeven, en staat licht rokend stil op honderd meter afstand van de busterminal. Iedereen is nu volop bezig om de bus uit te laden en al zijn spullen naar het busstation te sjouwen. Het zijn net vrachtwagen, de bussen in Zuid Amerika, zoveel wordt er in of op de bussen gepropt. Dat kan ook wel, want men rijdt hier met vrij grote en hoge bussen, en er is dus volop bergruimte aanwezig. Als we instappen, blijkt de bergruimte van de bus al vol te zitten en onze buren sjouwen maar liefst tien tassen mee de bus in. Voor ons zit een gezin met twee kinderen, en ze doen zich tegoed aan de cocabladeren. Ook een wat gezette man gebruikt cocabladeren en bij de eerste stop in Tupiza werkt hij maar liefst drie hamburgers naar binnen. Als hij in dat tempo doorgaat met consumeren, heeft hij straks aan een kilo cocabladeren nog niet genoeg. Als we om 18 uur wegrijden, is het na een uurtje donker en dat zal het blijven ook. Een asociale medewerker van de busmaatschappij laat de verlichting in de bus uit, en omdat je buiten ook niet zo veel meer ziet, probeer ik om een dutje te doen. De binnenverlichting gaat alleen aan als er iemand in of uit moet stappen. Dus al slapend proberen we de tijd door te komen, en dat lukt redelijk goed. Ik schrik alleen nog een keer wakker diep in de nacht. De bus rijdt opeens steil naar beneden, maar gelukkig rijdt de bus nog over de weg en niet in een of ander ravijn. Maar die tienden van seconden dat ik dacht dat het afgelopen was, zal ik niet gauw vergeten.

 

ZATERDAG 28 OKTOBER 2000

Om halfzes komen we in het steenkoude Potosi aan, en kunnen niet zo goed naar buiten kijken door de bevroren toestand van de ruiten van de bus. We stappen uit en pakken onze rugzak uit het bagageruim. Aan de overkant nestelen we ons op een muurtje bij het benzinestation en hebben zo een mooi overzicht over het busstation. We ontbijten hier, en nuttigen enkele broodjes met wat water en frisdrank. Ook onze buspassagier, de ietwat gezette man, komt weer langs, hij neemt nog wat cocabladeren voordat hij zijn vermoeiende weg naar boven vervolgt. We nemen nu een taxi, die ons naar Residençial Sumaj zal brengen, voor de somma van 5 Bolivianos. We zijn al snel ter plaatse, eigenlijk is het taxitarief dan nog aan de hoge kant. We hebben geluk, want als we voor de ingang staan, worden net de vergrendeling van de toegangsdeuren van het Residençial verwijderd. We krijgen kamer 10, helemaal onderaan, met de belofte dat we morgen de topkamer van het Residençial krijgen, met een prachtig uitzicht over een gedeelte van de stad en de bergen. We maken nog een klein dutje voordat we de stad gaan bekijken en dan ergens proberen om geld te wisselen of te pinnen. Na een uurtje of anderhalf lopen we het centrum van de stad in, op zoek naar een bank of een geldautomaat. Het valt in eerste instantie niet mee, doch na een tijdje wijst een behulpzame man ons een ATM aan, zodat Pieter nu Boliviaanse flappen kan tappen. Hierna gaan we te voet een gedeelte van de stad bekijken. We gaan een stadsroute volgen, aangegeven door ons reishandboek. We bekijken dan de verschillende gebouwen met hun karakteristieke houten balkonnetjes en de sierlijke ornamenten bij de ingangen van verschillende gebouwen. We raken dan verzeild op een schoolplein waar door verschillende groepen met kinderen dansjes worden opgevoerd op de kenmerkende Boliviaanse muziek. We gaan daarna lunchen in het centrum en eten enkele broodjes, onder het genot van een verademend kopje cocathee. In de middag gaan we even internetten en e-mailen om vervolgens koers te zetten naar het reisbureau van Koala Tours. Deze organisatie staat bekend om zijn kwalitatief goede excursies. We boeken hier voor morgen een excursie naar de mijnen alsmede voor morgenmiddag een excursie naar de thermaal baden voor respectievelijk 60 B$ en 30 B$. De rest van de middag werk in mijn dagboek bij op het pleintje vlak bij ons Residençial, terwijl Pieter even naar het treinstation toeloopt om daar te proberen informatie in te winnen. Als we in de namiddag weer terug zijn bij Koala Tours, krijgen we de vluchtlijst te zien van het vliegverkeer in Bolivia en er blijkt iedere dag een vliegtuig van Sucre naar Santa Cruz te vertrekken. We gaan daarna op zoek naar een restaurantje voor ons diner. We vinden al snel een restaurantje, doch de grootte van de porties van de bestelde pizza en spaghetti waren van dien aard dat we hierna nog een ander restaurant opzochten. Tevens moest het verwarmd zijn, want in het vorige restaurant hadden we onze jassen nog aan en het was dan nog koud! Het kan in Potosi in de vroege en late uren van de dag dus flink koud worden. We hebben in het andere, lekker warme, restaurant nog een lekker stuk kip op met groente, rauwkost, rijst en friet. Hierna gaan we nog even op zoek naar een warmtebron voor onze "hotel, dat wil zeggen een kaars of een olielampje. Bij een van de zijuitgangen van Mercado Central vinden we een vrouwtje dat allerlei formaten kaarsen verkoopt. We kopen een setje kleine kaarsjes en lopen dan weer terug naar ons residençial Het is nog erg druk op straat en nog steeds proberen de mensen op de markt vlakbij ons hotel, nog hun waren te slijten terwijl er bijna niemand meer in de buurt van de markt is. We stoken snel een kaarsje aan, doch het is niet zo koud onder de dikke dekens van ons bed als we hadden gedacht. We gaan nu snel slapen want het wordt morgen een erg drukke dag voor ons.

 

ZONDAG 29 OKTOBER 2000

Om halfacht opgestaan, en even na achten lopen we in de richting van het reisbureau van Koala Tours. We zijn, net als zovaak, de eersten van de groep en dan arriveert er nog een Frans-Libanees stelletje alsmede een Amerikaans stel. Tegen negen uur rijden we weg in vierwiel aangedreven jeeps, en we gaan eerst naar de opslag van de laarzen en de jacks. We krijgen allemaal laarzen, een geel jack alsmede een veiligheidshelm, getooid met licht en batterij. Het jasje is wat nauw, de laarzen moet ik aantrekken inclusief twee vuilniszakken en tevens moet ik mijn eigen leren riem gebruiken om de batterij op zijn plaats te houden. Iedereen heeft dan de noodzakelijke spullen aan, evenals onze twee gidsen. We gaan dan naar de mijnwerkerswinkel, gelegen naast de opslag, en hier krijgen we uitleg in goed Engels van onze gids. Hij vertelt dat de mijnwerkers eerst naar deze winkel toekomen, tussen 6 en 8 uur in de vroege morgen, en kopen dan allerlei benodigdheden voor beneden in de donkere mijnen. Men kan er van alles kopen, stelen, kapjes, kapgereedschap, laarzen, cocabladeren, dynamiet, sigaretten etc. Iedereen koopt wat van onze groep, om straks aan de mijnwerkers wat te kunnen geven die in de mijnen moeten werken voor de kost. Wij kopen sigaretten, de Fransen kopen cocabladeren en Baron, de Amerikaan, koopt dynamiet maar zijn vrouw Andrea is hier niet echt blij mee. We rijden dan met het busje de bergen in, op weg naar de mijnen. We komen, na een tijdje flink omhoog te zijn gereden, aan bij de ingang van de mijn. Deze ingang is omringd met lorries, kleine huisjes, een waterput die gesponsord is door de Nederlandse reisorganisatie Baobap, alsmede twee persluchtmachines. Dan gaan we de mijnen in, nadat we eerst drie lorries laten passeren, vol met gesteente, dat dan o.a. koper, zink, zilver en nog andere delfstoffen moet bevatten. De mijn is in 1980 al officieel gesloten, doch een indertijd in het leven geroepen coöperatie zet dit zeer zware werk voort. In het begin van de tocht gaat het redelijk goed, doch mijn laarzen blijken zo lek als een zeef te zijn. De gangen worden steeds nauwer, en de lucht met de minuut muffer. We moeten af en toe snel bij inhammen langs de rails gaan staan, want er komen dan enkele lorries voorbij denderen. De mijngangen worden steeds kleiner en nauwer, af en toe stoot ik mijn hoofd en een keer zelfs mijn rug. Het Libanese vrouwtje ziet het niet meer zitten, en de traantjes beginnen op het tere gezichtje te vloeien. De gids vertelt onderweg ook nog over de aanwezigheid van toxische deeltjes (een soort asbest) in de mijnwanden, en wijst als voorbeeld een soort pluisje in de wand aan. Ook de temperatuur begint steeds meer te stijgen. Ik heb mijn stofkapje al voor mijn neus en mond zitten. Het Libanese meisje is niet meer te houden, ze wil nu echt terug en ook Andrea besluit dat het mooi genoeg geweest is. Dit is dus mijn enige kans om ook mee terug te gaan, dus sluit ik me bij hen aan. Mijn laarzen zijn zo lek als een zeef en er zal wel een flinke grijze smurrie inzitten. Ik huiver al een beetje bij de gedachte aan het vergrote risico op het krijgen van wondroos. De drie volhouders moeten van de gids op een plek blijven wachten, terwijl de twee gidsen ons weer terug naar de ingang zullen brengen. De terugweg verloopt voorspoedig, totdat we er niet meer door kunnen want in een van de smalle gangen staat een lorrie in de weg. De gids gebaart dat we een stuk achteruit moeten, maar het Libanese meisje wil van geen wijken weten, en ze gaat zeker niet achteruit. Ze wil nu alleen nog maar vooruit. De gids klimt dan noodgedwongen over de met delfstoffen gevulde lorrie heen, waarna Andrea volgt. Het kan nog net, als ik over de lorrie klim, al moet ik me wel wat kleiner maken in die smalle gang. Ik probeer het Libanese meisje achter me, zo goed mogelijk over de lorrie heen te helpen. Ze weet echter niet meer wat ze ervan moet denken, en begint weer te snikken. Dan moeten we nog eenmaal uitwijken voor de voorbijrazende lorries en het verlossende daglicht komt in de verte al te voorschijn. Binnen vijf minuten staan we opgelucht, vies, nat en vermoeid weer in het vertrouwde daglicht. Tegen halftwaalf staan we dan met ons drietjes buiten, helemaal vol met stof, en ik met mijn voeten in met grijze smurrie gevulde lekke laarzen. De dames nestelen zich op een boomstam als zitplaats en ik ga in de buurt op zoek naar water om mijn voeten en mijn gezicht wat op te frissen. Ik vind in de buurt van de ingang van de mijn een betonconstructie, die een waterput moet voorstellen. Het geheel is geschonken door de Nederlandse reisorganisatie Baobab, dit wordt vermeldt door een herdenkingsplaat op de waterput. In de put haalt een mannetje vanuit een mangat steeds emmers water naar boven. Ik was mijn beste sokken (speciaal gekocht om te dragen in bergschoenen, en niet in lekke laarzen) terwijl het mannetje er telkens behulpzaam een plas water overheen giet. Hierna was ik mijn handen en mijn gezicht en kijk vanaf nu weer lekker fris de wereld in. Ik geef hem een fooi en ga terug naar de twee dames bij de ingang van de mijnen. Ze kunnen al aan me zien dat ik alweer een stuk frisser ben, al kan het natuurlijk beter. Ik wijs de dames de weg naar de waterput en waarschuw ze dat ze niet moeten schrikken als er iemand in de waterput zit. Het mannetje is in de put verdwenen zie ik, en net als Andrea aankomt bij de waterput komt het mannetje te voorschijn. Alhoewel ik ze had gewaarschuwd, schrikt Andrea toch als ze eerst twee handen over het mangat heen ziet komen, waarna de man tevoorschijn komt. Na de eerste schrik is het leed snel geleden als de dames in aanraking komen met het koele schone water. Zo, iedereen heeft zich nu opgefrist en we nestelen ons weer bij de ingang van de mijn om zo het ruige leven van de mijnwerkers te aanschouwen. Ze komen met de volle lorries naar buiten gedenderd en moeten dan net voor een bocht in de rails volop remmen. De mijnwerkers zijn erg nieuwsgierig en sommigen zelfs dronken en stoned. De meeste mannen houden het echter op een berg cocabladeren waarbij de op de bladeren kauwen nadat ze de hoofdnerf hebben verwijderd. We komen in deze vervuilde omgeving zelfs enkele lama’s tegen die op zoek zijn naar voedsel. Verder vertellen we elkaar waar we allemaal zijn geweest en wat de toekomstige plannen zijn. Het begint dan licht te regenen en de tweede gids is ook al terug en hij zoekt voor ons een droog plekje vlakbij de ingang van de mijn. Tegen halftwee zijn Pieter, Baron en de Fransman weer terug bij de ingang van de mijn. Ze hebben een zware tocht achter de rug, daarbij soms kruipend en rollend over de stenen om in de volgende ingang te kunnen komen want meer ruimte was er dan niet. Ze zijn alledrie erg moe, maar toch blij dat ze de trip door de mijnen hebben volbracht. We worden dan terug gebracht naar Potosi alwaar we met ons zessen besluiten om te blijven eten in het restaurantje boven het reisbureau van Koala Tours. De excursie van vanmiddag, naar de Thermale Baden even buiten Potosi, gaat niet door want we zijn maar met ons tweetjes en we kunnen vanavond dat geld terug krijgen. We eten lamavlees met friet, en een lekkere groentesoep vooraf. Ook de nodige biertjes worden verorberd. Na het eten nemen we afscheid van het Franse stel en lopen we met Baron en Andrea mee naar hun hotel. Ze pakken daar hun zwemspullen en met zijn vieren nemen we een taxi naar Tarapaya. Dat is een afstand van 21 kilometer en de taxichauffeur vraagt hiervoor 40 Bolivianos. We hebben wel wat minder geluk, want we blijken een van de minst snelle taxi’s van Potosi te hebben genomen zodat het wel een klein uurtje duurt voordat we bij het water aankomen. Nog effen een stukje bergop met de taxi, de chauffeur moet op tijd in of uitsturen want er blijkt flink wat speling op het stuurhuis te zitten. Het is een rond meertje, hoog boven in de bergen, met een continue temperatuur van 30 graden Celsius. We verkleden ons snel achter de kofferdeksel van de taxi en laten onze spullen in de kofferbak achter. Enkele tellen later glijden we het warme water in, heerlijk. Behalve ons viertjes, zijn er nog enkele mensen meer aan het zwemmen. Het zijn twee stelletjes uit Nieuw Zeeland, en aan de overzijde van het meer een Boliviaanse stelletje. Lekker even rust en we kunnen ons lekker een beetje schoonmaken in het warme water. Na een uurtje houden we het voor gezien en kleden we ons om in een leeg staand huisje. Daarna gaan we weer terug naar Potosi, waar we afspreken om 18.30 uur te gaan eten. Onderwijl gaan we nog even langs reisbureau Koala Tours om ons geld voor vanmiddag (de afgeblazen excursie) terug te krijgen. Dit is geen probleem waarna we weer teruglopen naar ons residençial Ik ga me alvast douchen, terwijl Pieter probeert om nog wat informatie in te winnen bij het spoorwegstation van Potosi. Hij komt echter onverricht ter zake terug met de lokale bus, zo hoeft hij die steile helling niet te beklimmen. Naar beneden lopen, is op deze hoogte van meer dan 4000 meter nog goed te doen, doch steil omhoog lopen is een ander verhaal. We lopen dan naar de afgesproken plek, een Deens restaurant, maar het is gesloten en hierdoor lopen we de afspraak met de Nieuw Zeelanders, die we leerden kennen onder het zwemmen, mis. Andrea en Baron komen wel tijdig aanzetten dus met hen gaan we op zoek naar een ander restaurant. Hier hebben we heerlijk gegeten voor 210 B$. We nemen na een wandeling door de stad afscheid van Baron en Andrea, en wisselen onze e-mail adressen met elkaar uit. En dan slapen, daar hadden we na deze prachtige vermoeiende dag geen moeite mee.

