Site hosted by Angelfire.com: Build your free website today!

Geschiedenis van het Polsstokspringen

 

Het polsstokspringen is reeds een oude tak van de atletiek. De Grieken, de Romeinen en ook de ridders uit de Middeleeuwen sprongen reeds met een speer, lans of paal. De Grieken sprongen zelfs met een lange paal op hun paard.

Bij de Germanen werd een ‘polsstok’ gebruikt om over de sloten te springen. Momenteel is dit nog gekend als volksvermaak in Nederland als ‘fierljeppen’ en worden daar zelfs in Friesland heuse competities voor ingericht.

Het invoeren van polsstokspringen als lichaamsoefening werd uitgedacht door

Basedow (1723-1790). Hij leerde in het Philantropium te Dessau polsstokspringen als nuttigheidsoefening. Op die manier verspreide deze tak van atletiek zich langzaam over Europa.

Vooral Gutsmuths(1759 – 1839) volgde Basedows principes en had plaats voor polsstokspringen in de indeling van zijn toenmalige gymnastiek.

Daarmee maakte hij het werk af van de Philantropijnen in Duitsland die vooral werkten aan de invoering van de gymnastiek in de scholen.

 

Polsstokspringen naar Goya

Polsstokspringen naar Gutsmutsh

In die beginjaren werd in het polsstokspringen gebruik gemaakt van massieve stokken, gemaakt uit sparrenhout , essenhout of kastanjehout. Die stokken waren toen erg zwaar om dragen en het polsstok- verspringen was toen populairder dan het polstokhoogspringen. Het dragen werd nog extra bemoeilijkt door de grote diameter.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aangezien er nog geen sprake was van een insteekbak was het uiteinde van de stok voorzien van één, soms drie scherpe metalen punten (een drietand). De springer plaatste de stok op de hem meest geschikte plaats en de punten moesten het wegglijden van de stok voorkomen.

Door de geringe greephoogte en de lage aanloopsnelheid met die massieve stokken is de maximum gekende hoogte ooit overschreden slechts 3 m 69.

Rond de eeuwwisseling werden plots de lichtere bamboestokken gebruikt. Oorspronkelijk was Japan de bakermat, maar weldra was de bamboestok over gans de wereld gekend en was het de universiteit van Yale in Amerika die het gebruik ervan verspreidde.

De bamboestokken waren inderdaad veel lichter om dragen en lieten een hogere greephoogte en aanloopsnelheid toe. De natuurlijke elasticiteit van de bamboe gaf ook de atleet een welkom hulpmiddel om te komen van hang tot steun op de stok. De enige moeilijkheid die de atleet had was het vinden van een goede bamboestok die paste bij zijn mogelijkheden van aanloopsnelheid en gewicht. Bijkomend voordeel was dikwijls dat de bamboe natuurlijke knopen vormde die een welgekomen versteviging was bij de greep aan de stok.

Maar de bamboe had ook nadelen:

- aangezien het ondereinde dikker is dan het bovenstuk , ligt het zwaartepunt nooit in het midden wat wel wat aanpassing vergt in de aanloop

- de bamboestok is zeer gevoelig voor uitdrogen: een te droge stok verliest zijn elasticiteit en wordt broos met kans op snellere breuk

- grote greephoogten en het vasthouden van de stok aan het uiteinde geeft een  reële kans op breken van de stok

- bij lange stokken is de diameter van de greep niet gering.

Met de bamboestok werd in 1912 in Cambridge het wereldrecord door Marc Wright gebracht op 4m 02 en in 1942 sprong men nog steeds met bamboe en het wereldrecord werd door Cornelius Warmerdam in Modesto (USA) opgevoerd tot 4m 77. Dit was het laatste record met een bamboestok en het zou nog standhouden tot 1957.

Op het einde van de tweede wereldoorlog begon men te experimenteren met duraluminiumstokken, maar het waren vooral de stalen stokken die populair werden.

Die stokken zijn echter gevoelig voor mechanische beschadigingen. Zolang ze zuiver rond zijn, blijven ze elastisch en sterk, bij de minste beschadiging verliezen ze hun draagkracht.