 

MAANDAG 30 OKTOBER 2000

Vandaag is het weer een reisdag, en we proberen om nu zo snel mogelijk van Potosi naar Santa Cruz te komen. Om halfzes staan we op en pakken onze spullen in, en om 6.15 uur nemen we afscheid van de receptionist. We lopen in de richting van het busstation, een steile weg naar beneden, en onderweg geef ik onze kaarsen af aan een oud vrouwtje. Ze weigert het in eerste instantie om het aan te nemen, maar haar kleindochter neemt het gelukkig wel aan. Word ik weer even sentimenteel en geroerd, maar goed, mijn kaarsen zijn in ieder geval goed besteed. We gaan eerst onze rugzakken afgeven bij busmaatschappij Andesmar, en slaan dan de bekende taferelen op het busstation gade. Altijd komen er nog mensen op het laatste moment aan, en ze hebben dan ook een hele berg spullen bij. Omdat alle bagageruimte onder en boven de bus al vol zit, moet dan alles maar in de bus worden gepropt. We gaan met een kleine bus (Mercedes 914) op weg naar Sucre en hopen dat alles onderweg vlot zal verlopen. We rijden dan Potosi uit en dalen dan af in de richting van Sucre. Alles gaat goed, totdat we bijna Potosi uit zijn. De vrouw van het kantoortje van Andesmar is ons met de taxi nagereden, want men is vergeten vracht daar te laten. Na tien minuutjes kunnen we weer verder rijden. We rijden weer door het prachtige Andesgebergte, met soms deels gele en droge gedeelten en dan weer de groene en vruchtbare gedeelten. Een prachtige rit, we schieten lekker snel op met deze kleine bus en zo rijden we naar de uitlopers van het Andesgebergte. Als we daarna weer moeten klimmen in de bergen, blijkt onze bus niet zo goed in vorm te zijn als dat we dachten. In het begin gaat het nog redelijk goed, maar als we bijna bij de top van de klim zijn, geeft de motor de geest. Effen wachten, en na enkele malen proberen, dan start de motor gelukkig weer. Dit gebeurt een viertal keren, maar gelukkig gaat het al die keren goed. In de regentijd zal het vermoedelijk wel flink te keer gaan in dit gedeelte van het Andesgebergte, getuige de enorme erosie die heeft plaatsgevonden aan de oevers van de droogstaande rivier. Deze oevers worden nu beschermd door middel van grindkoffers en zanddammen. Onderweg stoppen we even bij een restaurantje, en de chauffeurs gaan daar dan even eten. Na een half uurtje rijden we weer verder en tegen 11 uur staan we heelhuids op de busterminal van Sucre. Ook in de stad zelf had ons busje weer problemen om de top van de hellingen over te komen. We nemen hier snel een taxi naar de luchthaven en we blijven goede hoop houden dat we straks in de lucht zitten op weg naar Santa Cruz. Bij de busterminal moeten we wederom enkele taxichauffeurs naar hun prijs vragen, en we stappen bij een taxichauffeur in die meteen al een redelijke prijs noemde. Andere taxichauffeurs verlagen dan ook snel hun prijs, doch wij hebben dan allang onze keuze bepaald. Onderweg naar de luchthaven zien we al twee vliegtuigen opstijgen en onze hoop op een vlucht daalt dan snel met de helft. Om half 12 arriveren we op de luchthaven en lopen direct naar de balie van Aerosur. Hier vragen we of we nog mee kunnen op de vlucht naar Santa Cruz. Hij vraagt dan of we tickets hebben, maar we maken hem duidelijk dat we die nu willen kopen. Voor 90 US $ hebben we twee handgeschreven tickets naar Santa Cruz. Een baliemedewerker gaat dan nog snel de luchthaven belasting voor ons betalen met het geld dat we hem meegeven. Ongelofelijk maar waar, om 11.55 uur zitten we in een Boeing 727-100 die ons naar Santa Cruz zal brengen. Twee minuten later stijgen we op en laten al heel snel Sucre achter ons. Zo, als dat geen reisschema is wat klopt. We zien de Andes nu vanaf grote hoogte en binnen een half uur hebben we ons favoriete gebergte achter ons liggen en landden dan op de laagvlakten van Santa Cruz. De vlucht gaat goed, vooral de overgang van het Andesgebergte naar het laagland is erg abrupt en we zien een vlakke groengele vlakte onder ons met een kronkelende bruine rivier die erdoorheen stroomt. In de verte zijn een vijftal rookwolken te zien, hier is men oerwoud aan het afbranden om zo de grond te kunnen bewerken. De landing gaat goed en onze bagage kunnen we al snel van de band halen. We nemen dan een locale bus naar het centrum van Santa Cruz. Ik heb op het vliegveld met een vrouwtje uit Buenos Aires gepraat, en zij regelt dat het busje voor ons stopt, zodat we een taxi kunnen nemen naar het treinstation. Hier kunnen we dan tickets kopen voor de reis met de ferrobus naar de grens met Brazilie. Dan reizen we met de trein naar Quijarro en vandaar met de bus naar Corumba, Brazilie. We kopen twee tickets (cama, dus brede stoelen) die 40 US $ kosten per persoon. We betalen met een briefje van 100 US $. De beambte van het kantoor heeft geen geld terug, dus moet hij wisselen en roept een wisselaar die buiten rondloopt. Hij wisselt de 100 US $ voor Bolivianos, loopt weg en komt dan weer terug en vertelt dat er een hoekje van het dollarbiljet af is. Onze biljetten zijn heel, dus heeft hij dat snel zelf gedaan. Wij zeggen dat we geen dollars meer hebben (gaat hem trouwens niks aan) en zodoende geeft de beambte nog 10 Bolivianos ( ongeveer 4 gulden) voor dat kapotte hoekje. Niet doen dus, maar goed. We nemen dan een taxi naar het centrum van Santa Cruz, waar we bij residencial Bolivar gaan slapen. Het residencial ligt aan Sucre 131. Voor een overnachting met twee personen zijn we 75 B$ kwijt, en het ontbijt kost 8 B$ per persoon. Pieter wast zijn kleren snel in een wastafel, doch een meisje komt vertellen dat het ten strengste verboden is om hier je kleren te wassen. Ik breng mijn wasgoed naar de wasserette in de nabijheid van het residencial. Het adres betreft een privé-adres(Bolivar 590), en om acht uur vanavond kan ik de was weer ophalen. Hierna gaan we even internetten, en we zoeken daarvoor een koel hoekje uit want het is nu erg warm in Santa Cruz. Na het internetten blijven we tot 20 uur in de Ierse pub zitten, genieten van het leven rondom het pleintje en het verkeer, en laten het koele bier ons goed smaken. Vanaf de eerste verdieping hebben we een mooi uitzicht over het stadsplein met zijn vele bomen, vijf luiaards (niet gezien) en honderden vogels. Daarna mijn schone wasspullen weer opgehaald. Ze was een van mijn onderbroeken kwijt, en wou maar 5 B$ voor het wassen maar ik geef ze echter de volle 15 B$, want al de spullen die ik bij heb, die gooi ik weg of geef ze straks af aan iemand anders. Een restaurant zoeken valt niet mee, dan maar naar McDonalds, de eerste die we zien in Bolivia. En dan nog even naar de supermarkt voor water en twee blikjes bier. We spelen dan nog wat triviant, en dan slapen in een ruime kamer met een grote ventilator.

 

DINSDAG 31 OKTOBER 2000

Om 8 uur opgestaan en ik ga me eerst even douchen en scheren. Dan ontbijten we op de patio en praten daar even met een Nederlander. Na het ontbijt afrekenen en onze spullen opruimen, en in de rugzakken doen. De rugzakken leggen we achter slot en grendel, en we lopen dan rond 11 uur de stad in. Het is echt erg warm, en we zoeken de koelte op die de schaduwen van de bomen op het stadsplein. In combinatie met een verkoelende bries is het dan nog wel uit te houden. Pieter gaat dan even Cd's kopen en ik raak op het bankje aan de praat met een wat oudere Boliviaan die goed Engels praatte. Dan is Pieter terug met twee cd's en we kopen in de supermarkt nog wat sinaasappelsap. We verblijven dan even op het centrale plein en na een tijdje gaat Pieter terug naar het residencial om zich aangenaam te kunnen verpozen in een hangmat. Doch pas tegen vier uur in de middag kan hij erin, want een Duits meisje en de al eerder genoemde Nederlander waren hem al voor. Ik internet nog even en verblijf de rest van de middag op het centrale plein van Santa Cruz. Tegen vier uur loop ik ook naar het residencial en breng de rest van de tijd rustend en slapend door. Het is lekker rustig op het binnenpleintje van ons residencial, en de stilte wordt slechts af en toe verstoord door de krijsende toekan, het huisdier van dit pension. Het is een prachtig dier, deze toekan, al vind ik zijn snavel toch wel veel te groot voor hem. Pieter zet hem dan ook op de foto. Om zes uur nemen we samen met het Duitse stelletje een taxi naar het treinstation voor 6 B$. We moeten dan nog wat belasting betalen voor het gebruik van het station alvorens we de sporen kunnen betreden. Hierna moet dan de bagage worden gewogen, deze mag niet meer bedragen dan 30 kilogram. Om zeven uur in de avond vertrekken we dan met de ferrobus naar Brazilie, we hebben goede plaatsen in de ferrobus. Buiten valt er niet zo veel meer te zien, want het is al snel donker geworden. We krijgen nog een diner en dan ga ik wat slapen en Pieter leest in zijn boek. Er wordt dan nog een video aan gezet, doch voor vandaag vind ik het welletjes. Ik ga slapen: Brasil, here we come....

 

WOENSDAG 1 NOVEMBER 2000

Het is al licht als ik wakker wordt in de ferrobus, zo dadelijk zal ons ontbijt worden geserveerd, een sandwich ham-kaas met toast. Hierna moet de ferrobus stoppen van de narcoticapolitie en de twee wagons worden streng doorzocht. Het Europese stel voor ons, de Duitser en wijzelf worden niet gefouilleerd, het Duitse meisje echter wel evenals de rest van de passagiers. Er wordt niks gevonden dus kunnen we doorreizen. Bij de eerste stop stappen er al een aantal passagiers uit, evenals het Europese stel. De conducteur vertelt ons dat wij weer in de ferrobus moeten plaatsnemen. We tuffen dan weer verder en enkele minuten later stoppen we op het eindstation Quijarro. Het duurt wel even voordat we onze rugzakken te pakken krijgen. Rondom ons heen , de gebruikelijke taferelen tussen taxichauffeurs, tassendragers, kruiers etc. Het gaat er zelfs zo fel aan toe, dat de ene helper de andere frontaal een knal in zijn gezicht geeft. We nemen dan afscheid van het Duitse stelletje, zij willen nog in Quijarro blijven. (Later zal blijken dat ze in Corumba al bij een reisbureau zijn geweest, dus ze zijn niet in Bolivia gebleven) We nemen nu een taxi naar de grens alwaar we met een vrouwtje onze Bolivianos omwisselen in Amerikaanse Dollars. We gaan ons eerst uitstempelen bij de douane van Bolivia, en hierna te voet de grens over. Daar zijn we gedwongen een taxi te nemen, omdat de afstand tussen de twee grenzen veel te groot is om het te voet te doen. Het was goedkoper geweest als we waren meegereisd met een gezamenlijke bus, de tickets voor deze bus zijn net voor de grens te koop. Als we in Corumba zijn aangekomen, blijkt dat we bij de douane erg lang moeten wachten dus we rekenen af met de taxichauffeur. In het centrum van Corumba bevindt zich dus het politiestation en hier moeten we de benodigde entreestempels zien te verkrijgen. Het is vandaag ook al erg warm, het zal vandaag ongeveer 40 graden Celsius worden. Eigenlijk veel te heet voor ons Hollanders. We lopen na het verkrijgen van de stempels het centrum van het stadje in, op zoek naar een hotel. Eerst Hotel Angola, maar deze is echter te duur want we krijgen 5 persoonskamers te zien. Een blok verder is het wel raak, we hebben bij Hotel Nelly onze eigen douche, wc, tv en airco voor 10 Braziliaanse Reais per persoon. We lopen dan wat rond in het stadje maar het is nu een erg rustige bedoening vanwege de warmte. We nuttigen wat verkoelende drank in een cafeetje, alsmede enkele empanadas, Ik ga dan even een siësta houden, terwijl Pieter op zoek gaat naar een 1-daagse trip naar de Panatal. Dat kan helaas niet, de minimale duur van een excursie is drie dagen en twee nachten, voor 30$ per persoon per dag. Het valt in deze tijd zeker niet mee om met deze warmte de nacht in een tentje te moeten doorbrengen. We besluiten om niet te gaan, en verder te reizen naar het zuiden, richting Paraguay. Die avond gaat het niet zo goed met Pieter, dus besluiten we om vanavond niet te gaan eten en na het kopen van enkele pakken sinaasappelsap kruipen we in bed. Morgen vroeg moeten we weer op tijd bij het station van Corumba zijn.

 

DONDERDAG 2 NOVEMBER 2000

Om 4.45 uur staan we op, Pieter is zijn tijdelijke inzinking gelukkig alweer te boven dankzij paracetamol en vitamine C. We betalen dan aan de nachtportier, die het wisselgeld gaat halen bij zijn baas die boven ligt te slapen. We nemen dan een taxi naar de busterminal. Hier wachten we tot de kassa van Cruzeiro do Sul open gaat, want deze maatschappij reist naar Ponta Pora. De man van Andinho zegt van wel, de schoonmaker annex de wc-man vertelt dat Cruzeiro niet naar Ponta Pora reist. Ik koop dan twee kaartjes naar Anastasio (i.p.v. Campo Grande en vandaar reizen we dan verder Ponta Pora) en daar heb ik dan een aansluiting op Ponta Pora volgens de man achter de balie van Andinho. Dat blijkt later niet zo te zijn, dus blijft in Anastasio alleen de optie over naar Bonito, of we moeten weer terugreizen naar Campo Grande. Om 7 uur vertrekken we dan in een redelijk volle bus naar Anastatio, en pikken onderweg nog wat passagiers op. Omdat we vroeg in de ochtend vertrekken, kunnen we onderweg nog een graantje meepikken van de rijke dieren- en plantenwereld van de Panatal. Het zijn eigenlijk geen tweede Everglades, omdat daar een zeer brede rivier stroomt met een laagje water van ongeveer 10 centimeter. In de Panatal werkt het heel anders. Hier is het hele gebied onder invloed van de Rio Parana, die zich door het landschap heen slingert. Als hij een hoge waterstand heeft dan is het dierenleven gedwongen te vluchten. Als die waterstand daarna weer afneemt, trekt de rivier zich terug naar zijn oorspronkelijke bedding doch dan hebben er zich overal verschillende waterplassen gevormd waardoor de dieren weer terugkomen. Dit blijft zich zo herhalen in de Panatal. Onderweg is het genieten, ik zie zelfs enkele witte en roze flamingo’s en verder veel mooie fel gekleurde vogels. We kunnen alles vanuit de bus heel goed overzien want de weg is aangelegd op een soort dijk zodat men toch kan blijven rijden als de rivier hoog staat. Maar daar is nu geen sprake van, de rivier blijft momenteel in zijn bedding en we stoppen dan ook als we voor deze enorme rivier staan. Hier moeten we wachten op de pont die ons naar de overkant zal brengen. Als we net zijn gestopt, varen er net twee volgeladen ponten weg, kleintjes zijn het even later als we zelf de pont te zien krijgen waar we straks op zullen staan. tot die tijd wachten we buiten de bus aan de over van de rivier op de volgende pont. De vogeltjes vliegen ons aan alle kanten voorbij, een papegaaienduiker, verder veel bont en geel gekleurde vogels, alsmede vogels met rode kuifjes, witte borst en zwarte rug. Het begint al aardig donker en bewolkt te worden en in de verte is het al flink aan het regenen. Onze pont is dan in aantocht, en als deze is aangemeerd, worden eerst de vrachtauto’s en auto’s van de pont afgereden. Het zijn grote duwbakken, waarbij het motorgedeelte in het midden zit vastgeschakeld aan de duwbak. En kan zich daardoor naar believen van de ene zijde naar de andere zijde begeven. Wij moeten eerst de duwbak op waarbij we op een verhoging aan de zijkant van de duwbak staan. Dan komt onze bus erop alsmede vier vrachtauto’s en een tiental personen auto’s. Ik raak dan aan de praat met een mooie geblondeerde Braziliaanse vrouw en omdat het gesprek niet zo erg vlot, ga ik snel mijn boekje Portugees uit de bus halen. Hierna gaat de conversatie wat beter al is het niet je van het. Er blijkt toch veel verschil te zitten tussen het Spaans en het Portugees. Het begint dan al wat harder te waaien en licht te regenen als we in het midden van de rivier zitten. De meeste mensen vluchten dan snel hun voertuig in. Pieter en ik blijven onder de loopbrug staan en blijven zo droog. Hierna valt de regen echt met bakken uit de hemel, we blijven ondanks de gierende wind redelijk droog en het gaat toch wel erg te keer. In de verte zien we een grote brug in aanbouw, en al deze ponten zijn dan straks overbodig of kunnen ergens anders weer aan de slag. Vlak voor we afmeren, snellen we onze bus in. Als we weer op de oever staan met moet de buschauffeur nog enkele pakken onder in de bus stallen en is na afloop dan ook zeiknat van de regen. We rijden dan verder op weg naar Anastasio Het blijft nog een tijdje regenen en soms spat het water onder de bus hoop op. We rijden nog steeds over de vertrouwde verharde weg en soms nemen we even een afslag naar een façanda (oftewel haciënda) en dat gaat dan deels over onverharde wegen, om enkele mensen op te halen of af te zetten. Tegen halftwee bereiken we Anastasio, en ik neem afscheid van Joanna, de Braziliaanse schone en we staan nu op het kleine busstationnetje van Anastasio Het weer is een stuk verbeterd, de bewolking is weg en de zon doet weer goed zijn best. We hebben weer een mooie busrit achter de rug. Vanaf onze zitplaatsen in de bus, konden we, als we over de dijk reden een groot deel van de Panatal overzien. Het noordelijk deel van de Panatal schijnt het mooiste te zijn, en in het zuidelijke deel gaat de Panatal over in de Panta Neiro. We kunnen vanaf hier niet naar Ponta Pora reizen (dus de schoonmaker had toch gelijk, i.t.t. de baliemedewerker van Andinho), maar wel naar Bonito, zoals de medewerker van Andinho vroeg aan Pieter. Deze bus vertrekt echter pas om vijf uur in de middag, dus we parkeren onze rugzakken achter de balie van het busrestaurant en nemen een biertje. De mensen hier zijn erg vriendelijk en nieuwsgierig. Pieter gaat dan een stukje wandelen en ik blijf in de schaduw op het terras om mijn dagboek bij te werken. Na een klein uurtje is Pieter al weer terug van zijn wandeling. Het is een klein dorpje en het is ook nog steeds ontzettend warm. Maar we vermaken ons echter opperbest op het busstation van Anastasio en we praten wat met de mensen aldaar. Om vijf uur vertrekken we dan eindelijk met de bus naar Bonito. Dit gaat voor een groot deel over de onverharde weg, en in dit heuvellandschap ook nog eens bergop en bergaf. Dan krijgen we Costaricaanse toestanden, dat wil zeggen we passeren nu riviertjes met behulp van smalle houten bruggetjes en soms met een flinke snelheid. We zagen de desbetreffende brug dan niet eens en alleen maar het water van de rivier. Halverwege de rit komen we de bus tegen naar Campo Grande. Hier wordt van chauffeur en bijrijder geruild. Daarna gaat het nog sneller richting Bonito. Het is een prachtig natuurgebied, en de ondergaande zon lijkt zich hier steeds verder uit te willen breiden in plaats van ten onder te gaan. Het is een magnifieke gezicht en hopelijk lukken de foto’s. Dan wordt het donker, en kunnen we door de snelheid van onze bus alleen maar langs flitsende bomen zien. We doen dan een hazenslaapje en komen een tijdje later aan op het busstation van Bonito. Hier worden we opgewacht door twee mannen, een prijst zijn jeugdherberg aan doch daar gaan al enkele meisjes naar toe, dus gaan wij met de andere man mee. We slapen daar voor 12 Reais p.p.p.d. Een kamer met twee stapelbedden, airconditioning en een eigen douche met toilet. Het vrouwtje van het residençial spreekt goed Engels en ze verteld ons dat we bij het restaurant Casa Rai goed kunnen eten. We zagen al dat het erg gezellig was in de hoofdstraat toen we met de bus langskwamen. Het is nog steeds een gezellige boel onderwijl we naar het restaurant toelopen. Het blijkt echter een buffet restaurant te zijn, afgeladen vol met Amerikaanse toeristen met hun naamkaartjes opgespeld. He, toch weer niet z’on toeristenoord net als La Fortuna in Costa Rica. Helaas dus wel, en we zoeken een ander restaurant in de hoofdstraat. Bij restaurant-bar Naturas vinden we een mooi plekje op het trottoir. We eten o.a. een vissoep, een groentesoep alsmede een schnitzel en vis. Samen met twee flessen bier voor de afgeronde prijs van 25 Reais. We lopen dan naar een excursie bureau, maar ze kunnen niet zo goed Engels. De prijzen liggen redelijk laag. Dat is onze kans, zou je zeggen, maar om met dertig toeristen te gaan snorkelen of een grot te bezichtigen. Neen, we besluiten om morgen weer onze eigen weg te gaan en reizen dan morgenmiddag weer verder naar Ponta Pora, gelegen op de grens met Paraguay. We kopen nog wat drinken en gaan daarna naar bed.