Tot in de jaren 1960 werd met de drie soorten (bamboe - aluminium – staal) onderling gewedijverd en pas in 1957 brak Robert Gutowski in Palo Alto (USA) met een stalen stok het wereldrecord en de hegemonie van de bamboe en bracht het WR tot op 4 m 78. Drie jaar later verbeterde Donald Bragg op dezelfde plaats het record tot 4 m 80 Dit was het tweede record met een stalen stok en ook meteen het einde van het aluminiumtijdperk.

De glasvezelstokken hadden sinds enkele jaren het strijdperk betreden en in 1961 sprong Georges Davies in Boulder (USA) met een glasvezelstok naar 4 m 83. Nieuwe horizonten lagen open en de wedren naar 5 m zou slechts twee jaar op zich laten wachten : het was Brian Stenberg die op 27-04-63 in Philadelphia voor het eerst die legendarische hoogte klaarde.

Hij kon niet lang nagenieten van zijn wereldrecord want hetzelfde jaar bracht John Pennel het in twee beurten tot 5 m 20 en de wedren was niet meer te stuiten…

De glasvezelstok bracht de polsstok bij de heren tot het jaar 2000 met 6 m 14 van Sergey Bubka in Sestrière op 31-07-1994 dwz 1m 34 hoger dan de stalen stokken en het 17 de wereldrecord outdoor van de "tsaar" van de Ukraine

Overzicht van de evolutie van het herenpolsstokspringen.

Wat met het Belgisch polsstokspringen?

In het Belgische kamp hebben wij in het verleden opgekeken naar Paul Coppejans(4 m 73 in 1966),Robert Jacqmain (4 m 91 in 1974), Elie Vanvlierberghe met 5 m 10 in 1977 en vooral Patrick Desruelles die met 5 m 60 in 1981 met de Europese top meedraaide. Dit record werd in 1995 door Domicien Mestre gebracht op 5 m 61, maar een dom accident heeft de uitbouw van de carrière van deze jonge man stopgezet.

Voor het ogenblik hebben wij een nieuwe Belgisch recordhouder van slechts 21 jaar : de Waal Thibault Duval die op 24-05-1999 in Heule 5 m 62 klaarde en die dit jaar zijn record scherper stelde naar 5 m 70 en met die limiet ons land mocht verdedigen op de OS in Sydney, waar hij met een behoorlijke 5 m 55 faalde in de kwalificaties.

Voor de toekomst zitten wij zeker goed want samen met T. Duval vernoem ik heel graag Kevin Rans, die als junior reeds 5 m 60 springt en het symbool is van de Vlaamse vooruitgang in het polsstokspringen. Trouwens vier atleten van de top tien aller tijden hebben dit jaar hun record gevestigd.

De top 10 aller tijden in België ziet er zo uit ( nov 2001)

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

Thibaut Duval

Domicien Mestre

Kevin Rans

Patrick Desruelle

Wesley Rombout

Dirk Ledegen

Alan Denaeyer

Marc Maes

Benoit Simonet

Jan Van Hocht

5 m 70

5 m 61

5 m 60

5 m 60

5 m 45

5 m 40

5 m 40

5 m 35

5 m 32

5 m 30

 

2000

1995

2001

1981

2000

1988

1994

1988

2000

1986

Thibault Duval op het EK Gent

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het damespolsstok.

Het zal wel niemand verwonderen dat het damespolsstok niet zo’n grote vlucht nam als de polsstokdiscipline bij de heren. Toch is er in oude teksten reeds sprake van een polsstokrecord bij de dames in 1897. Toen sprong een zekere H de Graff 1 m 41 in Poughkeepsie (USA) en in 1910 haalde Almeda Barr in dezelfde plaats 1 m 60.

De Duitse atlete Elisabeth Behrens haalde in 1919 reeds 2 m 10 maar tot 1983 bleef deze weinig beoefende sport bij dames beheerst door de Amerikaanse atleten, waarbij Jane Edwards in 1983 tot 3m59 was gekomen.

Toen kwam onverwacht een Chinese overheersing met een wereldrecordverbetering van Zhang Chunzen: 3 m 72 op 20/04/88 in Guangzhou. Zij zou tot zeven maal toe het wereldrecord heroveren van diverse landgenoten en het zo brengen tot 4 m 05 in 1991. Haar landgenote Sun Caiyun bracht het daarna op 4 m12 en dit op 24-11-94. Nog hetzelfde jaar moest zij haar record delen met de Tjechische Daniëla Bartova die de Europese damespolsstok inleidde.