 

VRIJDAG 3 NOVEMBER 2000

Na het douchen in de ochtend voel ik me niet zo lekker. Ik blijk koorts te hebben, 38,3 graden Celsius. Dat valt toch wel mee, maar ik duik weer onder de wol met een paracetamolletje en blijf nog even op onze koele slaapkamer. Pieter gaat enkele dollars wisselen en tevens buskaartjes kopen. Ik probeer nog een dutje te doen tot halftwaalf. De Banco do Brasil wisselt alleen travellercheques en geen cash dollars. Maar Pieter is niet voor een gat te vangen en wisselt zijn dollars gewoon zwart op straat. Dan is het zover, en brengt de eigenaar van Residençial San Jorge ons naar het busstation, want hij moet daar ook zijn. Zodoende kan hij weer klanten op zijn residençial attent maken. Gelukkig waait het buiten nu wat, en valt de hitte daardoor wel mee. Om half een vertrekken we met de busmaatschappij Cruzeiro do Sul verder naar Ponta Pora. De bus is niet zo vol, maar wel goed beladen. Onderweg stappen er steeds meer mensen in, en voor we op de busterminal in een volgende stad of dorp zijn aanbeland, stappen deze mensen alweer uit en stappen er ook weer nieuwe mensen in. Het is zo een komen en gaan van mensen, erg leuk. Het landschap heet nu Panta Neiro en is niet meer zo mooi dan gisteren, de Panatal. Doch we zijn hier weer in het bewoond gebied en hier zitten vele grote haciënda’s die worden gedomineerd door de veeteelt. Het wordt een lange rit waarin we veel stoppen, maar we zijn in ieder geval op weg naar Paraguay. We zien zo mooi het dagelijkse leven van de mensen hier. Net zoals de schoenpoetsertjes van Santa Cruz, de omroepertjes van de locale busjes in Potosi tot en met de ijsverkopertjes op het busstation in Brazilië. We komen pas laat in de avond aan in Ponta Pora, en ik zie hotel International voorbij flitsen. We stappen snel uit en boeken hier een kamer voor 17 Reais inclusief ontbijt. We gaan daarna eten bij Restaurante Choppa. Mijn koorts ben ik kwijt maar ik houd me vanavond maar bij licht verteerbaar eten. Ik neem vanavond een spaghetti Napolitana, en Pieter een middelgrote pizza. We geloven onze ogen niet als we echt grote porties spaghetti en pizza voor onze neus krijgen, en dat voor zo weinig geld. Ik besluit om tegen het einde van de rit alleen nog maar het gehakt met de tomatensaus op te eten en laat de spaghetti links liggen. Pieter moet een kwart van zijn pizza laten staan. We lopen dan aan de andere zijde van Rue International terug naar ons hotel om te gaan slapen. Hopelijk kunnen we morgen de noodzakelijke stempels krijgen en verder reizen door Paraguay.

 

ZATERDAG 4 NOVEMBER 2000

Tegen 7 uur opgestaan, douchen en bij de balie is men ons erg behulpzaam. We gaan eerst de Braziliaanse uitstempels halen voor ons paspoort Dat is twee blokken verderop dan ons hotel en als we naderbij komen, wordt om kwart voor acht de deur geopend. Een kleine tien minuutjes later staan we weer buiten met de vereiste stempels op zak. We lopen dan terug naar ons hotel en genieten van een heerlijk ontbijtje voorzien van koffie, sinaasappelsap, brood, ham, kaas, jam etc. Hierna moeten we de stempels van de Paraguayaanse douane zien te verkrijgen. De oude eigenaresse en de receptionist bellen wat af en regelen een taxi voor ons. We nemen dan afscheid van deze vriendelijke en behulpzame mensen en gaan per taxi onze stempels halen. Dat is ook snel geregeld, alleen gelden de stempels pas met bijbehorende handtekening die we in een ander gedeelte van PJ Caballero moeten ophalen. Onze taxichauffeur brengt ons weer verder en pas als we de handtekening van de moeder van SantaCruz (de foto van haar zoon staat op de kast, hij voetbalt nog steeds bij Bayern Munchen) erbij staat, laten we ons door de taxichauffeur afzetten op de busterminal. We nemen afscheid van deze vriendelijke man en het is nu half tien en we kopen nu een busticket naar Concepcion. Vandaar uit willen we proberen om met de boot de rivier af te zakken naar de hoofdstad van Paraguay, Asunción Pieter wandelt dan nog even rond, doch is na drie kwartiertjes weer terug want het is al snel weer warm en drukkend. We hebben een grote bank opgebakt op de hoek van het busstation en deze op een schaduwrijke plek neergezet Even weer mijn dagboek bijwerken en dan vertrekken we op tijd naar Concepcion. Pieter zit voorin de bus bij het raam, en ik bijna achterin De bus is dan helemaal vol als we Caballero uit zijn, en het landschap verandert al snel. We rijden nu door heuvellandschap met af en toe flinke stenen karstbergen erin. De weg is de hele tijd gelukkig verhard, uitgezonderd de zijwegen naar de dorpjes. Achterin zitten enkele jongelui, waarbij de dames om het hardste lachen. Ik raak met hen aan de praat en een van de meisjes heeft het erg warm. Ik tip haar om met mij mee te gaan naar Nederland waar het niet zo warm is als hier en ze heeft er wel oren naar. ZO praten we wat en bijna iedereen achterin doet mee. De jongelui stappen uit in Horqueta en ik krijg van Marcia haar adres. Het landschap is nog steeds heuvelachtig al worden de bergen nu iets minder. Tegen halfvijf rijden we Concepcion binnen en nemen we bij de busterminal een taxi naar het water oftewel de rivier. Wel eerst prijs afspreken met de taxi, en dat deden we niet. Dus we moesten 1500G betalen oftewel 11 piek. De taxichauffeur brengt ons bij een man, die zittend op een stoel in de schaduw verteld dat ze morgenavond vertrekken om 19 uur. De volgende dag komen we dan aan in Asunción om 16 uur en we kunnen dan een cabine met ventilator krijgen voor 35000 G per persoon. We nemen daarom een pensionnetje aan het water voor 15000 G per persoon per nacht. Daarna gaan we de omgeving wat verkennen, we zien o.a. een groot hotel met zwembad, en discotheek, genaamd Piscis. Hierna lopen we langs het strand verder en gaat het bijna mis met mij. Ik raak uit balans bij het oversteken van een riviertje en stap mis op de stenen. Het gevolg is dat ik mijn schoenen en sokken nat heb, maar nog veel erger een kapotte rechterknie. Dus we gaan snel weer terug naar ons pension voor een douche en het desinfecteren van mijn knie. Pieter loopt dan een stukje rond en ik geniet in de schaduw van een koel biertje en de rivierwind. We doen in de namiddag weer wat inkopen voor de boottocht van morgen en daarna bekijken we op ons gemak de zonsondergang boven de rivier. Hierna lopen we naar het centrum van de stad en lopen dan de hoofdstraat helemaal uit totdat we bij een kruispunt komen met allemaal standjes die eten of drinken verkopen. Hier speelt het avondleven zich af en iedereen rijdt rondjes langs de hoofdstraat annex promenade. We eten hier in een restaurantje een het stikt hier werkelijk van het ongedierte. We gaan dan wat uit het licht zitten en nemen een ander tafeltje. Pieter neemt soep en een hamburger, ik neem een schnitzel al la Napolitana, De rest van de avond brengen we door op een bankje aan de promenade om te kijken en bekeken te worden. De biertjes en frisdrank kopen we terplekke bij de kleine supermarkten. Tegen 23 uur lopen we terug en gaan we naar bed na nog even een babbeltje te hebben gemaakt met de eigenaar van het pension.

 

ZONDAG 5 NOVEMBER 2000

Om kwart over zeven is Pieter opgestaan en wil in de middag kaartjes gaan kopen voor de boot, deze vertrekt om 8 uur in de avond. Pieter zat rustig te wachten in de veronderstelling dat de boot pas om acht uur in de avond vertrok. Maar dan maant de verkoper van het kaartje Pieter en zei dat hij op moest schieten. "Geef me tien minuten" zegt Pieter. Toen is hij vlug naar onze kamer gelopen en heeft me toen wakker gemaakt. Pieter vertelt dat we nu meteen al weg kunnen. Inpakken en wegwezen is het motto. Dus in no time alles ingepakt en de straat overgestoken. Het is maar goed dat we een hotelletje hebben genomen in nabijheid van de rivier. Onze eerste reden was vanwege de verkoelende werking van de wind afkomstig van de rivier. Maar gelukkig is de tweede bijkomstigheid dat we vlakbij de haven zaten. We zien dan onze boot al liggen. Een kwartiertje daarna vertrekken we in de richting van Asunción De rivier is bijna overal 400 meter breed en aan de oevers zien we al een hoop vissers. De meeste vissers staan bij de diepe gedeelten van de oevers waar ze hopelijk veel vissen zullen vangen. We varen dan onder een grote brug door en laten Concepcion dan achter ons. Ter plaatse van de brug is de rivier ijn twee stukken verdeeld door een eiland. Hier heeft men twee bruggen neergezet met doorvaarthoogten van 29 en 25 meter. Het is nu licht bewolkt, en als de zon doorkomt dan kan het vandaag nog aardig warm worden. Maar gelukkig zijn er wel enkele schaduwplekjes te vinden op de boot, tevens koelt de wind op de boot ons ook een beetje af. Af en toe meren we af met de boot om passagiers of vracht af te zetten of mee te nemen. Eenmaal meert de kapitein zelfs af omstreeks 11 uur als hij een vrouwtje aan de oever ziet. Hij laat dan een loopplank uit en koopt haar melk en zelfgemaakte lekkernijen. Zo probeert iedereen te profiteren van de rivier als transportmiddel c.a. middel van bestaan. Het landschap verandert gedurende de reis niet veel meer, het blijft overwegend vlak en de rivier slingert zich traag door het landschap. De kapitein kent de rivier als zijn broekzak, het is wel jammer dat hij afgelost wordt want de andere stuurman zet de radio uit. We hebben nu voor 35000 G de man onze eigen kajuit inclusief ventilator. Twee keer meren we aan vlakbij een dorpje, waarbij weer van passagiers wordt gewisseld en een gedeelte van de cementzakken in het vrachtruim wordt uitgeladen. De rivier is na de middag bijna vlak en misschien wel een voorbode van wat komen gaat. Zo varen we gestaag door naar Asunción Het is lekker om nu even tot rust te komen, na onze hotsbots tour in het zuidelijke gedeelte van Brazilië. Lekker een dagje niks doen, wat rondkijken en babbelen met een Italiaanse beroepsfotograaf die ook meereist. Verder geven we de bemanning nog wat les in schaken en op de boot spelen we dus ons eerste potje in onze vakantie. Ik heb dan wel gewonnen maar dat mag ook wel gezien mijn vele verliespartijen met triviant. In de middag allebei een klein dutje gemaakt in de kajuit en de rest van de middag het reisverslag weer wat bijgewerkt alsmede ons reishandboek doorgespit voor onze volgende bestemmingen. Dan lis het tijd voor de zonsondergang, in het begin niet zo spectaculair maar daarna is het genieten geblazen. Aan de ene zijde de ondergaande zon in paarse kleuren en aan de overzijde van de rivier de oranje reflectie daarvan. Het is nu al een stuk bewolkter dan vanmiddag, en niet even daarna begint het in de verte te onweren. We meren dan net af in Punto Rosario. Hier verlaten ook veel passagiers het schip en moeten werklui afkomstig van de wal alle cementzakken van 50 kilogram per stuk lossen. De kapitein luistert naar de radio en besluit om even aan de wal te blijven totdat het onweer is overgetrokken. We blijven dan tot kwart voor negen aan de wal liggen, en kiezen dan weer het ruime sop. Het onweer is inmiddels opgetrokken naar de kant waar we net vandaan komen. We gaan dan slapen en zullen in de vroege morgen worden gewekt door de kajuitmeester. Deze vriendelijke man verhuurt ook de hangmatten in het vooronder van het schip aan de locale passagiers.

 

MAANDAG 6 NOVEMBER 2000

Het is kwart voor zes als we worden gewekt, en we zien in de opkomende schemering de lichtpuntjes van Asunción aardig naderbij komen. Een half uurtje later, even spullen inpakken en afscheid nemen van de bemanning, staan we weer op de vaste wal. We gaan nu op zoek naar een slaapplaats, Residençial America bestaat vermoedelijk niet meer gezien de vervallen entree. Dan op naar hotel Enbajada maar die doen niet open omdat ze twee ingangen hebben en de ingang waar wij nu voorstaan is vermoedelijk gesloten. We checken dus maar in bij hotel Nanduti voor 24$. Het is nu kwart voor zeven, even nog wat slapen voordat we Asunción, de hoofdstad van Paraguay, gaan bezichtigen. Na het korte dutje gaan we eerst nog even terug naar de kade om nog een foto te maken van onze boot, de Cacique II. Hierna naar de supermarkt om ons ontbijt te kopen. Dit ontbijt nuttigen we in de schaduw op een bankje bij het plein voor het gouvernementsgebouw. Hier staan ook enkele tentjes met mensen die aan het protesteren zijn. We wandelen zo door het centrum van de stad, bij het oversteken van de wegen in de stad is het uitkijken geblazen want het gemotoriseerde verkeer kijkt hier bijna nergens naar. Zelfs zebrastrepen op de weg zijn voor deze chauffeurs niet van belang. We lopen steeds verder het centrum in, en er komt steens meer leven in de brouwerij. Wee belanden dan bij het spoorwegstation, waar nog wat van de vergane glorie van vroeger is te zien. Als we het station aan de andere zijde verlaten, zien we enkele dames van plezier zitten op enkele barkrukken. Toegegeven, dit hadden we later pas door. We lopen dan een klein stukje verder, daar staat nog een gedeelte van het station en hier zijn zelfs enkele wagons in gebruik genomen als praktijkruimte van een ziekenhuis. Als we nog een stukje verder lopen, zien we nog enkele houten wagons en twee zeer roestige stoomlocomotieven. Even van een locomotief een foto maken met een moderne machinist erop en we lopen dan naar Plaza Uruguaya waar we de weg vragen naar het busstation. Het is inmiddels alweer behoorlijk warm, over de 30 graden Celsius en dus even wat koele limonade gekocht bij de supermarkt. Hierna nemen we bus 25 naar de busterminal, een busrit die zeker drie kwartier zal duren. We kunnen nu mooi een gedeelte van de buitenwijken van Asunción zien. Bij de busterminal aangekomen boeken we voor 38000 G per persoon een rit naar Ciudad del Este en we vertrekken morgenvroeg om halfzeven. Hierna nemen we een andere bus, dus een andere route terug naar het centrum. Het is dan bijna drie uur in de middag zodat we het Etnografisch Museum kunnen bezichtigen. Helaas is men nu bezig met de restauratie dus kunnen we maar een klein gedeelte van de collectie zien. Het museum laat alle verschillen zien die de verschillende inwoners van Paraguay zo kenmerkt. De verschillende indianen alsmede de andere bewoners van het land. Hun klederdracht, hun verentooien, hoe ze vroeger leefden en jaagden etc. Dan lopen we naar het drukste plein van de stad en bekijken hier op ons gemak het leven hier. De mensen drinken hier vanwege de warmte veel terere.. Dat is ijskoude thee met ijsblokjes. Men pakt eerst een gedeelte van een kruidige plant (remedia refrescante) die men tot pulp vermaalt met behulp van een stamper in een houten bakje. Hierna pakt met koud water en doet de pulp erin met flinke stukken ijs. Dit heeft men in een grote kan gedaan en daarna pakt men de mate en de bombilla en ze vullen dan de mate met yerbathee. Dit wordt dan tekens gevuld met het ijskoude pulpwater en zo gaat de mate dan rond in de groep. Een heel sociaal gebeuren allemaal en erg leuk om te zien. Het vrouwtje met de lekkerste planten verkoopt schijnbaar ook het meeste. We hebben onderwijl enkele biertjes genuttigd op het plein en gaan dan echte Paraguayaanse hapjes eten in de Lido Bar. We nemen eerst een vissoep, daarna een vleescroquet, groentetaart en rijstepap Na het eten gaan we weer even naar het water waarna bedelende kinderen de sinaasappelyoghurt uit mijn handen weten te smeken. We hadden even daarvoor in dezelfde supermarkt als vanmorgen wat toetjes en bier gekocht. We bekijken het slagschip van de marine wat hier voor anker ligt. We gaan op tijd naar bed, het licht op onze kamer laten we uit om de muggen of muskieten niet op vreemde gedachten te brengen Het wordt gelukkig snel wat frisser op onze kamer met het raam open en de ventilator aan.

 

DINSDAG 7 NOVEMBER 2000

Om 6 uur opgestaan, het ontbijt stond nog niet gereed dus vertrekken we met een lege maag uit het hotel.. We nemen hier weer een bus naar de busterminal, in plaats van de taxi want we hebben nu toch tijd genoeg. We rijden wederom een heel andere route, en onderweg begint de bus aardig vol te raken. We zitten dan temidden van scholieren, zakenlui en winkelpersoneel. Uiteindelijk stapt meer dan de helft onderweg weer uit voordat we bij het busstation aankomen. We zijn nu mooi op tijd en op de terminal ga ik even wat sinasappelsap en sinasappels kopen voor Pieter. Hij heeft nu wat last gekregen van zijn groentetaart. Om half acht rijden we dan weg met een halfvolle bus voor een rit van 5 uur naar Ciudad Del Este. Op weg naar de watervallen alsmede op weg terug naar Argentinië De rit verloopt prima, al duurde het wel even voordat wee de stad uit kunnen komen met al dit drukke verkeer. We blijven dan door heuvellandschap rijden, en af en toe zijn we zelfs in gecultiveerd gebied Hier leven duidelijk meer mensen dan in het noorden van Paraguay. Ik zit op de voorste twee stoelen en kan zo mooi de weg voor ons overzien. Men heeft hier eerst zeskanttegels bestraat en toen deze verharding niet zo goed voldeed heeft men hierover een laag asfalt gedraaid, de waanzin ten top. Om half een bereiken we dan Ciudad del Este waar we uitstappen op de busterminal. Voor reizigers die dit verslag nu lezen, de volgende keer moet men gewoon aan de grens van Paraguay met Brazilië uitstappen, en daar een taxi nemen naar Brazilië of Argentinië Op de busterminal moeten we dan weer kaartjes kopen naar Puerto Iguazu, maar we moeten bij de douane uitstappen om een stempel te halen Als dat dan is gelukt, moeten we wachten op de volgende bus van die maatschappij doch deze bus komt niet snel genoeg zodat we gedwongen zijn om een taxi te nemen naar Argentinië. Voor 15 dollar is een vriendelijke taxichauffeur ons terwille. We verlaten de smeltkroes Ciudad del Este (waar veel gehandeld wordt in allerlei spullen, en bovendien is het erg goedkoop voor de inwoners van Brazilië en Argentinië) Ciudad Del Este is een aaneenschakeling van winkels, kraampjes, banken en noem maar op. We zijn blij dat we hier niet blijven, maar onze vakantie voortzetten in het veel rustigere Puerto Iguazu. We rijden dan door Foz de Iguazu heen, dus Brazilië en de chauffeur kent de weg goed. Bij de Argentijnse douane gaan we dan ieder afzonderlijk weer een stempel halen en laten we ons bij Hosteria San Fernando afzetten. Het is dan 15 uur en Pieter doet nog even een dutje. Ik ga pinnen, inkopen doen en informeren voor een tour voor morgen naar de watervallen alsmede de prijs voor een vliegticket die ons terug moet brengen naar Buenos Aires. Jammer, maar aan deze prachtige vakantie gaat binnenkort een einde komen. Daarna heb ik ook een siësta genomen voor een uurtje, en dan gaan we bij Turisimo Dick een toer boeken naar de Itaipu-dam, alsmede de watervallen, die we zowel aan de Braziliaanse zijde als aan de Argentijnse zijde willen bekijken. Tevens boeken we voor donderdag aanstaande een vliegticket naar Buenos Aires voor 143 $ per persoon. We willen dan naar het 3-landenpunt lopen, doch het begint te onweren rond half acht en we schuilen vlug bij restaurant El Criollotto. Het is nog niet open maar we helpen de werkster daar om de schermen snel naar beneden te doen want anders regent alles in het restaurant nat. Het begint steeds harder te waaien, de donder knalt boven ons hoofd, en de regen valt nu echt met bakken uit de af en toe fel verlichte hemel. We besluiten om hier maar te blijven eten, Pieter neemt ravioli met salade en ik neem deze keer een biefstuk van het huis met rijst. Onder het eten laat een enorme pad zich zien, zelfs de plaatselijke klanten en de medewerkers van het restaurant kijken hun ogen uit. De eigenaar van het restaurant dwingt de pad om de rimboe weer op te zoeken. Als het dan tegen half tien ophoudt met regenen, lopen we terug naar ons residençial en gaan slapen. Morgen moeten we om halfacht in de morgen klaar staan voor ons bezoek aan de nu nog grootste dam qua opbrengst ter wereld en de machtige Iguazu watervallen.