Emma George sprong 4 m 60

Op 30/11/95 kwam een nieuwe leading lady op de proppen: Emma George uit Australië wipte over 4 m25 en bracht het damesrecord met twaalf opeenvolgende verbeteringen tot 4 m 60 op 20/02/1999.

Ondertussen had het eerste officieel wereld indoor-kampioenschap plaats gevonden in Parijs op 7-9 maart 1997 met een evenaring van het wereldindoorrecord (4 m 40) door Stacy Dragila (USA).

In 1998 won Anzhela Balakhonova (UKR) zowel het eerste Europees indoor -kampioenschap met 4 m 45 als het eerste Europees Outdoorkampioenschap met 4 m 31.

Stacy Dragila zette zich in 1998 door en evenaarde met 4 m 60 E.George in 1999 om ten slotte alleen recordhoudster te worden op 14/05/200 met 4 m 62 en in Sacramento sprong zij op 23/07/2000 reeds 4 m 63 .

Zij werd ook de eerste Olympische gouden medaille winnares in Sydney met een sprong van 4 m 60 voor de Australische Grigorieva (4 m 55) en de IJslandse Vala Flossadotir (4 m 50. Wat aantoont dat de mondialisering bij het damespolsstok nu een feit is.

Op het WK in Edmonton toonde Stacy Dragila nogmaals haar talent en sprong vlot over 4m70. Het wereldrecord bij de dames staat ook op haar naam met 4m81!!

 

Stacy Dragila : eerste Olympische kampioene

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat de Belgische dames betreft moeten wij vooreerst de voorloopster Ingeborg Marxx vermelden die in 1991 in Duitsland een (officieus) Europees indoorrecord vestigde met 3 m 61 maar tegen dat het polsstokspringen dames in Vlaanderen werd aanvaard reeds naar het gewichtheffen was overgestapt , waar zij op de spelen van Sydney 2000 niet onopvallend heeft deelgenomen.

Pas in 1992 mogen Vlaamse meisjes aan polstokspringen doen van de atletiekbond, wat beduidend later was dan de ons omringende landen. In 1993 werd door de IAAF het damespolsstokspringen dan officieel erkend en de Belgische Federatie volgde dit voorbeeld. De Franstalige liga erkende direct de 3 m 63 van Sofie Zubiolo en in Vlaanderen was het Sandrine Clinckemaille die de eer van beste Vlaamse polstokspringster op dit moment mocht opeisen.

In 1995 kenden we de steile opgang van Sofie Zubiolo die op 02/07/95 in Jambes met 3 m 95 voor de vierde maal dit jaar het Belgisch record verbeterde en daarmee toen op de 14 de plaats kwam op de wereldranglijst. De volgende jaren heeft zij dit niet kunnen verbeteren en in 1999 is zij (voorlopig?) gestopt met polsstokcompetitie. Ondertussen is ook in België de kaap van de 4 m bereikt. In juli 2001 mocht Caroline Goetgebeur zichzelf kronen als eerste Belgische ooit over 4m. Lang heeft ze echter niet kunnen nagenieten want slechts twee weken later snoepte Irena Dufour haar Belgische record af met slechts 1 cm in Brasschaat.

Voor de verder ranglijsten: zie records.

Evolutie van de materialen.

1. De polstok zelf

a. Vroeger

- houten massieve stokken

- bamboestokken

- aluminium en stalen stokken

- glasvezelstokken

b. Nu

- oefenstokken

. Lerc

. Pacer

- voorgebogen stokken

. Pacer

. Spirit

. Nordic

- Waarop letten bij competitiestokken?

. De lengte

. Gewichtsindicatie

. Flexnummer

2. Evolutie van de de landingsplaats

 

          Opgehoopt zand

     Een hoop matrassen

             Hedendaagse mat

 

 

 

 

 

 

 

  3. De insteekbak

 

 Vroeger

 

 

 

Gewoon een gat in de grond

Nu  

Gestandardiseerd met volgende afmetingen