 

WOENSDAG 8 NOVEMBER 2000

Om halfzeven wakker, douchen en spullen inpakken voor de reis van vandaag. We maken vandaag een excursie naar de Itaipudam, de grootste dam van de wereld qua opbrengst, alsmede naar de watervallen vanIguazu. De watervallen zullen we zowel aan de Braziliaanse als aan de Argentijnse zijde bekijken. We worden op tijd opgehaald door onze gids annex chauffeur. We gaan als eerste naar de enorme dam op de grens van Paraguay en Brazilie. Gegevens omtrent de dam kunnen we alvast uit de brochure halen die we van de chauffeur gekregen hebben. Om acht uur zijn we bij het informatiecentrum van de grootste stroomleverancier van de wereld. Pas als de Drieklovendam in de Yangtze rivier in China klaar is, verliezen de Itaipu-dam zijn eerste positie. Dit wordt echter bestreden door de techneuten van Brazilië en Paraguay. Itaipu zal de grootste dam ter wereld blijven qua opbrengst want er komen zelfs 2 generatoren bij. En verder heeft men in China wel erg optimistische schattingen gemaakt over wat de Drieklovendam aan opbrengsten zou kunnen leveren. We krijgen eerst een introductiefilm te zien met Engelse ondertiteling waarna we met de bus worden rondgereden. We kunnen alles nu goed overzien en komen erg dichtbij. Het enorme stuwmeer, dat is ontstaan door de aanleg van de dam, was in twee weken tijd gevuld. Het meer heeft een oppervlakte van 1350 km² en men heeft maar liefst 36000 dieren weten te redden. Een zeer schamel aantal als je het afzet tegen die enorme oppervlakte. Het is allemaal erg indrukwekkend, en je zou denken dat het niet zo hoog is. Maar toch heeft deze dam een hoogte van maar liefst 196 meter. We rijden eerst langs de onderzijde van de dam en dan rijden we naar de bovenzijde van de dam waar we tenslotte het stuwmeer zien. Als we dan weer terug zijn bij het informatiecentrum, bekijken we op ons gemak de nodige plakaten en andere informatie over de stuwdam. Tegen 10 uur vertrekken we naar de watervallen van Iguazu. We moeten eerst nog ons geld uit Paraguay wisselen en dat doen we bij een grote souvenierwinkel waar we ook even een kijkje nemen. Het is allemaal erg duur en behoudens het kijken van mooie posters, houden we het hier snel voor gezien. We wisselen het geld om in wat Braziliaanse reals en de rest in Argentijnse pesos. We moeten dan bij de ingang van het Braziliaanse Parque Nacional Iguazu 6 Real per persoon betalen en de gids zet ons af bij het begin van het wandelpadlangs de watervallen. Daar aangekomen vertelt hij ons hoe we moeten lopen, en dat hij aan de uitgang van de lift aan het einde van het pad op ons wacht. Een prachtig gezicht, al die enorme watervallen en de gids maakt nog even twee fotos van ons tweetjes met op de achtergrond de watervallen. Het is gelukkig nog niet zo druk, en op ons gemak bekijken we de vele watervallen, en wat er in de omgeving zich allemaal afspeelt. Onder bij de watervallen gaan twee enorme rubberboten, vol met toeristen gekleed in reddingsvesten, met een flinke snelheid zo dicht mogelijk langs de watervallen varen, en menig toerist wordt dan ook kletsnat. Dit is allemaal goed te zien met behulp van onze verrekijker, en zo lopen we langzaam langs de afgebakende wandelpaden langs de watervallen. Bij een splitsing van de wandelpaden, lopen we naar beneden en komen dan erg dicht bij de watervallen dankzij twee balustrades die men bovenop enkele kleine watervallen heeft geplaatst. Het is hier lekker koel en nat, en het water stuift over ons en de balustrades heen. We maken hier enkele fotos en lopen dan weer verder in de richting van de uitgang. Ook een stukje verderop zitten we weer vlakbij de watervallen en het geluid van die enorme neervallende waterstromen valt reuze mee. We lopen dan in de richting van de lift, maar besluiten om toch de trap naar boven te nemen. Bij de uitgang belanden we op de parkeerplaats waar onze gids al op ons staat te wachten. We bekijken de watervallen dan nog even vanuit het liftcomplex, annex uitkijkpunt. We hebben nu een mooi panoramisch overzicht over de watervallen en om 12 uur sluiten we ons bezoek aan de Braziliaanse kant van de watervallen af. We rijden dan een klein uurtje (ongeveer 45 kilometer) naar de Argentijnse kant van de watervallen. Hier moeten we bij de ingang van het Argentijnse Parque Nacional 5 pesos per persoon betalen en hier moet de chauffeur zelf ook betalen terwijl hij dat aan de Braziliaanse kant dat niet hoefde. We rijden eerst langs een andere route naar de bovenzijde van de watervallen. Voor 4$ per persoon varen we dan per boot over de hoge rivier en worden dan afgezet op een plateau waarna we een stukje moeten lopen. Aan het einde van het plateau hebben we een magnifique uitzicht over de Devils Throat, waar echt een hele hoop water naar beneden dondert. Als de wind af en toe aanwakkert, krigjen we een mist van koele waterdeeltjes over ons heen. Erg indrukwekkend, en we zien dat in het verleden al het een en ander is gebeurd met de looproute. Op enkele plaatsen steken betonpilaren en wapening boven het water uit. Hier liep dus vroeger de weg naar het plateau maar waarschijnlijk is deze oude plankier vroeger vernield door het wassende water. We laten ons dan weer terugbrengen per boot naar de oever en rijden dan verder naar beneden. Hier aangekomen verteld de gids ons over de twee looproutes langs de watervallen, en we kunnen dan verschillende watervallen van dichtbij bekijken. De gids is om 18 uur weer terug om ons op te halen. We gaan eerst de lage wandelroute doen, en straks de hoge wandelroute. We lopen naar beneden, over nieuwe bruggen van ijzer en bekijken de verschillende watervallen van dichtbij. We gaan daarna een flink stuk naar beneden met trappen, want we gaan naar Isla San Martin.Met behulp van een boot steken we het water over naar het eiland waarna we weer flink trappen moeten klimmen om omhoog te komen. Hier heeft men een kleine wandelroute aangelegd. Het is erg druk op deze wandelroutes, door voornamelijk scholieren en een grote groep Australiers. Dit legt een grote druk op de wandelroute en veel dieren komen we jammer genoeg niet tegen. Boven op het eiland San Martin heeft men een plateau gemaakt zodat je halverwege Devils Throat tegen het vallende water aankijkt. Het is een klein eilandje, dus we zijn al snel weer bij het beginpunt. We dalen dan weer af naar het kleine strand en de boot brengt ons weer naar de overkant. We willen dan verder lopen, doch de route is hier afgesloten en we moeten dan over dezelfde weg weer terug naar boven. Hierna lopen we het laagste gedeelte van de lage route af en komen nu tot vlakbij een van de watervallen beneden. Hier stuift het continu water, maar omdat ik toch al vrij nat ben door de combinatie van water en zweet, ben ik een van de weinigen die tot het einde van het plateau doorloopt. Heerlijk koel is het hier wel. Hierna lopen we weer in de richting van het beginpunt van de lage route, en tegen vier uur zijn we weer terug. We drinken hier een koel blikje frisdrank, maar we zijn vandaag al zo opgewarmd dat de koele drank wel erg koud is voor ons. We lopen daarna naar de vuurtoren, die we ook beklimmen en maken hier ook enkele fotos. We krijgen een vergezicht te zien van de watervallen met op de achtergrond de uitkijktoren annex lift op het Braziliaanse grondgebied. Hierna lopen we de hooggelegen route, doch deze route is een stuk korter omdat hij gedeeltelijk in restauratie is. We doen het hier dus maar wat rustiger aan. Je loopt hier vlak langs de hoge kant waarover het water naar beneden valt. Tegen halfzes zijn we weer bij het beginpunt en lopen we het kleine bijbehorende museum in. Hier heeft men veel dieren uit de omgeving opgezet en hier hebben we bij de info nog een plattegrond kunnen bemachtigen. Buiten op het terras nemen we nog een koel biertje en tegen zes uur is ook onze chauffeur weer terug. We hebben vandaag een drukke en mooie dag achter de rug, veel gezien en enorm genoten. We worden weer afgezet bij ons Hosteria San Fernando en we lopen weer het stadje in. Hier snel even internetten, maar hij is erg traag en na tien minuten houden we het voor gezien. We lopen dan wat rond en gaan eten in restaurant Jardin, vlak bij de busterminal. We kunnen hier voor 6$ onbeperkt eten en we kunnen tevens het voetballen zien op een groot videoscherm. Eerst de afgang van Juventus tegen Panathinaikos, daarna Rosario Central tegen Vasco da Gama, met als aanvoerder Romario. Romario verliest helaas met 1-0, dotten van kansen hebben ze gehad. Dan moeten er strafschoppen worden genomen, Romario benut zijn penalty heel koel en zijn ploeg komt dan toch verder in de Zuid Amerikaanse beker. We brengen de rest van de avond door voor onze kamer onder een afdakje. Het onweert al in de verte, maar vanavond blijft het hier verder droog. Het waait af en toe wel evan, maar dat brengt verkoeling en als bijkomend voordeel worden de muggen ook verjaagd. Pieter leest zijn boek, en het reisverslag kan dan weer bijgewerkt worden. Morgenvroeg even nog wat wandelen voordat we met de bus naar het vliegveld zullen vertrekken. Even weer naar ons startpunt Buenos Aires toe, voordat we enkele dagen naar Uruguay zullen gaan.

 

DONDERDAG 9 NOVEMBER 2000

We staan rond 8.30 uur op, even ontbijten (koffie en broodje jam) en dan lopen we naar het drielanden punt, doch het is zo vroeg al erg warm dat ik besluit om in de schaduw van de bomen te blijven op het centrale plein. Pieter loopt nog een uurtje door naar het drielandenpunt, en maakt wat foto's en is tegen elf uur weer terug. We kopen dan wat drinken en croissants en lunchen op een bankje in de hoofdstraat. Daarna naar ons hotel terug om hier de rugzakken op te halen. Met Gotti Bus laten we ons voor 3 $ per persoon naar de luchthaven brengen. Onderweg halen we nog enkele personen op. Om kwart voor een zijn we op het vliegveld. Inchecken gaat snel, maar daarna moeten we geduldig wachten totdat we naar de vertrekhal toe kunnen. In de verte kunnen we, vanuit het vliegveld gezien, het opstuivende water van de watervallen zien, en verder is er op dit vliegveld niet veel te beleven. Ik loop even naar buiten om een vliegtuig van Aereolineas Argentinas te kunnen zien opstijgen. Ons vliegtuig landt om 13.50 uur en het wordt snel schoongemaakt waarna wij in het vliegtuig kunnen stappen. Om halfdrie vertrekken we, en tijdens het opstijgen vangen we nog een glimp op van de watervallen. Daarna klimmen we snel naar grotere hoogten. In het begin hebben we nog enige turbulentie, maar al snel heeft de piloot een rustige luchtlaag gevonden. We krijgen twee sandwiches per persoon (even lief gevraagd) en een biertje. Om halfvijf landen we op Aeropuerto Jorge Newberry, en net voor de landing kunnen we vanuit de lucht het stadion van Newell Boys bekijken. We kennen op het vliegveld momenteel de weg en ontwijken de taxichauffeurs en nemen bus 160 naar Plaza Italia. Het duurt net even te lang en met een enorme omweg en veel druk verkeer, belandden we uiteindelijk toch nog in de metro van Plaza Italia naar Plaza de Mayo. Als we aankomen, rond halfzes, is er geen enkele dwaze moeder meer te bekennen. Misschien is die traditie van donderdag (demonstratie van de dwaze moeders) wel uitgestorven, en misschien de moeders zelf ook wel. We nemen dan de metro naar hotel O'Rei, en hebben nu kamer 1 van het hotel. We gaan dan direct door naar de haven om daar bij Buquebus een boottrip van 4 uur te boeken naar Colonia, Uruguay. Twintig minuten voor sluitingstijd kopen we nog 2 tickets voor 21 $ per persoon. Hierna weer even internetten en we gaan daarna bij Comida China lekker eten voor weinig geld. Dan nog 2 blikjes bier voor op het balkon van Hotel O'Rei voordat we weer onder zeil gaan. Morgen vroeg weer om 7 uur dan staan we weer op en komt het laatste deel van onze vakantie, Uruguay.

 

VRIJDAG 10 NOVEMBER 2000

Om halfacht lopen we naar het gebouw van Buquebus. We checken in en dan lopen we langs de douane voor alweer twee nieuwe stempels. Hierna lopen we naar de boot toe, waar we op een mooie strategische plek achter het glas gaan zitten aan een tafeltje met vier stoelen. Vanaf deze plek kunnen we alles goed zien, en Buenos Aires wordt steeds kleiner achter ons. Onderweg krijgen we nog een speelfilm te zien, namelijk Apollo 13 met Tom Hanks en Kevin Bacon. Buiten is het toch wat mooier en ook wat frisser dan in de grote ruimte waar we ons nu bevinden. Tegen half een komt Colonia in zicht en stappen we weer van de boot af. We kopen meteen een busticket naar Montevideo. Onderweg gaat de bus kapot, maar gelukkig kunnen we meteen overstappen op een andere bus. Onderweg zien we een groen en heuvelachtig gebied waar men veeteelt en akkerbouw bedrijft. Tegen 15 uur zijn we in Montevideo en op het busstation kopen we dan een ticket naar Piriapolis, een strandplaatsje waar het lekker rustig moet zijn. Het duurt wel even voordat we met de bus Montevideo uit zijn. De buitenwijken zijn erg uitgestrekt, met grote huizen en veel groen. Ook hebben ze hier van zoiets als Ruimtelijke Ordening nog nooit gehoord. Het schiet daarna goed op met de bus, en onderweg laten we eigenlijk alleen maar passagiers uitstappen. Mannen die van het werk afkomen, uitgewinkelde vrouwen en uitgelaten scholieren die blij zijn dat ze weer hun huis in zicht hebben. Was het onderweg vanaf Colonia naar Montevideo redelijk vlak, maar nu krijgen we veel heuvellandschap en duinen. We rijden dan vlak langs de oceaan, die we echter maar zelden te zien krijgen. Het blijft bijna altijd bewoond langs deze weg, doch er zitten af en toe ook flinke stukken bos bij en het is te zien dat men ze jaren geleden heeft aangeplant. Dat is vanwege de mooie rijen met bomen. Slechts een stuk is afgebrand onderweg maar daar is de struikvegetatie weer flink gegroeid. We rijden dan langs de kust en in de verte komt dan Piriapolis in zicht. Het is dan tegen 16.30 uur en we zoeken eerst het pension Petit Pension op, doch dat gebouw staat te huur. We beproeven dan ons geluk bij hotel San Sebastian, daar krijgen we de beste kamer met TV en drie bedden, en we kunnen ons niet bedwingen en nemen snel een douche. We hebben een prachtige kamer in een strandplaats voor 12 $ per persoon, maar dat komt echt doordat het momenteel laagseizoen is. We lopen dan langs de boulevard, en merendeel van de winkels en restaurants is of leeg of gesloten. We lopen tot aan de rand van het stadje, en weer terug waarbij we Hotel Argentino met een bezoekje vereren. Het is de moeite waard om dit hotel nog even van binnen te gaan bekijken. Het is een groot, oud koloniaal gebouw met 350 kamers en de grandeur van vroeger straalt er nog vanaf. Bij restaurant La Goleta gaan we eten, vandaag eten we gebakken visfilet met saus. Daarna wandelen we nog even verder, en het late deel van de avond brengen we door op onze hotelkamer. In het dorpje is zoveel niet te doen en op TV is het ook niks en moeten we ons tevreden stellen met een flesje bier.

 

ZATERDAG 11 NOVEMBER 2000

Lekker uitgeslapen, gedouched en daarna uitchecken bij het hotel. De spullen laten we nog even in het hotel bij de receptie achter. Het is nu prachtig, redelijk onbewolkt weer. Pieter gaat aan het strand zonnen, en ik ga op zoek naar het postkantoor voor enkele postzegels. Tevens nog enkele ansichtkaarten gekocht en ook even een supermarkt bezocht voor ons ontbijt. We peuzelen het lekker op het strand op en Pieter gaat daar verder met bruinbakken en ik ga op een bankje zitten op de boulevard. Ik raak in gesprek met een vriendelijke oude man, die op zijn kleinzoon past en deze speelt nu op het strand. We praten over vanalles en nog wat, maar zo goed is mijn Spaans nu ook weer niet. Onderwijl schrijf ik ook nog de ansichtkaarten vol voor het thuisfront. Na het kaartschrijven neem ik afscheid van de man, en loop wederom naar het postkantoor om de ansichtkaarten te posten. We gaan dan de rugzakken ophalen in ons hotel en nemen afscheid van de vriendelijke eigenaresse. Te voet lopen we dan naar de busterminal, om 13.35 uur vertrekken we met de bus naar de bekende badplaats Punta del Este. Onderwijl gaat Pieter nog even naar de locale zaterdagmarkt om de broodnodige vitaminen in te slaan in de vorm van mandarijnen en aardbeien. Een uurtje later zitten we al op de busterminal van Punta del Este. We hebben een mooie busrit achter de rug, gedeeltelijk door de duinen en gedeeltelijk langs het strand. Vlakbij de terminal nemen we onze intrek in een hostal voor 10$ per persoon. Heel wat minder luxueus dan het hotel in Piriapolis. Ik doe vlug mijn zwembroek aan om snel even in de oceaan te zwemmen. Een tiental minuten is genoeg want het water is hier erg fris. Hierna gaan we Punta del Este bekijken maar eerst zoeken we een telefoonmaatschappij om onze vlucht bij United Airlines te reconfirmeren. Het hoeft eigenlijk niet, staat op het vliegticket. Er wordt echter niet opgenomen, dus proberen we het met een mailtje naar United Airlines in Nederland. Hierna gaan we even lunchen en nemen een bordje ravioli c.q. spaghetti en we lopen daarna de hele boulevard van Punta del Este af. We beginnen aan de kant van de Rio de la Plata, hier is het minder winderig dan aan de oceaanzijde van de badplaats. We komen dan bij de haven, waar (zeil)schepen liggen te wachten op het broodnodige onderhoud. Verderop liggen de vissersschepen en men is hier volop aan het werk. Men vist hier met lijnen met honderden haakjes eraan, waarop de mannen nu aas aan het bevestigen zijn. De lijn wikkelen ze dan om een fietsband heen. Een stukje verderop zijn enkele vrouwen de gevangen vis aan het fileren. De zeerobben in de haven zijn hier aan het wachten, totdat het afval van het fileren van de vis in het water wordt gekieperd. De zeerobben vechten dan met de meeuwen om de visresten. We lopen dan verder langs de Rambla en op de kop van het schiereiland ligt een duur restaurant. Hier vlakbij op de parkeerplaatsen is een jop, jongeren ontmoetings plaats, en er wordt zelfs een racewedstrijd tussen twee auto's gehouden. Ze racen door het normale verkeer op de boulevard door. De meeste auto's rijden hier echter stapvoets langs het water, genietend van mate, het uitzicht of van elkaar. We lopen dan naar de vuurtoren toe, deze staat op een grote heuvel in het midden van het dorp. Hierna lopen we langzaam terug naar het centrum. Het is hier nu echt het laagseizoen en ook hier zijn vele winkels leeg of gesloten. Men gebruikt deze periode ook om hun restaurant of winkel te restaureren c.q. te onderhouden. Ook vele huizen en appartementen zijn tot de nok toe afgesloten wachtend op de bewoners die voor enkele weken hier van de zon komen genieten. Voor het overgrote deel komen de eigenaars uit Montevideo of Buenos Aires. We gaan weer naar hetzelfde restaurant toe, als waar we geluncht hebben. We nemen een biertje, een hapje en kunnen onderwijl naar het Argentijns voetbal kijken op een groot beeldscherm. Tegen 23 uur duiken we ons bed in, morgenvroeg gaan we weer terug naar Montevideo.

 

ZONDAG 12 NOVEMBER 2000

Om kwart voor acht staan we op, even wassen en we gaan weer met Copsa mee, terug naar Montevideo. We nemen nu de weg door het binnenland en zijn snel terug op de nieuwe busterminal van Montevideo, genaamd Tres Cruces. We boeken hier tegelijk voor morgen onze terugvaart naar Buenos Aires. We vertrekken morgen om 15.30 uur naar Colonia met de bus, en dan nemen we om 18.45 uur de boot naar Buenos Aires waar we dan om 21.30 uur aanmeren. We vragen welke bus we het beste kunnen nemen om in het oude centrum te komen. We nemen hier bus 187, en een kwartiertje later kunnen we instappen. De bus kost 9$U (fl 1,80) en dat is erg duur vergeleken met Buenos Aires en andere steden. We stappen op Plaza Cachanga uit en lopen eerst naar Hotel Nuevo Ideal. Dit hotel is echter gesloten en momenteel is men de boel volop aan het restaureren. Een blok verder nemen we dan voor een nacht Hotel Central voor 200 $U. Het is een oud en nostalgisch hotel met oude bedden en enorme kamers, wel met eigen douche en toilet. Dan op naar het centrum, om deze stad eens goed te bekijken. We lopen eerst in de richting van de oude stad, en lopen de verschillende pleinen af. De meeste winkels zijn vandaag gesloten want het is zondag. Als we in de oude stad zijn aangekomen, is het net of we alleen zijn in deze grote stad. We lopen nu door gedeelten van de oude stad waarbij we echt helemaal geen mensen tegenkomen. Bij de Mercado del Puerto is gelukkig wel genoeg te beleven. Men heeft de markt aldaar aan de haven, omgetoverd tot een plaats met veel restaurantjes en het is er dan ook erg gezellig en druk. Men hoopt hier vooral de passagiers van de cruisschepen als klant voor de restaurantjes te verwelkomen. Er lopen muzikanten rond evenals portrettekenaars. We nemen binnen een biertje aan de bar, en zien hier de kok aan het werk bij de barbecue. Dit is dus niks voor ons, want er is maar een snijplank voorhanden om al het vlees te snijden. Dus als de kok net rauw vlees heeft gesneden, neemt de kok gaar vlees en snijdt dat weer in stukken op de plank waar hij net het rauwe vlees heeft gesneden. De stukken vlees die gereed zijn voor consumptie, met de bacteriën van het rauwe vlees erop, en worden op de schaal gelegd klaar om geserveerd te worden! Men verbrandt hier hout, en schuift dan de houtskool onder de barbecue. We lopen dan naar de andere kant van het centrum, en op een open plek voor het gemeente huis is men bezig met danswedstrijdjes voor verschillende groepen dansers. Om halfzes begint men met het afzetten van de hoofdstraat, en in korte tijd flaneert iedereen langs de winkels of over straat waar ook enkele kraampjes staan opgesteld. We gaan daarna dineren en het menu bestaat deze dag voor ons uit: aspergesoep, gebakken vis met garnaaltjes en mosselen en tot slot lasagna. We brengen de rest van de avond door wandelend door de hoofdstraat en het merendeel zittend op een bankje aan de hoofdstraat. Het is een gezellige boel, overal speelt men toneelstukjes op de straat of het trottoir. Iedereen loopt of wandelt op zijn gemak op en neer. Mooi om eens mee te maken, net zoals in Santiago de Chile, waar men vier jaar geleden op het plein aan het zingen was. Als we onze hotelkamer weer opzoeken, zetten we onze ramen van de hotelkamer open want het ruikt toch wel wat muf. Even nog wat lezen en daarna slapen we snel in.

 

MAANDAG 13 NOVEMBER 2000

Vanmorgen heerlijk uitgeslapen, gedoucht onder een warm straaltje water en daarna pakken we onze rugzakken weer in. We gaan deze morgen de oceaanzijde van Montevideo bekijken, en het is deze morgen prachtig onbewolkt en zonnig weer. Maar als we bij de oceaan aankomen, blijkt er toch een straffe wind te staan. We lopen via verschillende delen van de oude stad naar het water en komen daar bij een oud dok terecht, dat nog in gebruik is door de marine. De andere gebouwen zijn niet meer in gebruik, en de ijzeren deuren zijn zo verroest dat je er gewoon doorheen kan kijken. Als we verder lopen, zien we nog twee oude silo’s die niet meer in gebruik zijn alsmede de daarbij behorende gebouwen. Men heeft de nieuwe flats er gewoon naast gebouwd, zodat sommige bewoners in plaats van de oceaan, uitkijken op twee oude verroeste silo’s. Omdat het opruimen van de silo’s geld kost, laat men ze gewoon staan tot ze in elkaar storten. Ook getuigen de vele verroeste scheepswrakken, die we in de buurt van de dokken zien, dat men voorlopig niet van plan is om ze op te ruimen. We kopen dan bij een supermarkt in de buurt ons ontbijt en peuzelen het, zittend op een muurtje in de schaduw, op ons gemak op. We lopen daarna in de richting van het gemeentehuis, en na een tijdje daar te hebben verpoosd, lopen we nog even naar de oude stad. De wind heeft op sommige plaatsen wel erg veel invloed, en het is vandaag een stuk gezelliger en levendiger in de oude stad vergeleken met gisteren. Er is veel meer leven in de brouwerij, de bedrijven zijn weer aan het werk, de winkeltjes zijn weer open en de pleintjes zitten daardoor gezellig vol. We lopen dan terug naar ons hotel om onze rugzakken op te halen en met bus 188 gaan we weer terug naar de busterminal van Montevideo, Tres Cruces. We zijn mooi op tijd voordat we met een bus van Buquebus vertrekken naar Colonia. Een kleine drie kwartier later, rijden de bussen het terrein van de busterminal op en even later zijn we op weg naar de boot. Het duurt weer even voordat we weer de stad uit zijn, en al snel dommelen we allebei in slaap. Tegen vijf uur ben ik weer wakker en kan nog een half uurtje genieten van het vlakke landschap met zijn vele gele en paarse bloemen, in dit gedeelte van Uruguay. We komen dan aan in Colonia, een van de toeristische trekpleisters van Uruguay, van waaruit we weer terugvaren naar Buenos Aires. Vele groepjes die met onze boot reizen, bestaan uit jongelui, stelletjes of groepjes vriendinnen zowel jong als oud. Ze maken er een mooi dagje uit van, met taxfree winkelen op de koop toe. We moeten dan de bus uit en ons dan inchecken voor de boot. De meeste mensen haasten zich snel de bus uit en moeten dan een half uur tot drie kwartier wachten voordat ze de boot opkunnen, daarom was die haast eigenlijk niet nodig. Wel zijn de snelle mensen het eerste op de boot, maar er is genoeg ruimte voor iedereen. Bij zonsondergang, tegen kwart voor zeven, vertrekken we naar Buenos Aires. Het wordt dan snel donker en dan valt er buiten niet veel meer te zien. De boot heeft vandaag de wind tegen, op het achterdek is het nog wel uit te houden maar op het voordek waait het erg hard en is het ook nog erg koud. We komen een half uurtje later dan gepland aan in de haven van Buenos Aires en te voet lopen we naar ons vaste hotel, Hotel O’Rei. De door ons gereserveerde kamer staat al op ons te wachten, maar we moeten ons eerst inschrijven van de nachtportier. Ook gaarne meteen afrekenen, dramt hij door. Zeker door schade en schande wijs geworden. Hierna op zoek naar een restaurant met een doorlopend buffet, zodat we zelf onze keuze kunnen maken. Helaas is het later op de avond, en is het eten hier niet zo goed als enkele dagen geleden. We gaan dan naar bed en hebben nog een trip voor de boeg. Aan onze vakantie zal binnenkort een einde komen.

 

DINSDAG 14 NOVEMBER 2000

Uitgeslapen tot tien uur, en daarna een bakkie koffie drinken met croissants. Helaas, we hebben te lang uitgeslapen en het croissantje gaat aan onze neus voorbij. Pieter peuzelt onderweg de overgebleven broodjes op van gistermiddag. We gaan nu naar de kleine Plaza de Mayo want ik weet dat daar een grote supermarkt moet zijn. We stappen op het halve metrostation Alpenrit uit, en lopen naar het plein toe. Er is niet zo veel veranderd, alleen heeft men er een groot hondenhek neergezet waarin tientallen honden de hele of halve dag worden zoetgehouden. We bekijken de winkel en kopen enkele spullen als souvenirs Hopelijk bevallen de souvenirs want Argentinië is al een duur land en al helemaal met die dure dollar. Bovendien moeten we ook nog even naar New York, en daarom kan er niet zo veel aan souvenirs in onze handbagage. We kopen wijn, koffie, paté, kaas en likeur. Dit brengen we terug naar ons hotel en gaan dan even lunchen bij Burger King. Hierna nemen we de metro naar het station Flaerize. In deze buurt ligt de grote begraafplaats Chacharita. Hier liggen o.a. Gardel (tango), Jorge Newberry (uitvinder luchtvaart) en Juan Peron (vader Evita) begraven. Het graf van de slechts 45 jaar oud geworden Gardel is beplakt met veel maquettes en er staan een mooi standbeeld van hemzelf bij. Jorge Newberry is overleden toen hij over de bergtoppen van het Andesgebergte probeerde te vliegen. Zijn graf bestaat uit een enorme rots met boven op 4 condors, die neerkijken op Jorge Newberry. Hij ligt met twee vleugels aan, gesneuveld onder aan de rotsen. Dan gaan we weer terug in de richting van ons hotel, en bij Manuel Tienda Leon gaan we even informeren voor een taxi naar de luchthaven. Doch 38$ voor een taxi is wel erg veel, dus gaan we gewoon met de bus mee voor 14$ per persoon. Door de concurrentie op de luchthaven is de heenreis goedkoper, die is namelijk maar 11$ per persoon. We lopen daarna weer terug naar ons hotel, om alvast onze rugzakken voor een gedeelte in te pakken. Daarna nog even internetten en dan reizen we weer met de metro naar station Alberti. Vlakbij het kleine Plaza de Mayo heeft Pieter vanmiddag een leuk restaurantje gezien, waar we dus vanavond gaan eten. Als we aankomen, komen we tot de ontdekking dat het restaurant nog niet open is. Geen nood, we vermaken ons wel weer in dezelfde supermarkt als vanmiddag. Het restaurant is een stuk beter dan degene waar we gisteren hebben gegeten en heeft ook veel meer keuzemogelijkheden. We sluiten onze avond af in stijl, met een biertje en een boek op het balkon.

 

WOENSDAG 15 NOVEMBER 2000

Om acht uur opgestaan en om halfnegen staan we weer buiten het hotel aan Calle Lavalle. Het is vandaag een stuk mooier weer dan gisteren. We gaan even ontbijten, het gebruikelijke ritueel, een kopje koffie, croissantjes en de krant bij onze vaste koffiebar. We lopen dan verder naar Plaza Lavalle. Ook hier worden weer de nodige honden beziggehouden. Het zijn er nu een stuk of twintig, en ze worden allemaal onder controle gehouden door twee mannen die er vermoedelijk een dagtaak aan hebben. We gaan dan kijken hoe laat de rondleidingen beginnen in Theater Colon. Om elf uur, dus nog even een uurtje wat lezen op een bankje en wat genieten van het mooie weer. Om kwart voor elf gaat Pieter naar het theater voor de rondleiding. Ik wandel nog even wat rond in de buurt en beland al snel weer op hetzelfde bankje in de schaduw. Even nog een klein dutje en wat lezen, en tegen half een is Pieter weer terug van zijn rondleiding. We reizen met de metro naar Plaza de Mayo waar we de kathedraal aldaar bekijken. Te voet vervolgen we dan onze weg via Florida en Lavalle naar ons hotel. Hierna met de metro naar MTL en om vijf uur in de middag zitten we in de bus die ons naar het vliegveld Ezeiza zal brengen. Om kwart voor zes komen we aan bij het vliegveld. Hier worden we weer streng ondervraagt door beveiligingspersoneel van de luchthaven i.o.v. United Airlines. Pieter moet zelfs even mee naar achteren, om daar zijn rugzak te laten doorzoeken. We checken daarna in voor drie vluchten tegelijk. Eerst naar New York, naar luchthaven JFK, en van daaruit vliegen we naar Londen Heathrow, en tot slot Schiphol Amsterdam. We drinken ieder onze laatste blikjes bier op bij de gate en om 21.30 uur vertrekken we naar New York, waar we dus in de vroege morgen om 6.00 uur aankomen. Ik moest mijn horloge nu weer twee uur verder naar achteren zetten. Naast mij zit een student uit Honduras, en hij woont momenteel in New York. Even een babbeltje en daarna slapen.

 

DONDERDAG 16 NOVEMBER 2000

Om kwart over acht deponeren we onze handbagage in een depot op terminal 1 van het vliegveld JFK. Om half acht zijn we dan op het Howard Beach Station en nemen hier de metro naar metrostation Green. We stappen hier uit en kijken onze ogen uit als we eenmaal op straat staan. Midden in het centrum van New York staan twee nuchtere Brabanders te genieten van een van de bekendste steden van de wereld. We maken dan een boottocht en bevinden ons dan om halftien boven in het vrijheidsbeeld van New York, the Statue Of Liberty. We vervolgen dan onze boottocht en we slaan Ellis Island over vanwege tijdgebrek. Om half twaalf belanden we dan in hartje Manhattan en drie kwartier later staan we op de bovenste verdieping van the Empire State Building. We lopen dan nog even door Madison Square Garden en hier tennissen momenteel de toptennisters van dit moment, met o.a. Mirjam Oremans. We gaan dan een fastfoodje eten bij de Chinees, erg lekker en erg druk. Om twee uur maken we een wandeling van een klein uurtje dor het Central Park. Hier is dus John Lennon vermoord. Echt mooi, een groen park met een enorm meer in het midden. Vermoedelijk doet dit meer dienst als waterbuffer in geval van een watertekort. New York is wel omringd met water, maar het merendeel ervan is zout. We wandelen van hieruit naar het metrostation en nemen dan de metro naar Chinatown c.q. Little Italy. Prachtig gezicht, aldaar aangekomen in Chinatown en het is inmiddels 15.15 uur. We moeten naar de wc, dus lopen we op goed geluk een Chinees snelbuffetrestaurant binnen. We kunnen de prijslijsten niet lezen, want alles staan alleen vermeld in Chinese symbolen, alleen de prijs kunnen we ontcijferen. Erg leuk, het is er vol met Chinezen. Als we voor de wc staan te wachten, gebaart een oud vrouwtje achter ons of we ook wc-papier bij hebben. Ik haal enkele papieren zakdoekjes uit mijn trainingsjack en dat stelt het vrouwtje gerust. We lopen daarna nog een stukje verder en komen dan in Little Italy en van hieruit nemen we de metro naar de Brooklyn Bridge. Het is nu vier uur en we hebben een half uurtje nodig om de Brooklyn Bridge vanaf de oever te bekijken en te fotograferen. De tijd ontbreekt ons om nog even over de brug heen te lopen. Om halfvijf nemen we de metro terug naar Howard Beach Station alwaar we om halfzes aankomen. Om halfacht in de avond vertrekken we dan vanaf de luchthaven JFK naar London Heathrow. Het geluk is met ons, we hebben allebei twee stoelen voor onszelf zodat we hopelijk wat beter kunnen slapen.

 

VRIJDAG 17 NOVEMBER 2000

We landden om half acht in de morgen op London Heathrow en moeten ons haasten om onze overstap niet te missen naar Amsterdam. We lopen eerst naar de verkeerde terminal maar gelukkig zijn we nog net op tijd. Wat overstappen betreft is London Heathrow niet een van de makkelijkste luchthavens. We vliegen het laatste stuk met British Midland waar we een slecht ontbijt krijgen voorgeschoteld. Om 11 uur landden we op Schiphol, alwaar Pieter’s moeder Bets en zijn vriendin Iris ons op staan te wachten. We nemen dan de trein naar Oss, en tegen 14 uur zijn we weer in Oss. Vandaar gaan we met de auto weer naar Herpen. Ons zoveelste Zuid Amerika avontuur zit er weer op.

My Favorite Links

FOTO'S REISVERSLAG ZUID-AMERIKA 2000
Reisverslag Costa Rica en Panama, 1999
Reisverslag Florida Flydrive, 1998
Reisverslag Argentinie en Chili, 1998
Reisverslag Argentinie, Bolivia en Chili, 1996
Reisverslag Rusland, China en Hongkong, 1997
REISVERSLAG PERU - CHILI 2001
Photo's from the mines of Potosi (English)
Herpinia 6, Dreamteam of Holland
Verslagen van andere verre reizen
Mijn stamcafé Biercafe Kandinsky, Tilburg. Meer dan 200 soorten bier
Big Brother FredRuud uit Tilburg!!!!!

Email: ton123@rocketmail.com